M&E bereikbaarheid Limburg: aanbod versus beleving

maandag 11 november 2024

Foto: Shutterstock

In Noord- en Midden-Limburg werken Trendsportal en Midden Limburg Bereikbaar aan verduurzaming en verbetering van de bereikbaarheid. Samen met de inliggende gemeenten, de provincie Limburg, SmartwayZ.NL, ondernemers en organisaties voeren zij regionale projecten uit die bijdragen aan veilige, duurzame, actieve en efficiënte mobiliteit. Hoe werkt dat? Wat zeggen de cijfers over aanbod en beleving van bereikbaarheid in Limburg? 

Voor Trendsportal en Midden Limburg Bereikbaar voert Moventem de Monitoring en Evaluatie (M&E) uit om zicht te houden op de effecten van maatregelen en de bijdrage die ze leveren aan de regionale programmadoelen. M&E volgt de programma’s over de hele breedte, maar in dit artikel zoomen we in op de bijdrage die maatregelen leveren aan de bereikbaarheid van deze, grotendeels ‘landelijke’ gebieden. We beschouwen bereikbaarheid zowel vanuit de objectieve als de subjectieve kant. 

De feitelijke bereikbaarheid staat onder druk 

Met behulp van de Movares Verbindingswijzer is de feitelijke nabijheid van de maatschappelijke voorzieningen in kaart gebracht. Hierbij gaat het om lokale voorzieningen als huisartsen, basisscholen, supermarkten en regionale voorzieningen als ziekenhuizen. We hebben de regio’s ingedeeld in gebieden van 100x100 meter en per gebied de reistijd naar de dichtstbijzijnde voorziening per auto, fiets en ov berekend. Op basis daarvan is het aantal inwoners bepaald per reistijdcategorie. Afbeelding 1 toont de bereikbaarheid van huisartspraktijken in Noord-Limburg per auto, fiets en ov. 

Voor mensen met een auto zijn de voorzieningen prima bereikbaar. Daarentegen is 1 op de 7 inwoners met het openbaar vervoer meer dan 30 minuten onderweg naar een basisschool, huisarts, gemeentehuis, of supermarkt. En voor 20 procent van de inwoners in Noord-Limburg geldt dat zij er meer dan 45 minuten over doen om met het ov naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis te komen. 
Ecorys becijferde in opdracht van provincie Limburg dat tussen 2016 en 2022 het aantal inwoners van landelijke gebieden in de provincie dat met ov ontsloten is met 10 procent is gedaald[*]. Hoewel het aanbod van ov minder hard daalde dan het gebruik ervan, is de feitelijke bereikbaarheid van de regio’s hierdoor per saldo de afgelopen jaren verminderd. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving constateert in het recent verschenen rapport ‘Beter bereikbaar?’ dat het afschalen van het openbaar vervoer in heel Nederland (en vooral in de landelijke gebieden) heeft geleid tot afname van bereikbaarheid van voorzieningen en banen[*]. 

Eind 2023 heeft Moventem in zowel Noord[*]- als Midden-Limburg[*] een grootschalig enquête-onderzoek uitgevoerd naar hoe inwoners de mobiliteit in de regio ervaren. De meeste inwoners vinden de bereikbaarheid van voorzieningen (heel) goed en zijn tevreden over de betrouwbaarheid van het reizen binnen hun gemeente. Wel ervaren veel mensen weinig reismogelijkheden en keuze aan vervoermiddelen. Veel inwoners hebben het gevoel op hun auto aangewezen te zijn. 

Vooral huisartsen, supermarkten, basisscholen en sociale contacten zijn volgens een ruime meerderheid van de inwoners (heel) goed bereikbaar, evenals het treinstation, het werk en de bushalte. Toch vindt ook een groot deel de bereikbaarheid van voorzieningen (heel) 
slecht. Bijna een kwart van de inwoners zegt het treinstation (heel) slecht te kunnen bereiken. Afbeelding 2 toont per voorziening het percentage inwoners dat de bereikbaarheid (heel) goed vindt in Midden-Limburg. 

De auto is voor vrijwel alle reisdoelen dominant, alleen voor activiteiten in de vrije tijd wordt door de meeste respondenten de fiets gekozen. Het onderzoek laat duidelijk zien dat fietsers de bereikbaarheid van voorzieningen beter beoordelen, meer plezier hebben in het reizen en minder stress ervaren tijdens het reizen. 

