Fons Jurgens: 'Ik droom….'

Aan het woord is Fons Jurgens, voorzitter Raad van Bestuur van de Efteling. Hij wordt, als het om de mobiliteit van bezoekers en medewerkers gaat, bijgestaan door Wyke Smit, manager bestuurlijke zaken. Jurgens houdt zich met name bezig met de vraag hoe de Efteling over 65 jaar nog steeds attractief kan zijn voor duizenden medewerkers (zo’n 3000 medewerkers in 2017) en ook dan miljoenen bezoekers per jaar kan verwennen, zonder overlast voor de omgeving.  

Het mobiliteitsplaatje voor de Efteling ziet er in grote lijnen als volgt uit: de meeste bezoekers komen met de auto, maar hebben wel een bezetting van gemiddeld 3,8 personen per auto. ‘Dat is op zich efficiënt, zegt Jurgens, ‘maar vergt alsnog de nodige parkeerruimte. Op topdagen ontvangen we zo maar 22.000 bezoekers. Helaas heeft de Efteling geen treinstation, wel een busverbinding vanuit Den Bosch en Tilburg. Ook hebben we een groot aantal abonnementhouders die voornamelijk in een straal van 30 kilometer rond Kaatsheuvel wonen.’

Zelfrijdende auto's
‘Mijn droom voor de toekomst, zeg 2030, is dan ook van zelfrijdende auto’s die via een grote rotonde voor de ingang, op een goede Kiss en Ride plek, mensen afzetten en doorrijden om anderen te gaan halen. Daarnaast stel ik me voor dat er veel meer medewerkers en bezoekers op een snelle fiets zullen komen. Beide droombeelden acht ik realistischer dan dat er een treinstation op Kaatsheuvel komt. Daarom sorteren we voor op de zelfrijdende auto en op de fiets.’

Jurgens vond inspiratie voor zijn ideaal in San Francisco. ‘Ik sprak er met de Chief Information Officer (CIO) van de stad Palo Alto in het hart van Silicon Valley. Hij denkt al niet meer in investeringen in parkeerplaatsen, maar aan rotondes waar mensen worden afgezet en auto’s (zelfrijdend) op afstand gaan parkeren. Ik geef toe dat ik eraan gewend ben om een eigen auto te hebben, maar die hoeft niet per se hier acht uur lang op de parkeerplaats te staan. Ik geloof daarom in het delen van auto’s.’    

Comfortabele fietsroute
Op de ontwikkeling en het gebruik van zelfrijdende auto’s hebben Jurgens en Smit misschien minder directe invloed, maar op de aanleg van een comfortabele aanfietsroute des te meer, naast het beter benutten van de huidige weginfrastructuur.

Jurgens: ‘Samen met de provincie en de gemeente Loon op Zand (waar de Efteling en Kaatsheuvel onder vallen) werken we aan betere doorstroming van de N261 naar de Efteling. We spreken nu over de mogelijkheid van wisselstroken op de Europalaan (Vanaf de N261 naar de Efteling): ’s ochtends 3 rijstroken naar het park toe en 1 rijstrook voor de andere richting en ’s avonds andersom.

En dan de mogelijkheden van de snelfietsroute Tilburg-Waalwijk die nu in wording is. Jurgens: ‘Momenteel komen er zo’n 600 van onze  medewerkers vanuit Tilburg naar de Efteling, 400 vanuit Loon op Zand en 200 vanuit Waalwijk. Met de komst van deze snelfietsroute zou de (e)fiets voor hen een comfortabel alternatief voor de auto kunnen zijn. We hebben nu al goede voorzieningen voor fietsers zoals douches en een reiskostenvergoeding voor gemaakte kilometers ongeacht of je met de auto of de fiets komt. Als deze snelfietsroute er eenmaal ligt, kunnen we zeker meer mensen verleiden om op de fiets te stappen.’

Route over Efteling-terrein
‘Als Efteling zijn we nauw betrokken bij de ontwikkeling van de snelfietsroute, onder meer omdat een deel van de route over Efteling-terrein loopt. We bereiden een uitruil van grond voor met de gemeente Loon op Zand en kijken samen naar het beste tracé. Wij zorgen er verder van onze kant voor dat de route die langs de Efteling loopt, bijzonder aantrekkelijk wordt. Daar hebben we immers verstand van.’ Mensen die deze snelfietsroute gaan rijden zullen zeker merken dat ze de Efteling passeren, belooft Jurgens.

Verleiden van families
‘Hoe we, naast medewerkers, ook onze gasten kunnen verleiden om met de fiets naar de Efteling te komen, daar denken we ook over na’, vervolgt Jurgens. ‘Er is veel minder bekend over het verleiden van families die een dagje uit gaan om de overstap te maken van de auto op de fiets, dan over het verleiden van woon-werkverkeer. Bij ons is woon-werkverkeer een fractie van het aantal bezoekers dat we ontvangen. Dan moet je wel iets meer doen dan woon-werk-incentives, om echt zoden aan de dijk te zetten. Smit voegt toe: ‘We blijven in gesprek met overheden en bedrijfsleven over dit punt, want we blijven als Efteling een afwijkend mobiliteitspatroon houden.’