Verkeersveiligheidskennis verschilt sterk per kennissoort
Verkeersveiligheidskennis van ambtenaren is een voorwaarde voor effectief verkeersveiligheidsbeleid, zo wordt algemeen aangenomen. Maar hoe staat het eigenlijk met het kennisniveau van verkeersveiligheidsambtenaren? Naar deze vraag heeft SWOV recent onderzoek uitgevoerd. Het leidt tot aanbevelingen in de richting van opleidingen.
Door: Charlotte Bax, Teun Uijtdewilligen, Sander van der Kint, Jacques Commandeur, SWOV
Omdat een groot deel van de ongevallen plaatsvindt op het gemeentelijk wegennet, is het onderzoek gehouden onder gemeenteambtenaren. Het verkeersveiligheidskennisniveau van deze ambtenaren is onderzocht aan de hand van de volgende vragen:
- Welke kennis moeten gemeenteambtenaren hebben om een goed verkeersveiligheidsbeleid te kunnen voeren?
- Beschikken gemeenteambtenaren over dat kennisniveau?
- Is er een relatie tussen het kennisniveau van ambtenaren en de grootte van hun gemeenten of het aantal fte's voor verkeersveiligheid in hun gemeente?
- Welk (bij)scholingsaanbod bestaat er voor gemeenteambtenaren verkeersveiligheid en hoe sluit dit aan op het kennisniveau?
Hiervoor zijn enquêtes gestuurd naar alle 355 Nederlandse gemeenten, waarvan er 135 (38 procent) reageerden. Daarnaast zijn er negen interviews met gemeenteambtenaren gehouden. Online is een inventarisatie van het (bij)scholingsaanbod gemaakt en is er een afsluitende bijeenkomst met kennisaanbieders en gemeenten georganiseerd.
Benodigde soorten kennis
Voor het onderzoek stelde SWOV een kader op van kennis waarover gemeentelijke verkeersveiligheidsprofessionals idealiter zouden moeten beschikken, vooral als het gaat over fietsveiligheid. Die kennis kan worden ingedeeld in vijf categorieën:
- kennis over lokale situaties (‘situationele kennis’)
- kennis over algemene principes en maatregelen (‘parate kennis’)
- kennis over (omgaan met) gegevens (‘procedurele kennis en vaardigheden’)
- kennis over omgaan met burgers en politiek (‘strategische kennis en politieke antenne’)
- de eigen kijk op de verkeersveiligheid (‘culturele kennis’)
Beschikbaar kennisniveau
Veel gemeenteambtenaren geven goede antwoorden op de meeste vragen uit de enquête. Wel ontbreekt het hen vaak aan kennis over de (overwegend beperkte) effectiviteit van educatie- en voorlichtingsmaatregelen. Ook de kennis over de effectiviteit van sommige infrastructurele maatregelen werd door een grote groep respondenten niet juist ingeschat. Daarnaast laat de kennis over de beschikbaarheid en interpretatie van data te wensen over, specifiek die over onderregistratie (er worden door de politie minder ongevallen geregistreerd dan er daadwerkelijk zijn) en de vaardigheden om hier op een verantwoorde manier mee om te gaan. Samengevat ziet het kennisniveau van de onderzochte gemeenten er als volgt uit:
Kennisvorm |
Resultaat |
Aandeel |
Situationele kennis |
Weet deze kennis uit het hoofd of weet waar deze op te zoeken |
83-96% |
Parate kennis |
Herkent welke stelling het Duurzaam Veilig-gedachtegoed correct weergeeft |
75-94% |
Schat de effectiviteit van maatregelen infrastructuur en van voorlichting in combinatie met handhaving goed in |
30-66% |
|
|
Schat de effectiviteit van maatregelen educatie en voorlichting goed in |
4-39% |
Procedurele kennis |
Weet wat onderregistratie is en weet dat onderregistratie van fietsers moeilijk of niet op te zoeken is |
55% |
Weet dat het niet of beperkt mogelijk is rekening te houden met onderregistratie van fietsers |
40% |
|
Strategische kennis |
Geeft aan veel invloed te hebben op het verkeersveiligheidsbeleid en kunnen hun collega’s, wethouder en externe partijen (redelijk) gemakkelijk overtuigen |
84-94% |
Culturele kennis |
Is het eens met de stelling dat risico’s zo veel mogelijk moeten worden uitgesloten (voorzorgcultuur) |
79% |
De interviews lieten zien dat alle gemeenteambtenaren veel waarde hechten aan zelf op straat
kijken naar de verkeerssituatie (situationele kennis), ook als er instrumenten zoals Geoweb, Cyclomedia of Google Streetview beschikbaar zijn. Daarnaast wordt veel informatie over de situatie in de eigen gemeente ontleend aan klachten van burgers. Ook stellen bijna alle gemeenteambtenaren dat praktijkvoorbeelden uit (‘kijken bij’) andere gemeenten een belangrijke bron van parate kennis zijn. Men gebruikt de voorbeelden voor het eigen beleid en maatregelen. Sommige gemeenteambtenaren nemen hiervoor deel aan intergemeentelijke of provinciale overleggen, anderen bellen eenvoudig naar buurgemeenten. Op het gebied van strategische kennis gaven veel gemeenteambtenaren aan dat de werelden van de politiek (wethouder, gemeenteraad) en de verkeersambtenaren sterk verschillen. In sommige gemeenten zijn de lijnen naar de wethouder en de raad heel kort, in andere gemeenten wordt meer afstand ervaren, met name tot de raad.
