Benader mobiliteit als basisrecht
We moeten toe naar een andere benadering van mobiliteit. Waar mobiliteitsbeleid nu nog vaak het domein is van ingenieurs, techneuten en economen, zou ik graag zien dat we de komende jaren vanuit een meer sociaal vertrekpunt naar mobiliteit kijken. Nodig is een mobiliteitsbeleid waarin niet het materieel en de technische oplossingen, maar de mens centraal staat.
De letterlijke betekenis van mobiliteit is ‘de beweeglijkheid of het gemak waarmee iemand zich verplaatst’. Het gemak waarmee iemand zich kan verplaatsen, zou voor mij de basis moeten vormen van het mobiliteitsbeleid voor de komende jaren. Dit zou de rol van de overheid bij mobiliteit veranderen: van een primair faciliterende rol naar een rol waarbij mobiliteit niet alleen wordt gefaciliteerd, maar de overheid er ook zorg voor draagt dat iedereen binnen redelijke tijd, moeite én betaalbaar op de bestemming kan komen. Een mobiliteitsbeleid waarin niet het materieel en de technische oplossingen, maar de mens centraal staat.
Naar een basisrecht
Het feit dat mobiliteit niet voor iedereen goed geregeld is, komt doordat mobiliteit (in contrast met bijvoorbeeld onderwijs of huisvesting) niet als ‘basisrecht’ wordt gezien. De doorstromingsproblematiek en de gevolgen daarvan worden goed in kaart gebracht, technische oplossingen aangedragen, maar de mens achter de modellen wordt vaak vergeten. Terwijl mobiel zijn fundamenteel is om in de samenleving van nu te kunnen deelnemen en volwaardig mee te doen.
De 5 B’s
Om werk te maken van inclusieve mobiliteit – mobiliteit als basisrecht – moeten we de 5 B’s aanpakken: betaalbaarheid, beschikbaarheid, bruikbaarheid, begrijpelijkheid en de beleving. Het is van belang dat we de ambtelijke organisatie meer met elkaar verbinden. Domeinen als Wmo, kennis en ov horen bij elkaar. Weet welke halten toegankelijker moeten worden gemaakt (bruikbaarheid). Laat hulpmiddelen opvolgend en aanvullend op elkaar zijn, zoals in Amsterdam en omgeving de Haltehulp en OV-coach dat zijn (beleving en begrijpelijkheid). Ken de plekken waar vervoersarmoede heerst op het vlak van financiële middelen bij de beoogde gebruikers én op het vlak van aanbod (beschikbaarheid en betaalbaarheid).
Blauwdruk
De kennis op microniveau opgedaan, kan de blauwdruk zijn voor een landelijke basisformulering bereikbaarheid die we nodig hebben om het mobiliteitsbeleid een meer sociaal vertrekpunt te geven. Mobiliteit als basisrecht: klein(er) beginnen is groot winnen.
Egbert de Vries, bestuursvoorzitter Vervoerregio Amsterdam
Was het maar zo makkelijk! Je verhaal klinkt op het oog goed (de 5 B's vormen een mooi afvinklijstje voor bestuurders en projectleiders), maar is ook wat gratuite. Nederland is te complex voor eenvoudige oplossingen als 'basisrecht'. Aan alle mobiliteitsbesluiten gaat een bredere belangenafweging vooraf. Door mobiliteit tot een basisrecht te verheffen, zeg je tussen de regels door ook: 'Dan kunnen we het tenminste afdwingen!' Zo eenvoudig is het niet. De voorbeelden van basisrechten die je geeft, onderwijs en huisvesting, zijn bij uitstek voorbeelden waarbij dat recht niet zo 1 2 3 in de praktijk is gebracht. Draagvlak, begrip, op tijd beginnen en met elkaar meedenken, daar komt het in de praktijk altijd op neer.
De beste 'andere benadering van mobiliteit' is wat mij betreft vooral om de auto niet leidend te laten zijn. Maar dat is een heel ander verhaal.
Ingediend door Koen Peeters op do, 05/05/2022 - 14:35
Ook in afgelegen gebieden heeft men elk uur recht op een busdienst naar een centraal knoppunt van OV (Waaraan men tegenwoordig een nieuwe naam wil opdringen n.l. de Hub.) Vooral ouderen zien er op tegen om OV busdiensten te moeten gaan bestellen via telefoon en of smartphone. Men heeft daarbij te weinig oog voor werkenden in ploegen diensten en industrie terreinen worden nauwelijks bezocht door lijndiensten. Door aanbesteding is vooral het bus OV bijna volledig uitgekleed.
Ingediend door H.F.M. Reuling op ma, 09/05/2022 - 18:41
Goed betoog. Als basis werken de vijf B’s (simpel) maar … heel goed om de gedachtes naar mobiliteits’transitie’ te ordenen. Als je focust op de beweging bij de individuele verplaatser zou bijvoorbeeld ‘het vermeende recht op behoud van snelheid’ bestudeerd moeten worden. Want daardoor ontstaan de gevaarlijke en dus onwenselijke conflicten bij het samenvoegen van verkeersstromen. (Denk aan ‘auto te gast-inrichting).
Ingediend door Wilbert op di, 10/05/2022 - 13:27
Reactie plaatsen •