Net als in veel landelijke gebieden, is het autobezit- en gebruik in Noord- en Midden-Limburg groot. In beide regio’s neemt die autodominantie sinds 2018 ook sneller toe dan in de rest van Nederland. Als gevolg van de grote (en toenemende) afstanden tot voorzieningen, leggen de inwoners ook relatief grote afstanden af. Tegelijkertijd neemt het aanbod van ov af. 

Hierdoor neemt het risico op vervoersongelijkheid toe voor mensen zonder auto, waardoor deelname aan de maatschappij voor deze groep moeilijker wordt. De inwonersenquête leert dat vooral het minder goed kunnen bereiken van sociale contacten een negatieve invloed heeft op de ervaren kwaliteit van leven van inwoners. 

Door de toenemende vergrijzing wordt het belang van goed bereikbare maatschappelijke voorzieningen groter. Ouderen maken immers meer gebruik van lokale en regionale (medische) voorzieningen. Deze groep wordt groter en krijgt meer moeite met het bereiken van deze voorzieningen als gevolg van het kleinere ov-aanbod en minder nabije voorzieningen. Ook de druk op de relatief kostbare Wmo-vervoersvoorziening neemt daardoor toe. 

Het is daarom belangrijk om ouderen te stimuleren zo lang mogelijk op een veilige manier te blijven fietsen. Belangrijke voorwaarde is wel dat relevante voorzieningen op fietsafstand zijn. Deze opgave reikt dus verder dan mobiliteit alleen en maakt domeinoverschrijdende samenwerking noodzakelijk. 

Balanceren tussen bereikbaarheid en duurzaamheid

Uit de cijfermatige inzichten in de objectieve en subjectieve ontwikkeling van mobiliteit, blijkt dat de regio’s goed op weg zijn, maar dat er ook uitdagingen zijn. Inwoners zijn merendeels (nog) tevreden over de bereikbaarheid van de maatschappelijke voorzieningen in de regio, vooral als zij over een auto beschikken. De auto brengt dus veel, maar heeft ook negatieve gevolgen op veiligheid, gelijkheid, ruimtegebruik, gezondheid en het klimaat. De opgave is dus om de negatieve impact van de auto te verkleinen, zonder dat dit ten koste gaat van de feitelijke en ervaren bereikbaarheid van de regio’s.

Regionale samenwerking met zichtbare projecten

De regionale samenwerking en de gerichte (lokale) maatregelen vormen een belangrijke sleutel hierbij. Bijvoorbeeld door samen met enthousiaste inwoners per wijk of dorp te onderzoeken welke vorm van deelmobiliteit bij hen past en ze te begeleiden en te ondersteunen met advies en middelen voor een elektrische deelauto in hun eigen buurt. Of door ouderen te informeren over en te begeleiden bij het reizen met het ov en ze daarmee een stukje vrijheid en kwaliteit van leven terug te geven. Ook zijn de regio’s actief betrokken om meer integratie tussen het reguliere ov en het Wmo-vervoer te realiseren, samen met Omnibuzz (Wmo-vervoerder), Arriva (ov-vervoerder) en de provincie Limburg. 

Niet alle projecten hebben direct een grote impact, maar dragen dankzij de zichtbaarheid bij aan bewustwording. M&E maakt duidelijk wat werkt en niet werkt en geeft niet alleen zicht op de resultaten van de projecten die nú worden uitgevoerd. Het biedt ook waardevolle inzichten die helpen bij het vormgeven en bijsturen van toekomstige maatregelen.

Afbeelding 1: De bereikbaarheid van 
huisartspraktijken in Noord-Limburg per auto, fiets 
en ov
Afbeelding 2: Het percentage inwoners dat de 
bereikbaarheid (heel) goed vindt per voorziening in 
Midden-Limburg

[*] Links:

  1. Onderzoek Noord-Limburg:Trendsportal 

  1. Onderzoek Midden-Limburg: Midden Limburg Bereikbaar 

  1. Artikel PBL: https://www.pbl.nl/publicaties/beter-bereikbaar 

  1. Onderzoek Ecorys: Ecorys Insights_December 2023 FINAL 

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief