Lamar van Frederikslust is adviseur openbaar vervoer en inclusieve mobiliteit bij bureau Goudappel. Hoe kijkt hij naar de uitdagingen en kansen in het mobiliteitsbeleid voor het landelijk gebied? “Het is niet puur een kwestie van een tekort aan aanbod.” Het gaat om samenhang en samenwerken aan laagdrempelige, betaalbare maatwerkoplossingen.
Complexe mobiliteitsvraagstukken in het landelijk gebied
Volgens Van Frederikslust is een van de grootste uitdagingen in het landelijk gebied het creëren van samenhang tussen verschillende vormen van deelvervoer en het bestaande openbaar vervoer. “We zijn er nog niet in geslaagd om gedeelde vervoersopties te laten samenwerken als één geïntegreerd systeem”, stelt hij. Dit veroorzaakt knelpunten, vooral in dunbevolkte gebieden waar de vraag naar mobiliteit lager is.
Dit probleem wordt verergerd door een vicieuze cirkel waarin dalende reizigersaantallen leiden tot minder opbrengsten, wat vervolgens leidt tot lagere frequenties van het openbaar vervoer. “Deze trend maakt het steeds moeilijker om een aantrekkelijk aanbod te blijven bieden,” aldus Van Frederikslust. “Als de diensten minder frequent rijden, haken mensen af, en dat leidt dan weer tot verdere verschraling van het aanbod.” Het resultaat is een situatie waarin het steeds lastiger wordt om de bereikbaarheid te waarborgen zonder de kosten significant te verhogen.
Het doorbreken van de vicieuze cirkel
“De mensen die zich redden, die redden zichzelf wel,” stelt hij. “Met een eigen auto merk je niet veel van het probleem. Maar voor degenen zonder eigen vervoer, wat bied je hen aan als alternatief dat past bij hun behoeften? Hoe zorg je ervoor dat de mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer of deelvervoer, ook in minder dichtbevolkte gebieden, een passend en aantrekkelijk alternatief hebben?”
“En wie is verantwoordelijk voor het aanbieden van een passend mobiliteitsaanbod?” vraagt Van Frederikslust zich hardop af. “De provincie kijkt naar de bezetting van bussen: zitten ze vol of rijden ze leeg? Gemeenten daarentegen kijken meer naar de individuele behoeften van burgers, zoals Wmo-vervoer. Hier ontstaat soms een spanningsveld.” Hij noemt als voorbeeld een gemeente waar statushouders van locatie A naar B moeten reizen, maar waar de busverbinding niet aansluit op de tijden dat deze vraag er is. “Is dit nu een gemeenteprobleem of kan de provincie hierin een oplossing bieden?”
Flexibele vervoersoplossingen: kans of uitdaging?
Onderzoek naar flexsystemen toont vaak een daling in gebruik, mede door de extra drempels die deze systemen opwerpen, zoals het vooraf moeten reserveren van een rit. “Mensen willen een zorgeloze reiservaring, waarbij flexibiliteit een grote rol speelt. Als je vooraf een rit moet reserveren, ondermijnt dat het gevoel van flexibiliteit.”
Van Frederikslust vervolgt: “Het is niet altijd realistisch om iedereen een taxi aan te bieden tegen ov-tarieven. Zeker niet in dunbevolkte gebieden waar de vraag versnipperd is.” Toch ziet hij kansen in maatwerk, mits er goed wordt nagedacht over de bekostiging ervan. “Wie gaat het betalen en voor welke situaties is dit echt nodig? In sommige gevallen is het inderdaad een uitkomst, maar we moeten realistisch blijven over de kosten.”
Maatwerk als sleutel tot succes
Maatwerk lijkt dus essentieel voor het verbeteren van mobiliteit in landelijke gebieden. “Maar maatwerk maakt het duur en daar zit de uitdaging,” zegt Van Frederikslust. “Want moet je in elk dorp een hoogwaardige buslijn aanbieden, vooral wanneer veel mensen bewust kiezen om in een buitengebied te wonen en vaak zelf de middelen hebben om hun mobiliteit te regelen? In sommige gevallen is het gewoon niet rendabel om een buslijn aan te bieden, en moeten we naar andere oplossingen zoeken.”
Grenzen van publieke mobiliteit
Publieke mobiliteit is een beetje hét buzzword in mobiliteitsland. Terecht? Van Frederikslust: “Op papier kan er heel veel, maar in de praktijk blijkt het vaak complexer te zijn. Het combineren van ver schillende systemen, zoals Wmo-vervoer, lijkt een logische stap, maar het blijkt toch vaak ingewikkeld om te realiseren. Verschillende systemen, tijden en voorwaarden maken het voor de reiziger lastig om zich wegwijs te maken in het aanbod.” Toch blijft hij optimistisch over de kansen die er liggen: “We hebben te maken met grote uitdagingen, maar door meer samenwerking tussen partijen en maatwerkoplossingen kunnen we de mobiliteit in landelijke gebieden verbeteren.”