Van ruimte naar reisgedrag: de mens als middelpunt van de mobiliteitstransitie

maandag 23 december 2024

Foto: &Morgen

In de snel veranderende wereld van gebiedsontwikkeling heeft het creëren van leefbare en gezonde woonwijken prioriteit. Toch blijkt dat veel projecten zich beperken tot het verbouwen van de fysieke ruimte, zonder rekening te houden met het (beïnvloeden van) het reisgedrag van de gebruikers. Dit leidt vaak tot onbenutte mogelijkheden en inefficiënties die de beoogde duurzaamheid van de gebiedsontwikkeling ondermijnen. Tijd voor een andere blik. Waar de parkeernorm nu nog vaak bepalend is, willen we meer kijken naar de ‘mobiliteitsnorm’. Een frisse blik. Met het gedrag van de bewoners, oftewel de mens zelf als uitgangspunt.

De bewonersaanpak: betrek de bewoners actief bij de mobiliteitstransitie

Voor het programma Slim & Schoon Onderweg (S&SO) ontwikkelde &Morgen een bewonersaanpak. In dit programma werken partijen samen om te zorgen voor een bereikbare en schonere regio Arnhem-Nijmegen. Een van de doelen voor de aankomende jaren is 60.000 extra woningen te bouwen, dit betekent 90.000 extra inwoners. En dus ook een enorme mobiliteitsuitdaging. Met de bewonersaanpak kijken we naar het gewenste reisgedrag van de toekomstige bewoners en naar hun reisbehoeftes en -motieven. Zo blijkt uit onderzoek dat gemiddeld de helft van alle autoritten korter is dan 7,5 kilometer, en een derde zelfs korter dan 5 kilometer. Daarnaast hebben de verschillende type mensen allemaal weer andere reisbehoeftes; de een reist naar werk, de ander naar de sportschool, de een naar de supermarkt en de ander brengt zijn/haar kind naar school. De een stapt zonder na te denken in de auto, de ander doet alles op de fiets. Allemaal waardevolle informatie binnen een gebiedsontwikkeling en de invulling van een mobiliteitsplan.

Neem het reisgedrag, de behoeftes en de motieven van de bewoner mee in de ontwikkeling

Hoe? Dat kan in drie stappen.

  • Stap 1: Bekijk of de aanleiding reden geeft tot een bewonersaanpak. In het geval van het bouwen van een nieuwe woonwijk is dat altijd het geval.
  • Stap 2: Analyseer de doelgroep. Wie is de doelgroep? Hoe bewegen die zich? Waarom bewegen ze zich zo? Of waarom juist niet? Welke motivatie is er om hun reisgedrag te veranderen? En wat is hiervoor nodig?
  • Stap 3: Welke gedragsinterventies zijn nodig om het reisgedrag van de bewoners zo duurzaam en efficiënt mogelijk te laten verlopen? Welke mobiliteitsmiddelen horen daarbij? Denk hierbij bijvoorbeeld aan meer aanbod van deelvervoer (zowel commercieel als coöperatief), maar ook het kennismaken met deze nieuwe vorm van vervoer door informatievoorziening, testdagen en hulp bij de aansluiting in een coöperatie.

Uit de stappen volgt een mobiliteitsplan waarin staat beschreven welk mobiliteitsaanbod er wordt gerealiseerd en welke bijbehorende gedragsinterventies worden ontwikkeld. En er volgt een implementatieplan waarin staat beschreven hoe dit in de praktijk en tijd wordt toegepast.

Vanuit het reisgedrag van bewoners op zoek naar duurzame interventies

Heb je inzicht in het gewenste en gepaste reisgedrag van de bewoners? Kijk dan naar welke interventie leidt tot een duurzame manier van reizen. En ook welke type mobiliteitsaanbod daarbij hoort. Hieronder een aantal concrete voorbeelden.   

In een woonwijk nabij Zwolle is het reisgedrag van forensen onderzocht. Een groot deel van de inwoners fietst regelmatig, maar hoe kan de fiets nog prominenter en vaker gebruikt worden? Diepgaand gedragsonderzoek heeft geleid tot nieuwe inzichten die vertaald zijn naar capaciteit, motivatie en gelegenheid voor fietsgebruik. Met deze inzichten ontwikkelde &Morgen een set aan interventies die elkaar versterken en de kans op gedragsverandering bij de bewoners vergroot. Denk hierbij aan campagnes, maar ook e-bike testdagen en spaar-apps waarbij mensen een beloning krijgen voor hun gefietste kilometers.

In Utrecht is via Goedopweg probeertegoed voor deelmobiliteit verstrekt. In de wijken Utrecht Noord en Noordwest hebben ruim 2500 bewoners €40 reistegoed geclaimed om met een alternatief vervoermiddel te reizen tijdens de wegwerkzaamheden in de wijk. Een groot deel van de deelnemers gebruikt deelvervoer nu op regelmatige basis. De nameting liet zien dat kleine groep mensen erover denkt om zijn of haar (tweede) auto weg te doen of heeft dat daadwerkelijk gedaan.

Voor dezelfde Utrechtse wijken is een gedragsonderzoek uitgevoerd naar de motieven en barrières van fietsgedrag. Ondanks dat Utrecht een echte fietsstad is zagen we dat veel bewoners nog steeds regelmatig de auto pakt voor ritjes onder de vijf kilometer. Door een ‘cocktail’ aan fietsstimuleringsinterventies aan te bieden zien we dat we gewoontegedrag kunnen doorbreken. Denk hierbij aan het aanbieden van e-bike probeeraanbod, het plaatsen van meer deelbakfietsen en de inzet van een mobiele fietsenmaker tijdens een wijkfestival. Tot slot is er ook een fietsstimuleringsapp ingezet. Hierbij kunnen bewoners zelf fietsen voor punten, maar waar ook wordt ingezet op community building (“samen fietsen wij voor een gezamenlijk doel”).

Alleen met de juiste stukjes los je de mobiliteitspuzzel op

Nieuwe ontwikkelingen kunnen spannend zijn en soms onzeker aanvoelen. Toch biedt duurzame mobiliteit een fascinerende puzzel, waarin verschillende stukjes samenkomen om een groter geheel te vormen. Een cruciaal stukje in deze puzzel is het reisgedrag van de bewoners zelf. Door hen actief te betrekken en hun behoeften en motieven centraal te stellen, wordt de kans op een succesvolle mobiliteitstransitie vergroot. Want een transitie zonder het betrekken van de mens - of dat nu is door communicatie of het daadwerkelijk bij de hand nemen van mensen in het testen van iets nieuws – levert nooit het gewenste resultaat. Alleen door de combinatie van slimme infrastructuur en een focus op gedragsverandering kunnen we duurzame ambities voor onze steden werkelijk waarmaken.

 

 

 

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief