Politici aan het woord
Kees Verhoeven, D66:
‘R’ ontbreekt
'Verkeer en ruimte zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zeker in Nederland, waar we weinig ruimte, maar veel inwoners, bedrijvigheid en dus ook mobiliteit hebben. Ontwikkelingen op het gebied van verkeer en ruimte moeten dus op elkaar worden afgestemd. D66 vindt het jammer dat in de naam van het nieuwe ministerie de 'R' van Ruimte ontbreekt, juist omdat dat aangeeft dat infrastructuur een onderdeel van Ruimte is, en geen losstaand iets.
Om de leefbaarheid en bereikbaarheid van Nederland te verbeteren moeten we ook kijken naar nieuwe vormen van mobiliteit: bijvoorbeeld door het stimuleren van digitale mobiliteit en thuiswerken.'
Ineke van Gent, GroenLinks:
Kansen blijven liggen
'Nederland laat op het gebied van Ruimtelijke Ordening geweldige kansen liggen om de verkeersproblemen aan te pakken. Geheel ten onrechte trekt het Rijk zich steeds meer terug, in de hoop dat decentrale overheden verstandige besluiten nemen. Tegelijk wordt sturing meer en meer taboe. Zonde, want de kansen liggen voor het oprapen: veel verkeer kan voorkomen worden door betere planning. Bouw meer dan nu in de stad in plaats van er omheen. Breng wonen en werken bij elkaar. Bouw compact en plan voorzieningen, kantoren en hoogbouw in de stationsomgeving, zodat er veel draagvlak is voor (fijnmazig) openbaar vervoer. En stop al het geld voor infrastructuur én ruimtelijke ordening in één pot, zodat bijvoorbeeld stadsvernieuwing kan worden afgewogen tegen een weg met een nieuwe woonwijk in het groen.'
Sander de Rouwe, CDA:
Plannen van onderop
'De tijd dat verkeer en ruimte twee gescheiden werelden waren is echt voorbij. Althans, zou voorbij moeten zijn. Op papier lukt dit al aardig. Kijk naar de vele nota's waarin beide werelden tot één gebracht worden. Maar hoe gaat het in de praktijk? Ik heb soms mijn twijfels. Het moet een automatisme worden. Verkeersplannen? Wat zijn de kansen voor ruimtelijke plannen? Ruimtelijke plannen? Wat zijn de kansen voor het verkeer?
Bij ruimte en verkeer denk ik al snel aan bijvoorbeeld Shared Space of gedeeld ruimtegebruik. Bij deze toepassing wordt de ruimte juist gebruikt over verkeerskundige oplossingen te bereiken en andersom. Shared Space staat nog in de kinderschoenen, maar kunnen we volgens mij vaker en breder gaan toepassen. Dit is slechts een voorbeeld. Op rijksniveau is het goed dat RO en Verkeer nu onder één minister vallen. Dat klinkt heel centraal, maar ik ben er juist een voorstander dat we deze domeinen dichter bij de gemeenten en provincies neerleggen. Als Den Haag zich te veel met de invulling bemoeit, krijg je voordat je het weet weer allemaal opgelegde vinexlocaties, waar je achteraf spijt van krijgt. Laat de plannen maar van onderop komen én ingevuld worden. Daar weten ze het beste hoe het moet en hoe het kan. Dit vraagt zeker ook iets van het Rijk: laat los, geef de ruimte, geef vertrouwen.'
Arie Slob, ChristenUnie:
Geen woorden maar daden
'Iedereen weet dat een toenemende mobiliteit in ons dichtbevolkte land de druk op het milieu en de ruimte steeds verder opvoert. Alleen daarom al is het van belang bij verkeerskundige ingrepen goed na te denken over een zorgvuldige ruimtelijke inpassing. In dat opzicht horen verkeer en ruimte bij elkaar. Daarom is het ook goed dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat geïntegreerd is met (V)ROM tot het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Ook hier geldt echter het aloude Rotterdamse adagium: geen woorden, maar daden. Het beleidsvoornemen van het kabinet Rutte om ruimtelijke ordening zoveel mogelijk te decentraliseren doet dan het ergste vrezen.
Dat geldt ook voor de voorzichtig positieve reactie van minister Schultz van Haegen tijdens de laatst gehouden begrotingsdebatten op een onzalig voorstel van de PVV om een A3 dwars door het Groene Hart aan te leggen. Ik geef het toe: ook dat zijn nog maar woorden. Ik hoop dat de daden straks andere taal zullen spreken. Juist het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Milieu zou verkeer en ruimte op een goede manier met elkaar kunnen verbinden. Dat vraagt wel om bewindspersonen die daar oog voor hebben en op een gedreven manier invulling aan willen geven. De inwoners van ons dichtbevolkte land mogen dat ook van hun bestuurders verwachten.'
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •