De fietsbeleving staat voorop in 2022
De trend van het verschuiven naar alternatieve vormen van vervoer anders dan de auto is in volle gang. Afgelopen twee jaar is het mobiliteitsvraagstuk mede door de coronacrisis veranderd en versneld. Chiel Grevers, General manager van Klaver Fietsparkeren, blikt vooruit: wat betekent dit voor 2022?
Door: Joris Kaper
Grevers ziet dat de afgelopen twee jaar, naast de fietsen voor recreatief gebruik, vooral de speedpedelec en e-bike flink aan terrein hebben gewonnen. Daarmee kan men in korte tijd toch een relatief grote afstand overbruggen. “Voor veel mensen was dat in de coronacrisis ideaal, omdat zij bijvoorbeeld niet met het OV wilden reizen. Het aandeel van de speedpedelec en e-bike in het totale fietsaanbod wordt steeds groter”, aldus Grevers. “Nederland is altijd al een fietsland geweest, maar toch is het fietsgebruik afgelopen jaren nog meer toegenomen. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de oplopende levertijden van fietsen door de combinatie van vraag en aanbod. Door corona zijn meer mensen op zoek gegaan naar alternatieve mobiliteitsvormen. Voor veel mensen is dat misschien alleen een laatste zetje geweest om over te stappen naar bijvoorbeeld een fiets, om daarmee naar werk te reizen.”
Grevers ziet dat ook andere Europese steden overstag gaan en steeds meer uitgeven aan fietsinfrastructuur: “In veel grote steden zoals bijvoorbeeld Londen moeten fietsers in bepaalde situaties nog steeds op dezelfde wegen rijden als auto’s. Dat is natuurlijk niet echt veilig. In die steden komt er gelukkig steeds meer aandacht voor (veilig) fietsen, zodat inwoners daar ook sneller op de fiets zullen stappen. Voor ons in Nederland is dat gewoon, maar in het buitenland niet. Daar is een kentering waarneembaar en wordt de fiets steeds meer als een volwaardig alternatief gezien.“
Beleving
Grevers ziet dat de e-bike niet meer alleen iets is voor oudere mensen. “Vroeger was dat zo, maar nu niet meer. De beleving is in korte tijd anders geworden doordat fietsfabrikanten de meest fantastische designs op de markt hebben gebracht. Dat heeft ook z’n weerslag op het parkeren van fietsen. Vroeger zette je een fiets overal en nergens neer: tegen lantaarnpalen, tegen muurtjes, eigenlijk overal waar ruimte was. Maar tegenwoordig verlangen fietsers steeds meer schone, veilige fietsparkeervoorzieningen. De hele fietsbeleving wordt anders. Stallingen worden ontworpen door architecten die duurzame materialen hanteren, een goed verlichtingsplan opstellen en wandbekleding aanbrengen. Dus een stalling die spraakmakend en veelal kleurrijk is. Er wordt letterlijk een soort ‘WOW factor’ gecreëerd!”
Die situatie was nog maar tien jaar geleden heel anders. Blijkbaar zit er nog steeds rek in het fietsgebruik, maar vooral de -beleving, ziet ook Grevers: “Niet alleen vervoersaanbieders investeren meer in andere vormen van mobiliteit, waaronder de fiets, maar ook bedrijven. Het belang voor het bedrijfsleven is groot om in fietsmobiliteit te investeren. En dan niet meer van die opgepropte plekken met oude fietsklemmen waar je je voorwiel in parkeert, maar hoogwaardige, veilige plekken. Maar het gaat verder dan dat. Verlicht, schoon, een plek voor diverse soorten fietsen en een ruimte waar met name de ‘langeafstand-fietser’ kan douchen en omkleden om zo fris aan een nieuwe werkdag te beginnen. Die kant gaan we op.”
Hybride en thuiswerken
“De coronacrisis heeft veel mensen aan het denken gezet met betrekking tot thuiswerken”, zegt Grevers. “Maar het is heel lastig te voorspellen hoe dat zich de komende jaren ontwikkelt. Blijven mensen minimaal 50% thuiswerken? Bedrijven merken dat dat in bepaalde functies prima kan. Welke invloed heeft dat op het OV? Je zou denken dat het thuiswerken de druk op het OV vermindert, maar daar is men het nog niet over eens. We zien wel dat bijvoorbeeld voor woon-werkverkeer tot 20 kilometer de e-bike/speedpedelec een heel goed alternatief is. Daarbij zijn mensen zich ook meer bewust geworden van hun gezondheid en vitaliteit, wat een extra stimulans is om de fiets vaker te pakken.”
Grevers: “Mobiliteit is een belangrijk aspect voor overheden en bedrijven en zij zijn daardoor bereid om te investeren. Deze investeringen worden gedaan met het oog op de toekomst. Maar vanzelfsprekend weet niemand exact hoe de mobiliteitskwestie er over een aantal jaar uitziet. Een goede studie en een doordacht MaaS-plan kunnen echter bijdragen om toch een richting te bepalen.”
Een goed voorbeeld is de fietsenstalling bij Station EuropaPark in Groningen, een station in een ontwikkelingsgebied. Grevers: “In 2012 hebben wij daar, samen met de gemeente Groningen, 700 ‘lage’ fietsparkeerplaatsen van ons etagesysteem geïnstalleerd. In het ontwerp was al wel rekening gehouden dat de vraag naar fietsparkeerplaatsen in de toekomst zou toenemen. Nu de vraag groeit is het moment daar om in 2022 ook de ‘bovenplaatsen’ te monteren, zodat het aantal fietsplaatsen met 700 toeneemt.”
“Gemeentes schenken al veel aandacht aan fietssnelwegen en slimme verkeerslichten die bijvoorbeeld voorrang geven aan fietsers. Daardoor wordt het aantrekkelijker om op de fiets te stappen. Al die vraagstukken op het gebied van (slimme) mobiliteit maken het voor ons ook interessant.”
Reactie plaatsen •