Tunnelvisie bij geleidelijnen
“Ik ben 24 jaar geleden gestart met TG Lining, destijds vooral gefocust op geleidevoorzieningen in de openbare binnenruimte”, vertelt Tamar Grahmbeek van TG Lining. “We maken de openbare ruimte toegankelijk voor mensen met een visuele beperking, dat doen we in de hele cyclus van advies tot productie in binnen- en buitenruimte. We denken mee met vormgevers, ook over inspectie en onderhoud.”
De vader van Grahmbeek is ooit gestart met onderzoek. “Waarom gebruiken we rubber tegels en betonnen golfreflextegels? Daarvoor werkten we veel samen met mensen met een visuele beperking om uit te zoeken waar maatregelen aan moeten voldoen. Welk contrast is nodig om zaken goed op te laten vallen voor slechtzienden, hoe moet dat voelen onder de voet en met de taststok? TNO deed daar mondiaal onderzoek naar, dat bleek heel waardevol. Het liefste maken we het hele planproces mee, van de hulpvraag van de gemeente tot de uitvoering en controle. Nu merk je dat we toch vaak ergens in een bestaande situatie instappen en dan niet meer het meest optimale kunnen realiseren.”
Botsende belangen
“Als je kijkt naar geleidelijnen, dan zijn daar botsende belangen. Een geleidelijn op een onhandige plek zorgt voor trillende rollators en rolstoelen. Het is zaak om ervoor te zorgen dat geleidelijnen zo aangelegd worden dat diverse maatregelen elkaar versterken in plaats van elkaar in de weg zitten. Je wilt voor iedereen de openbare ruimte optimaliseren. We voegen nog te weinig samen om tot een totale toegankelijkheid te komen. Dat is natuurlijk ook maatwerk op elke nieuwe locatie, en gaat niet alleen om mensen met een beperking maar bijvoorbeeld ook om ouders met een kinderwagen.”
“Er is soms sprake van een soort tunnelvisie. ‘Ik moet voor de rolstoelers zorgen voor een bepaalde helling’, en voor de visueel gehandicapte weer voor een voelbare rand. Je kunt het wat dat betreft nooit voor iedereen perfect doen, voor een hele specifieke gebruiker is het nooit het ideaalplaatje. Ontwerp in publieke ruimte is nu eenmaal niet geheel maakbaar. Ga als gemeenten dan ook in gesprek met belangenbehartiging en platforms van ervaringsdeskundigen. Ga samen in gesprek, overleg en kom samen tot een oplossing voor een zo groot mogelijke groep gebruikers.”
“Denk niet vanuit je eigen eilandje. Een geleidelijn is ook niet overal haalbaar, maar denk wel vanuit de gebruiker. Als bij een winkelcentrum geleidelijnen maar even buiten de luifels van de winkels geplaatst worden, loop je als blinde of slechtziende dus al snel in de regen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Durf in dat soort gevallen af te wijken van de richtlijnen om tot een acceptabele oplossing te komen.”
Houd de lijn vrij
“Mensen moeten zich er bewust van zijn dat een geleidelijn vrij moet blijven, of dat nu een aangelegde lijn is of een natuurlijk voorkomende gidslijn”, stelt Grahmbeek. “Daarvoor kan de blauwe ‘houd de lijn vrij’- tegel ingezet worden, maar dan moet het publiek wel weten wat de tegel betekent en waarom die er ligt. Bij oplevering moet daar ook duidelijker over gecommuniceerd worden, zodat bewoners van een buurt ook weten wat de bedoeling is en waarom het zo belangrijk is de ruimte toegankelijk te houden. Gemeentes kunnen daar een rol in spelen.”
“Toegankelijkheid gaat ook om de hele keten, van beleid tot ontwerp, aanleg en onderhoud. Daar gaan nog weleens dingen mis, die dan weer gerepareerd moeten worden. Je kunt het ook nog zo mooi aanleggen, als bij beheer dan een prullenbak of een paal op de route gezet wordt, is dat niet handig.”
Tamar Grahmbeek, TG Lining
Reactie plaatsen •