Het Centraal Planbureau publiceert het rapport 'De effecten van fietsinfrastructuur op wonen, werken en reizen', en laat daarin zien hoe veranderingen in infrastructuur niet alleen verkeersstromen, reisgedrag en -tijden beïnvloeden, maar op de langere termijn ook bepalend zijn voor waar mensen wonen en werken. De grootschalige aanleg van comfortabele vrijliggende fietspaden heeft gezorgd voor meer woon-werkverkeer per fiets en compactere steden - als fietsen een realistische optie is, gaan mensen dichter bij hun werk wonen, of dichter bij huis werken. Daarmee reist de beroepsbevolking als geheel minder kilometers. De plek die fietspaden innemen in de stad zorgt niet voor vertragingen voor autoverkeer.
CPB: Investeren in fietspaden lokt automobilist uit de auto
![](/sites/default/files/styles/max_500/public/2025-02/shutterstock_2193414637_1.jpg?itok=isBofHNd)
Foto: Shutterstock
Het onderzoek van het CPB laat zien dat dankzij de aanleg van vrijliggende fietspaden het aandeel fietsers in het woon-werkverkeer is gestegen van rond de 20% naar 25%.In harde cijfers: dat is een toename van 350 duizend fietsers. Het gaat dan vooral om automobilisten die zijn overgestapt op de fiets voor woon-werkverkeer.
Compacte steden
De fietspaden leiden ook tot compactere steden voor wonen en werken. Op lange termijn zorgt de aanwezigheid van fietspaden voor een gemiddeld zes procent kortere woon-werkafstand, gemeten over alle vervoermiddelen. Daarnaast brengen fietspaden en hogere bevolkingsdichtheden in en rond steden met zich mee. Als fietsen aantrekkelijker wordt, gaan werkenden gemiddeld dichter bij hun werk te wonen of dichter bij hun woning werken en reist de beroepsbevolking als geheel minder kilometers.
Geen opstoppingen
Het vervangen van rijstroken door fietspaden leidt in stedelijk gebied tot een afname van de wegcapaciteit voor auto’s, omdat de ruimte voor infrastructuur hier schaars is. Het aantal automobilisten neemt echter ook af, doordat meer mensen de fiets nemen, omdat fietsen – door de fietspaden - aantrekkelijker wordt. Deze twee effecten heffen elkaar gemiddeld genomen op.
Hogere fietssnelheid
Een verdere verhoging van de fietssnelheid leidt tot compactere steden en minder files, met name omdat forenzen overstappen van de auto naar de fiets. De fietssnelheid kan stijgen door toenemend gebruik van elektrische fietsen en door maatregelen die fietsers meer prioriteit te geven in het verkeer, bijvoorbeeld bij verkeerslichten. Wel is het mogelijk dat deze maatregelen de verkeersveiligheid beïnvloeden.
Bepalende factor
Onze resultaten illustreren hoe veranderingen in infrastructuur niet alleen verkeersstromen, reisgedrag en -tijden beïnvloeden, maar op de langere termijn ook bepalend zijn voor waar mensen wonen en werken. Veranderingen in fietsinfrastructuur leiden tot aanzienlijke verschuivingen in waar mensen en bedrijven zich vestigen, en in de vierkantemeterprijzen van woningen en kantoren. Dit komt doordat elk individu diens keuzes voor wonen, werken en reizen in samenhang maakt - iemand kijkt bijvoorbeeld naar reistijd tussen mogelijke woonplekken en het werk.
Collectieve effecten
Ten tweede hebben deze individuele keuzes ook collectieve effecten. Als bijvoorbeeld veel mensen kiezen om in een bepaalde buurt te wonen, stijgen daar de huizenprijzen. Zo kunnen deze langetermijneffecten met verschillende beleidsterreinen raakvlakken hebben, waaronder mobiliteitsbeleid en woningmarktbeleid
Lees hier het hele rapport (CPB).