Openbare Ruimte vraagt om goeroes Managing Public Space
Beheren is vooruitzien. Dat is de missie, visie én de naam van de website waarop de nog prille Stichting Managing Public Space alle nieuws en activiteiten publiceert over een onbetwist noodzakelijke transitie van het vakgebied beheer. Beheer moet van sluitstuk, startpunt worden van ontwerp en van sectoraal tot integraal vakgebied ontwikkelen. Het beheer van riolering en openbaar groen, van (snel)wegen en trottoirs is niet meer los van elkaar te zien in een omgeving waar zich nu grote opgaven aandienen. In zo’n twee jaar tijd zijn voldoende ‘mensen en middelen’ bijeengekomen om afgelopen september de eerste academische onderzoeker aan te stellen en 15 maart te starten met de eerste pilot-mastercursus ‘Planning, ontwerp en beheer: transities in de openbare ruimte’ aan de Wageningen Universiteit in samenwerking met de Stichting MPS.
Door Nettie Bakker
“Dit resultaat in dit tempo zegt iets over de noodzaak en behoefte aan een transitie in het vakgebied beheer”, zegt Lindy Molenkamp, voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Managing Public Space (MPS). Een waaier aan urgente maatschappelijke opgaven, zoals circulariteit, energietransitie, klimaatadaptatie, digitalisering en ook nieuwe vormen van sociale en fysieke mobiliteit, moeten allemaal een plek vinden in de openbare ruimte. Waren nieuwe toepassingen vaak het terrein van ontwerpers, architecten en gebiedsontwikkelaars en kregen ze vorm in nieuwe gebouwen en gebieden, nu is juist de ingerichte openbare ruimte het gebied waar de maatschappelijke ambities tot uitvoer moeten komen, vaak slim gekoppeld aan het beheer en onderhoud wat toch al aan de orde is. Molenkamp: “Als je weet dat er in Nederland zo’n 5 procent nieuwe ontwikkelruimte is, tegenover 95 procent openbare ruimte ‘in beheer’, dan begrijp je dat het aan het vakgebied beheer is om tijdens de beheercyclus van wegen, kunstwerken, openbare verblijfsruimte en groen, te vernieuwen en te innoveren.”
Competenties
Voor die opgave hebben we niet alleen heel veel mensen nodig, maar ook mensen met nieuwe, integrale en academische competenties, zegt Ton Hesselmans, senior programmamanager bij CROW-partner MPS. Hij heeft binnen de stichting de functie van secretaris en onderhoudt niet alleen alle contacten met stakeholders, Bestuur en Raad van Toezicht, maar is ook lid van de promotiecommissie voor de eerste promovenda die intussen al haar eerste artikel heeft gepubliceerd [*].
Deze inzichten rond een transitie in het vakgebied ‘beheer’ vatten vlam in 2018 in de gemeente Almere, waar directeur Stadsbeheer Jaap Meindersma de bevindingen deelde van een ‘rondje Nederland’ door zijn collega, strategisch adviseur beheer Wiebe Oosterhoff. Beiden delen een achtergrond in stadsontwikkeling en verbaasden zich er gezamenlijk over dat de werelden van ontwerpers en beheerders zo uit elkaar getrokken zijn. En dat niet alleen. Alle aandacht, dat wil zeggen vakontwikkeling en regelgeving bleken gaandeweg verschoven naar nieuwe ontwerpen en ontwerpers. Oosterhoff: “Denk aan de wereldfaam van architecten als Rem Koolhaas.” Maar is een gebouw of gebied eenmaal opgeleverd, verslapt de aandacht en krijgt ‘beheer’ als opdracht om de functionaliteit te bewaken gedurende de gehele levenscyclus. Dat gaat goed zolang er tussentijds geen complexe functionele aanpassingen nodig zijn, maar die zijn er nu wel. De logische vervolgvraag is dan: is de wereld van beheer klaar voor de maatschappelijke vraagstukken van vandaag en morgen? ‘Nee’, vreesden Meindersma en Oosterhoff.
