Niet méér, maar bestemmingsmanagement

Als directeur van het toerismebureau Veluwe Arnhem Nijmegen is Herre Dijkema verantwoordelijk voor de grootste toerismeregio van Nederland, dus ook voor het fietstoerisme in de regio. “Van oudsher waren we een beetje het reclamebureau van de regio, maar tegenwoordig zijn we steeds meer bezig met bestemmingsmanagement. Hoe krijgen we de bezoeker daar waar ruimte is en weg van de drukte? Het gaat niet meer over méér, maar over balans tussen inwoners, natuur en recreatie”, aldus Dijkema.

Het spreiden van fietsers, zowel over de beschikbare ruimte als in tijd, is een belangrijk streven van Dijkema. Corona heeft dat in een stroomversnelling gebracht, maar ook buiten coronatijd is fietsen wenselijk. Wat niet wenselijk is is dat alle fietsers op dezelfde tijd, op dezelfde plek fietsen. Het toerismebureau zet daarvoor diverse middelen in. “Zo hebben we twee bekende Gelderlanders gevraagd om twee minder bekende wandelingen te lopen, om mensen te inspireren ook eens op andere dan de voor hen bekende paden te wandelen.”

“Fietsen is steeds populairder. Het zijn niet alleen de wat oudere fietsers op de e-bike, maar ook jongere doelgroepen die vaker en langer fietsen. Wat we willen voorkomen is dat iedereen op zondagochtend over de Posbank rijdt. De toenemende populariteit van de fiets doet namelijk ook iets met de veiligheid op het fietspad. Verschillende snelheden naast elkaar, en fietsers met verschillende motieven om te fietsen, leveren een gevoel van onveiligheid en irritatie op. Mensen vinden dat lastig. Dat is ook een thema waar we over nadenken: hoe zorgen er ervoor dat mensen meer wederzijds begrip krijgen voor elkaars snelheid?”

Fietsers inspireren

Een middel dat Dijkema hiervoor inzet is thematische fietsroutes. “De wielrenners die hun rondje fietsen, bereik je hier niet zo snel mee. Maar wel de mensen die de fiets achterop de auto meenemen voor een lang weekend weg.” Deze themaroutes bieden een alternatief voor de knooppuntroutes en moeten toeristische fietsers inspireren eens een andere route te fietsen. “Denk daarbij aan de kastelenroute of de Hanzeroute. Ze bieden inspiratie en de infrastructuur ligt er doorgaans al.  We organiseren themalijnen, waarbij mensen op basis van een thema meer geprikkeld worden een bepaalde route te fietsen. We hopen dat mensen die infrastructuur ook gaan gebruiken.”

Functiescheiding

Een andere manier om de veiligheid voor verschillende soorten fietsers te waarborgen is het differentiëren in infrastructuur. “Ik denk wel dat je na moet denken over functiescheiding in infrastructuur”, stelt Dijkema. “Dat doen we deels ook al, met aparte MTB- en ruiterpaden. Als iedere fietser op het fietspad moet zijn, krijg je grote snelheidsverschillen, van de beginnende fietsers tot de fietser op de speed pedelec. Dat is best risicovol, daar moeten we wel over nadenken.”

“We stimuleren mensen om het RijnWaalpad te gebruiken, een snelle fietsroute. Op die manier neemt de drukte op de autoweg af. Houd er dan als verkeerskundige wel rekening mee dat drukte toeneemt, dus zorg ervoor dat fietsers ook veilig gebruik kunnen maken van het fietspad.”