Deskundigen bij dossier Fiets

Op deze pagina: 

• Ben Immers
• Ton Hendriks
• Stefanie de Hair-Buijssen
• Jos Sluijsmans
• Niels Bark

Ben Immers, TrafficQuest en emeritus hoogleraar Transport, Infrastructuur en Logistiek, TU Delft

Er is nog genoeg werk aan de winkel
Een goed stedelijk fietsnetwerk, zo weten we, kenmerkt zich door samenhang in het hiërarchisch opgebouwde netwerk. Verder houden fietsers niet van omwegen en ook niet van VRI’s. Bij grotere snelheidsverschillen met het overige verkeer, leggen we fietspaden vrijliggend aan. En ook krijgen fietspaden meestal een andere kleur want dat maakt conflictzones goed herkenbaar, hoewel het kleurtje nogal eens ontbreekt op kruispunten terwijl het daar nu juist het hardst nodig is.

Maar er is meer nodig. Nederland is nooit af en dat geldt zeker voor het fietspadennetwerk. Een opgave die zich nu aandient betreft de uitbouw van voorzieningen die de multimodale reis (fiets-OV en fiets-auto) optimaal ondersteunen. Denk aan veilige en comfortabele stallingmogelijkheden bij OV-haltes en, bij belangrijke overstappunten zoals P+R Plus-stations, ook aan mogelijkheden om fietsen te huren (net als bij het spoor). Een tweede opgave betreft de ondersteuning van (het gebruik) van de elektrische fiets. Denk aan oplaadstations, maar ook, omdat veel ouderen gebruik maken van de elektrische fiets, aan het ‘verzilveren’ van het fietspadennetwerk.

Waar we ten slotte over na moeten denken is hoe we het fietsen aantrekkelijk kunnen maken in minder gunstige situaties, zoals bij regen of in het donker op onveilige routes. Vaak wordt dan voor de auto gekozen in plaats van voor de fiets. Kortom, er is nog genoeg werk aan de winkel.


Ton Hendriks, verkeerskundige bij de ANWB 

De fiets houdt de stad in beweging
In stedelijke gebieden is de fiets hét vervoermiddel om ergens op tijd te komen. De fiets is snel, gemakkelijk, overal te parkeren, gezond en milieuvriendelijk. Velen hebben de voordelen intussen ontdekt: de fietspaden puilen uit. We zijn toe aan nieuwe concepten zoals de fietsstraat, en gebouwde stallingsvoorzieningen, als erkenning van de positie en rol van de fiets. 

De files op de snelwegen zijn de afgelopen jaren korter geworden. Dat  lijkt leuk voor de gebruikers , maar vaak ligt de bestemming niet langs een snelweg. Voor de bereikbaarheid van bestemmingen in stedelijke gebieden biedt de ketenverplaatsing serieuze mogelijkheden. Een overstap aan de rand van de stad, van auto op ov of een overstap van auto op de fiets, kan de typische stedelijke problemen helpen verminderen.  Met voordelen voor de individuele mobilist en voor de maatschappij. De ANWB zet zich al jaren in voor P+R en voor P+R Plus, als een goed alternatief voor een reis per auto. Park en Bike staat relatief in de kinderschoenen. Toch liggen hier naar overtuiging van de ANWB, nog betere perspectieven getuige de bovengenoemde kwaliteiten van de fiets in de stad. 


Stefanie de Hair-Buijssen, research scientist Integrated Automotive Safety TNO

Adviessystemen waarmee ouderen veiliger kunnen fietsen
Terwijl het aantal verkeersdoden in Nederland afneemt, neemt het aantal fietsdoden en zwaargewonden licht toe. In Nederland alleen al worden jaarlijks 8000 fietsers na een ongeval in het ziekenhuis opgenomen. Met een toenemend aantal fietsers (door introductie elektrische fiets en  vergrijzing) is dit een zorgwekkend gegeven, dat we moeten aanpakken. Fietsen is gezond en een goede manier om congestie te voorkomen en dat moet niet door onveiligheid worden belemmerd.

Statistieken laten zien dat bij 80 procent van de dodelijke fietsslachtoffers een auto betrokken is. Slimme technologische ontwikkelingen op/aan de auto, zoals een airbag over de voorruit van de auto en een automatische rem systeem voor voetgangers en fietsers, zijn effectieve middelen om het aantal fietsdoden significant te verlagen (www.savecap.org). Als we kijken naar het aantal zwaargewonden dan is het aantal enkelzijdige ongevallen met ouderen zorgwekkend. De ontwikkeling van een adviessysteem, gebaseerd op kennis uit de auto-industrie, waarmee ouderen veiliger en comfortabeler kunnen fietsen is een veel belovende oplossing. Binnen het project ‘veilig en bewust op de fiets’ zijn TNO en partners dit adviessysteem aan het ontwikkelen (www.veiligenbewustopdefiets.nl). Samen met andere maatregelen als infrastructurele aanpassingen, scholing en beleid kunnen deze innovaties zorgen voor een veiliger fietsland Nederland.


