Fietsen op Zuid: resultaten 3 jaar gebiedsgerichte fietsstimulering
Verschillende organisaties hebben drie jaar lang op Rotterdam Zuid geëxperimenteerd met een gebiedsgerichte aanpak om fietsgebruik te stimuleren. Er is voor Zuid gekozen omdat in deze wijk het fietsgebruik met 45 procent zo’n 10 procent procent lager ligt dan in de rest van de stad. Fietsen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van vervoersarmoede en het verbeteren van sociaal en fysiek welzijn. Tevens heeft ‘fiets’ een belangrijke plek in het verwezenlijken van verduurzaming en vergroening van de stad.
Rotterdam had de ambitie om Fietsstad 2018 te worden. Deze ambitie heeft als katalysator voor het gebiedsgerichte programma Fietsen op Zuid gefungeerd. Tijdens het programma is op verschillende manieren fietsstimulering op de agenda gezet, met name gericht op lagere-inkomensgroepen die vooral veel baat bij toegang tot en gebruik van de fiets kunnen hebben.
Het programma is een samenwerkingsverband tussen DRIFT, HugoCycling, HumandKind en Sezer, samen met en in opdracht van de gemeente Rotterdam. In de periode 2016-2018 zijn pilots uitgevoerd en is een breed netwerk opgebouwd. Hierbij zijn partners samengebracht, strategieën verankerd, is een aanpak op scholen ontwikkeld, zijn interventies ontwikkeld en fietslessen voor vrouwen met een migratie-achtergrond.
Positieve houding noodzakelijk
Het proces resulteerde in een rapport om te laten zien wat er geleerd is van het project. Fietsveiligheid, fietsbezit, fietsvaardigheid en een positieve houding ten opzichte van fietsen blijken cruciaal. Er is niet alleen aandacht nodig voor fietsinfrastructuur, maar ook voor sociale programmering. Denk hierbij aan fietsambassadeurs en rolmodellen. Om kinderen op de fiets te krijgen én te houden is ouderbetrokkenheid op lange termijn cruciaal.
Vervoersarmoede
Om vervoersarmoede te bestrijden moet fietsen op de agenda staan van organisaties die direct in contact staan met de doelgroep. Deze doelgroep is lastig te bereiken door organisaties of programma’s op afstand. Organisaties die direct contact met de doelgroep hebben – Voedselbank, UWV, et cetera – kunnen het beste actief betrokken worden bij fietsstimulering. Daarvoor zijn middelen bij deze organisaties noodzakelijk.
Stadsbreed en domeinoverstijgend
Door een stadbrede alliantie wordt fietsen op verschillende plekken en door verschillende personen gestimuleerd, zodat de boodschap voor een breed publiek toegankelijk is. Voor een programma zoals Fietsen op Zuid is (beleids)domeinoverstijgend denken en handelen van zowel ambtenaren als externe partijen van belang. Dit kan gerealiseerd worden door een integraal ‘aanjaagteam’ op te tuigen
Doelstellingen
Fietsen heeft een hefboomfunctie voor stedelijke transities en in het bereiken van doelstellingen op het gebied van vergroening en welzijn. Samenwerken met lokale organisaties en sleutelfiguren is cruciaal om de gestelde doelen te behalen. Fietsen op Zuid kent als doelgroep voornamelijk mensen in armoede of een isolement, die afhankelijk zijn van hun directe omgeving. Fietsstimulering moet vanuit deze omgeving plaatsvinden.
Aanbevelingen
Enkele aanbevelingen uit het project: maak schoolomgevingen fietsvriendelijk, zet vervoersarmoede op de agenda, maak deelfietsen toegankelijk voor lage inkomens, geef fietsen prioriteit in nieuwbouw- en herstructureringsprojecten, laat kinderen in groep 7 fietsexamens afleggen, ontwikkel ‘fietsplekken’ voorzien van stalling en educatie, bestrijd fietsendiefstal, en koppel fietsstimulering aan mobiliteitsgeluk. Richt ook een multidisciplinair team in om overzicht te houden en mensen te verbinden.
Resultaat geboekt
Meer dan 500 vrouwen hebben leren fietsen, en 100 jongeren hebben nu toegang tot een eigen fiets. Twee praktijkscholen op Zuid hebben een fietswerkplaats. De gemeente Rotterdam neemt de aanbevelingen over om alle basisschoolkinderen over drie jaar fietsexamen te laten doen, neemt vervoersarmoede over als agendapunt en richt een fietsalliantie op om de fietsvisie te realiseren.
Reactie plaatsen •