Academiseren
Wat te doen? Oosterhoff trok op verzoek van Meindersma het land in, sprak met allerlei overheden, bedrijven en organisaties, en ging samen met de zogenoemde Kopgroep Beheer van vijf gemeenten, met iAMPro, het netwerk voor assetmanagement en met CROW aan de slag met de voorbereidingen van Managing Public Space. Samen bedachten ze een structuur om het vakgebied beheer te professionaliseren door het te academiseren. Want op dit niveau bleek een werkelijk ontbrekend stuk van de puzzel te liggen, stelt Meindersma. Er is voor zover bekend geen internationale academische goeroe, geen leerstoel beheer. En daarmee geen nieuwe studenten en geen kennisontwikkeling.
Leerstoel
De voorbereiders van Managing Public Space zagen het groeipad al snel voor zich: een stichting oprichten die met steun van partners werkt aan een leerstoel Managing Public Space. Maar, aankloppen bij een universiteit en zeggen: doe mij een hoogleraar beheer, is niet hoe het werkt, herinnert Hesselmans zich. Toch zal die leerstoel ervan komen, helemaal van onderop. Met steun van intussen 25 partners en 1,6 miljoen euro ter beschikking, is het onderzoeksprogramma begonnen en start 15 maart de eerste van drie mastervakken die academische kennis onderwijzen aan studenten en tegelijkertijd aan professionals uit het vakgebied. Het eerste mastervak richt zich op ‘integrale benadering van planning, ontwerp en beheer van de openbare ruimte’ en leidt studenten en professionals op tot het ‘analyseren van de impact van transities in de openbare ruimte vanuit verschillende disciplinaire perspectieven’. Zodat zij in staat zijn ‘grensoverschrijdende competenties bijeen te brengen in een interdisciplinaire en transdisciplinaire context.’
Deze drie mastervakken worden gegeven door universitair geschoolde docenten en professoren onder leiding van associate professor Thomas Hartmann en assistent professor Marlies Brinkhuijsen aan de Landscape Achitecture and Spatial Planning groep van WUR. “Zo leiden we nu al studenten en professionals op als beheerder van de toekomst”, zegt Hartmann. En tegelijkertijd richten we een onderzoeksdiscipline in met promovendi. Naast WUR-promovenda Eva Duivenvoorden, begeleidt Hartmann ook verschillende zogenoemde ‘buitenpromovendi’ die werkzaam zijn in de beheerpraktijk. Dit zijn onder andere twee collega’s van Wiebe Oosterhoff, die intussen werkzaam is in Rotterdam. De een, Mozafar Said, richt zich op het effect van een integrale aanpak voor beheerders, terwijl Eline van Weerden de relatie ontwerp en beheer onderzoekt.
Versmelten
Zo ontwikkelt zich via de mastervakken en de onderzoeksactiviteiten langzaamaan een zelfstandig wetenschappelijk programma, met het doel om een leerstoel Managing Public Space in te richten. Wie zal de eerste goeroe beheer worden, die het vakgebied die status en aantrekkingskracht zal geven zodat de 95 procent aan openbare buitenruimte met voldoende kennis en expertise geschikt kan worden gemaakt voor vandaag en morgen? De Stichting MPS wacht het hoopvol af. Molenkamp: “We hebben al heel veel toppers in het vakgebied verzameld, die popelen om verder te gaan.” En Oosterhoff droomt al een toekomstbeeld, waarin “de kolommen Stadsontwikkeling en Stadsbeheer weer met elkaar versmelten. ”
Volg de ontwikkelingen op: www.beherenisvooruitzien.nl
[*] Paper Duivenvoorden, Eva; Hartmann, Thomas; Brinkhuijsen, Marlies; Hesselmans Ton (2020). Managing public space – A blind spot of urban planning and design.
Reactie plaatsen •