Zero emissiebus heeft de toekomst bij Daimler
Joost van der Bijl, CEO van EvoBus Nederland | Daimler Buses
Overheden gaan de komende jaren investeren in gedegen en kwalitatieve zero emissiebussen, verwacht Joost van der Bijl. De directeur van EvoBus Nederland | Daimler Buses ziet dat steeds meer busfabrikanten zich in Nederland melden, maar ligt daar niet wakker van. “Onze bussen winnen het in kwaliteit.”
Van der Bijl kent het klappen van de zweep in ov-land. Nadat hij eerder bij Connexxion, Qbuzz en Abellio en NS werkte, is hij nu alweer bijna twee jaar CEO van EvoBus uit Nijkerk. Vrij snel na zijn start, begon de coronacrisis. “Vrijwel alle ov-vervoerders hebben buitenlandse moederbedrijven. Doordat reizigersopbrengsten lager liggen, hebben zij veel uitdagingen gehad.”
Onderscheidend in kwaliteit
Ondanks de tegenvallende opbrengsten moet de transitie naar emissieloos busvervoer wél doorgaan: in Nederland moeten in 2030 alle 5000 bussen zero emissie rijden, nu zijn dat er 1000. Daarom verwacht hij dat vervoerders zich niet langer meer op elke concessie inschrijven – zoals vroeger vrijwel standaard was. “Ik hoop dat reizigersopbrengsten snel aantrekken, maar er zijn steeds meer alternatieve vervoersvormen voor reizigers beschikbaar.”
Daarnaast worden concessiegebieden steeds groter en langer. Dat brengt extra risico’s met zich mee voor opdrachtgevers en de markt. “Overheden moeten daarom bedenken hoe ze met die risico’s omgaan.” Van der Bijl denkt daarom dat overheden gaan investeren in gedegen en kwalitatieve ZE-bussen, zoals die van – hoe kan het ook anders – zijn eigen EvoBus. “Onze Duitse gründlichkeit wordt ons wel eens verweten en daarnaast is onze eCitaro is niet de goedkoopste bus. Maar het is wel state-of-the-art materiaal. Daimler heeft een lange geschiedenis, iedereen kent het merk.”
Ondertussen verschijnen steeds meer busfabrikanten met zero emissiemateriaal op het Nederlandse toneel – de teller staat nu op acht leveranciers in totaal. Maar Van der Bijl maakt zich weinig zorgen over die toenemende concurrentie. “Wij waren zeker niet de eerste, maar we werken dan ook niet met prototypes die later terug moeten naar de fabriek. Wij ontwikkelden ons concept eerst door en kwamen daarna pas met een goed product. Als wij garanties afgeven, zijn dat geen losse flodders. Ik ben ervan overtuigd dat kwaliteit het gaat winnen en onze eCitaro straalt kwaliteit uit.”
Het straatbeeld bepalen
Sinds december heeft Daimler een nieuwe visie ontwikkeld voor de Bus & Trucks-afdeling waarmee het bedrijf ook naar de beurs wil. “Daardoor kunnen we geld vrijmaken voor research and development en ons meer focussen op de bussen en trucks. Doordat die twee innovaties van elkaar kunnen overnemen, hebben we meer slagkracht. Vanuit de automotive-hoek hebben we al dingen beproefd, die we zo in de bussen kunnen integreren. De mirror camera bijvoorbeeld”
“Verkeersveiligheid is vaak nog een onderbelicht thema, net als sociaal verantwoord ondernemen. Maar bussen bepalen het straatbeeld, dus ik vind dat je dan ook iets voor de maatschappij moet betekenen en daarin moet investeren. Dat gaat verder dan alleen een goedkope TCO (Totalcost of Ownership) hebben. Onze eCitaro kan de gehele concessieduur mee, je hoeft niet halverwege onderdelen te vervangen. Dat is uiteindelijk duurzamer dan van die plastic bussen.”
Daarnaast beschikt Daimler al 25 jaar over een uitgebreid aftersales-netwerk, genaamd OMNIplus. “Als de klant hulp van buitenaf nodig heeft, hoeft hij niet helemaal naar Beijing te bellen of een aanvraag in te dienen bij een webshop. Ons dealernetwerk is enorm en ons hoofdkantoor staat gewoon in Nijkerk.”
Stip aan de horizon
De coronaperiode was (en is) een lastige periode voor zowel vervoerders als voertuigproducenten, weet de CEO van EvoBus, maar hij ziet vooral de positieve kant van het verhaal. “Het bedrijf heeft de kennis en kunde in huis kunnen houden en zelfs het personeelsbestand kunnen uitbouwen. Dat geeft vertrouwen in de toekomst en dat is ook nodig, want corona is van tijdelijke aard.”
En daarmee is het bedrijf klaar voor de toekomst. “Daimler is altijd marktleider geweest met dieselbussen, maar we hebben de afgelopen tijd veel geleerd op gebied van zero emissie. Dus we zijn er klaar voor om meer zero emissiebussen te gaan verkopen.” Er zijn inmiddels al honderden eCitaro’s in Europa verkocht. In november is de eerste eCitario voor De Lijn in Vlaanderen rijden.
Oproep aan overheden
Toch maakt Van der Bijl zich wel een beetje zorgen, want in 2023 komen wel erg veel nieuwe ov-concessies op de markt. “Veel noodconcessies lopen af én de originele tenderkalender loopt ook door. Daardoor komt er een enorme bulk aan. Dat is in niemands belang. Daarnaast wordt het steeds lastiger voldoende laadinfrastructuur te plaatsen. Dat heeft effect op het elektriciteitsnet én het straatbeeld.”
Daarom moeten fabrikanten, vervoerders en opdrachtgevers, samen met laadinfraspecialisten en softwarebedrijven, echt meer sámen optrekken. “Gelukkig kenmerkt de ov-markt zich door vertrouwen in elkaar, hoewel overheden de markt soms nog wel wantrouwen. Dat is jammer, want de markt heeft veel kennis in huis. Die kennis ligt niet altijd bij de overheden.” Daarom wil hij overheden oproepen om al die aanstaande tenders meer uit te smeren, zodat niet op één moment heel veel bussen bij moeten komen. “Daar moet de gehele sector afspraken over gaan maken.”
“Vervoer is een marginale business en de ov-sector is relatief klein”, gaat hij verder. “Maar uiteindelijk gaat het om het aanbieden van mobiliteitsoplossingen. De reiziger denkt niet in producten, maar wil gewoon op veilige, comfortabele en duurzame wijze op zijn bestemming komen. Openbaar busvervoer vormt daarvoor een daadwerkelijk en volwaardig alternatief. Dat zouden opdrachtgevers dus breder kunnen uitvragen.” Op die manier, besluit Van der Bijl, kunnen we Nederland mobiel houden.
Reactie plaatsen •