Mobiliteits(on)geluk: op weg naar sociale alliantie mobiliteit
Tijdens mijn werk als sociaal raadsman kreeg ik regelmatig de vraag om een sluitend budgetplan te maken voor particulieren, vaak voor minima. Een terugkerend dilemma op individueel niveau is het budget voor vervoer. ‘Ga ik een brood kopen of een liter benzine?’
Door Martijn van der Sluijs, Traject ‘Slimme en Duurzame mobiliteit’, provincie Overijssel
In 2019 begon ik aan het (zijinstromers)traject ‘slimme en duurzame mobiliteit’ bij de provincie Overijssel. Vanuit het duurzaamheidsvraagstuk en mobiliteitsvraagstuk wordt lokaal grootschalig ingezet op het stimuleren van de fiets. Dat riep bij mij de vraag op: hoe kan het mobiliteitsbeleid bijdragen aan het behalen van de beleidsdoelstellingen van het sociale domein? In samenwerking met de provincie en Goudappel Coffeng (ervaringsplek) heb ik onderzoek verricht naar deze vraag.
Vanuit mijn eerdere werkervaring weet ik dat een inwoner zelf op zoek moet naar toegang tot sociale voorzieningen en daar soms niet toe in staat is. Met de invoering van de Wmo in 2015 is de toegang veelal georganiseerd vanuit wijkteams. Door deze teams wordt ingezet op het stimuleren van zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid is een wezenlijk onderdeel van mobiliteits(on)geluk. Een doorverwijzing vanuit het wijkteam naar ketenpartners is regelmatig aan de orde, maar de inwoner moet wel zelfredzaam zijn om hier naartoe te gaan en mobiel zijn.
Meer gebruik van de fiets is zowel in het sociale domein als in de mobiliteit een beoogd doel. Maar meer gebruik maken van de fiets betekent soms ook het doorbreken van patronen, culturen en sociale normen. Een vorm om deze patronen te doorbreken zou een sociale alliantie mobiliteit kunnen zijn. Zo’n alliantie is een organisatie van burgers gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid.
De kracht van een stadsbrede sociale alliantie mobiliteit is dat ‘het verhaal over fietsen’ op verschillende plekken door verschillende mensen wordt verteld. Mensen met (vervoers)armoede leven vaak geïsoleerd en zijn afhankelijk van hun lokale omgeving. Het is belangrijk dat fietsstimulering vanuit het lokale netwerk wordt aangeboden omdat dit het meest vertrouwelijk is voor de doelgroep. Zo’n aanpak is tijdsintensief, maar belonend.
Whitepaper Mobiliteitsgeluk van Martijn van der Sluijs
Reactie plaatsen •