Arnhem staat vol op de pedalen

Roeland van der Zee is wethouder in Arnhem met onder andere duurzame mobiliteit in zijn portefeuille. Samen met Martijn te Lintelo, senior bestuursadviseur van de wethouder op het gebied van mobiliteit met de bereikbare binnenstad als speerpunt, schetsen we de toekomst van de fiets in de regio.

Marcel Slofstra

“We zien veel ontwikkelingen rondom het gebruik van de fiets”, vertelt Van der Zee. “De belangrijkste daarvan is toch wel de brede inzet en acceptatie van de elektrische fiets. Vroeger stelden we weleens dat Nijmegen een fietsstad was, en Arnhem een busstad, omdat het terrein hier meer geaccidenteerd is. Met de e-bike is dat geen bezwaar meer. Ook de toename van fietsvarianten zoals bakfietsen, tandems en vrachtfietsen valt op en heeft onze aandacht.” Te Lintelo: “Zeker het afgelopen jaar zien we dat fietsen, en dan vooral de e-bike, eigenlijk niet aan te slepen zijn en een enorme groei hebben doorgemaakt.”

Arnhem kent de Accentnota Fiets, een document vol ambitie om fietsen te stimuleren en te faciliteren. Van der Zee: “De ambities zijn groter dan de middelen, dat hoort ook zo. Als we iets echt belangrijk vinden, dan moeten we middelen zien te vinden. Dat gaat verder dan alleen het faciliteren van de fietser in de stad. Ook snelle regionale fietsverbindingen staan hoog op de agenda, regioverbindingen die ook door de stad gaan.”

“Het centrumgebied heeft daarnaast ook onze aandacht. We willen dat het aantrekkelijk is om met de fiets naar het centrum te komen. Dan moet je wel zorgen voor aantrekkelijke fietsparkeervoorzieningen. Ook een partij als de NS is daar veel aan gelegen, met de ligging van het centraal station in de stad. Het station moet niet alleen goed per fiets bereikbaar zijn, de reiziger moet ook veilig en comfortabel zijn fiets kunnen parkeren. Dat geldt niet alleen voor de treinreiziger, maar voor alle fietsers naar de stad. Als je je fiets niet goed ergens netjes kwijt kunt, krijg je aan de ene kant verrommeling van het straatbeeld door foutgeparkeerde fietsen, en aan de andere kant mensen die dan liever niet meer met de fiets komen”, aldus Van der Zee.

De wethouder is er veel aan gelegen om de stad aantrekkelijk te houden. Van der Zee: “Weesfietsen laten we weghalen, dat is een typisch Nederlands probleem. Weesfietsen nemen nodeloos ruimte in die beter benut kan worden. We zijn ook een pilotproject gestart met fietsvlonders. Dan komt er een fietsvlonder met fietsenrekken op een parkeerplaats te staan. Fietsen mag niet leiden tot verrommeling. Misschien heeft in het verleden de fiets te weinig aandacht gehad, terwijl er wel veel verdichting in de stad plaats heeft gevonden. Daar spelen we nu wel op in, bijvoorbeeld met fietsparkeernormen voor nieuwbouwprojecten. Eyecatcher van het nieuwe beleid is een nieuwe inpandige fietsenstalling bij de binnenstad als onderdeel van de HUB Rozet.”

“We moeten het wel samen doen,” besluit Te Lintelo. “Efficiënte voorzieningen en goede fietsmaatregelen zijn kostbaar. Dat doen wel heel graag met partners in de regio. Het pas gepresenteerde Nationaal Toekomstbeeld Fiets biedt dan ook mooie kansen, die aansluiten bij het beleid van de gemeenten en provincie.”