Jos Sluijsmans, Cargo Bike

Bakfietsen in het goederenvervoer: dit is nog maar het begin 

De opmars van bak- en transportfietsen in Nederland en de rest van Europa moet sterker gestimuleerd worden. Immers, bakfietsen vormen een eigentijdse, duurzame en positieve oplossing voor de overlast van auto's, parkeerproblemen en CO2-uitstoot

Volgens deskundigen kan 40-60 procent van de goederen in de binnensteden bezorgd worden door bakfietsen. Het gaat niet alleen om bevoorrading van winkels, maar zeker ook om serviceverlening aan consumenten door de bezorging van aankopen aan huis of naar de auto. Steeds meer grote bedrijven, zoals DHL Express, zien in dat ‘last mile’-vervoer met bakfietsen, schoner, efficiënter en goedkoper is. DHL heeft in 15 Nederlandse steden 35 bestelbusjes vervangen door bakfietsen. Het bedrijf bespaart daarmee jaarlijks 140.000 kg CO2-uitstoot en een aanzienlijk bedrag op operationele kosten. De gemeente Delft werkt samen met FietsXpress en PostNL om een deel van het stedelijke goederenvervoer per bakfiets te verzorgen. En in Nijmegen zien we dat de investeringen in snelfietsroutes voor het woon-werkverkeer ook bijdragen aan efficiëntere verbindingen voor de fietskoeriersdiensten. Dit is nog maar het begin.

Tijdens het International Cargo Bike Festival op 12 en 13 april 2014 in Nijmegen praten we met deskundigen en betrokkenen over de potentie en het belang van de inzet van bakfietsen en genieten we samen van vele oude en nieuwe bakfietsen die daar gepresenteerd worden. Wees welkom!


Niels Bark, Sales & Marketing Manager VANMOOF

Stadsfiets moet functioneel én mooi zijn

''We like bikes/and we like you/and the rest of the world/to ride bikes/and like them too’.  Deze intro op vanmoof.com omvat treffend waar wij voor staan. Ons uitgangspunt:  we maken een simpele en toegankelijke stadsfiets. We leggen onze focus op alle grote steden in de wereld,  willen in het buitenland laten zien hoe fijn fietsen is.  Tegelijk gaan we de strijd aan met de auto, die in veel delen van de wereld nog een echt statussymbool is. Daarom maken we fietsen die praktisch maar ook mooi zijn. En betaalbaar, net zo belangrijk om mensen aan het fietsen te krijgen.  

Het archetype fiets bestaat niet, over een paar jaar zien onze fietsen er weer anders uit. Wij geloven ook in het vinden van oplossingen voor problemen waardoor mensen de fiets laten staan. Fietsdiefstal en vernieling bijvoorbeeld, dat weerhoudt mensen ervan een fiets te kopen.  Dus wat moet niet op een fiets zitten en wat juist wel? Ingebouwde verlichting is noodzakelijk en aan de buitenkant van de fiets mogen geen kabels zitten. De fiets moet zogezegd  ‘hufterproof’ zijn.  Het slot valt daarom helemaal weg in het frame. En we bouwen GPS in op steeds wisselende plekken.  Een dief komt er dus letterlijk en figuurlijk niet zomaar mee weg.’

‘Al ons budget stoppen we in de ontwikkeling van onze fietsen. Ons marketingbudget is nul, we moeten het hebben van mond-tot-mond reclame en uiteraard van internet. We staan op het punt een e-bike op de markt te brengen, de lancering staat gepland voor april 2014. De VANMOOF 10 Electrified is een intelligente stadsfiets, met het uiterlijk van een ‘gewone’ hippe fiets. ‘Voor de fiets  gebruiken we technieken uit de auto-industrie en combineren we GPS-tracking met smart power control en een geïntegreerde, lichtgewicht batterij. Een groep pioneers – echte stadsfietsers – is de e-bike nu aan het testen.’ Dat VANMOOF luistert naar de wens van de klant, blijkt wel uit de fiets die het bedrijf voor Japan heeft ontwikkeld. Een kleinere fiets, met een draaibaar stuur en inklapbare trappers. ‘De ‘Hollandse’ fiets bleek veel te groot voor Japanners!’

terug naar dossier Fiets

 
Auteur: Margriet Verhoog