Aansluitend is gevraagd of het organiseren van voldoende budget eenvoudig is voor de respondenten. Dat blijkt zeer wisselend per gemeente. Sommige ambtenaren geven aan dat verkeersveiligheid momenteel een speerpunt is en budget geen groot probleem. Anderen stellen juist dat er gemakkelijk gesneden wordt in met name infrastructurele projecten.
Relatie kennisniveau met aantal inwoners en fte voor verkeersveiligheid
Ambtenaren uit grotere en kleinere gemeenten hadden over het algemeen een vergelijkbaar kennisniveau. Hetzelfde geldt voor ambtenaren uit gemeenten waar meer of minder fte's aan verkeersveiligheid worden besteed.
(Bij)scholingsaanbod
Drie hbo-opleidingen en één universitaire opleiding bieden vakken over verkeersveiligheid aan. Daarnaast zijn er vier aanbieders van cursussen specifiek over verkeersveiligheidsonderwerpen en zes congressen die (deels) verkeersveiligheid als onderwerp hebben. Het aandeel gemeenteambtenaren binnen deze cursussen en congressen wisselt sterk en is niet altijd (precies) bekend bij de aanbieders. De opleidingen, congressen en cursussen bestrijken samen alle kennisvormen, hoewel de kennisvormen ‘parate kennis’ en ‘procedurele kennis’ het meeste voorkomen.
Er blijkt geen formele afstemming te zijn tussen de diverse aanbieders van opleidingen, na- en bijscholing. Wel zijn er regelmatig contacten met relevante partijen die afstemming in praktijk mogelijk maken. In de interviews vertelden gemeenteambtenaren dat zij regelmatig naar congressen, cursussen of andere vakbijeenkomsten gaan. Hoewel ze bijna allemaal aangeven daar formeel tijd voor te krijgen, stellen ze ook dat de werkdruk zo hoog is dat men in de praktijk minder vaak naar bijeenkomsten gaat dan gewenst. Ook is de afstand soms een bezwaar.
De kennisaanbieders hebben de ervaring dat een deel van de gemeenteambtenaren behoefte heeft aan traditionele cursussen. Anderen hebben meer behoefte aan kennis verwerven ‘on the job’, bijvoorbeeld door een adviesbureau of een expertteam in te zetten en aan hen vragen voor te leggen (‘leren op afroep’), of door in bestaande overleggen met andere wegbeheerders van elkaar te leren, praktijkcasussen te bespreken en te netwerken.
Aanbevelingen
Op basis van dit onderzoek en een afsluitende bijeenkomst met opleiders en gemeenteambtenaren zijn de volgende aanbevelingen opgesteld:
- Ga na waardoor de geconstateerde kennislacunes (op het gebied van effectiviteit van maatregelen en data) veroorzaakt worden.
- Experimenteer met nieuwe vormen van leren, met het accent op leren van elkaar, casussen uit de praktijk en ‘leren op afroep’.
- Zoek meer afstemming tussen de aanbieders van scholing, bijscholing en nascholing en betrek daarbij ook de gemeenteambtenaren.
- Monitor het niveau van kennis en de kennisbehoefte en stem het kennisaanbod daarop af.
Lees meer over dit onderzoek op:Verkeersveiligheidskennis van gemeenteambtenaren Wat weten ze en welke kennis hebben ze nodig? (kort rapport) en op: Welke kennis hebben gemeenteambtenaren over verkeersveiligheid? Enquête en interviews (achtergrond).
Reactie plaatsen •