Nieuw: 54 stadsDRIPs in Den Haag

Kleiner type DRIP voor doorstroming in de stad

‘Enorm interessant’, noemt Arjen Reijneveld van de gemeente Den Haag de actuele uitrol van 54 dynamische routeinformatiepanelen (DRIPs) in de stad. Hij ‘trekt’ het dynamisch verkeersmanagement in Den Haag.

Nog deze zomer moeten alle zogenoemde stadsDRIPs operationeel zijn. Onvoorziene omstandigheden daargelaten, omdat de uitrol van een netwerk met zoveel stadsDRIPs nieuw is in Nederland. Reijneveld: ‘Op basis van de bestaande specificaties van Rijkswaterstaat hebben we een nieuw en kleiner type DRIP voor de stad laten maken’. Toch zullen volgens Reijneveld nog deze zomer de stadsDRIPs het verkeer in de stad beter laten doorstromen. Naast de 54 stadsDRIPs kan Den Haag ook gebruikmaken van 14 nog door Rijkswaterstaat te plaatsen DRIPs op het omliggende (hoofd)wegennet. Hierdoor kan het verkeer al vanaf de snelwegen via de ringen en S-routes in de stad, gecontroleerd instromen. Naast de DRIPs heeft Den Haag voor een betere doorstroom op de hoofdroutes ook nog vier netwerkregelingen gerealiseerd. Dit zijn een soort groene golven, waarbij het openbaar vervoer voorrang blijft houden.

De Haagse stadsDRIPs zijn 2 bij 1.80 meter en daarmee kleiner dan de bestaande bermDRIPs. Toch kunnen zij dezelfde hoeveelheid informatie geven. De benodigde verkeersgegevens krijgt Den Haag van het NDW, de nationale databank wegverkeergegevens.

Naast het Haagse verkeersmanagement trekt Reijneveld in regioverband (DVM-Zuidvleugel) de werkgroep ‘virtuele centrale’. Dit betekent dat de Haagse verkeerscentrale met die van Rotterdam gekoppeld wordt aan de Rijkswaterstaatcentrale in Rhoon en zo één virtuele regionale verkeerscentrale vormt. Het resultaat komt samen op de zogenoemde regiodesk in Rhoon. In deze werkgroep heeft Reijneveld met alle betrokken partijen de kaders opgesteld voor functionele en technische samenwerking tussen de verkeerscentrales met als doel het optimaliseren van het regionaal verkeersmanagement. De Haagse verkeerscentrale houdt haar eigen autonomiteit en niet alle stadsDRIPs werken in regioverband. ‘En terecht’, vindt Reijneveld. ‘Op de snelweg denk je alleen aan auto’s, maar in de stad moet je alle gebruikers een kans geven, dus ook fietsers, voetgangers en het openbaar vervoer.’

 
Auteur: Joske van Lith