Groei van de stad niet alleen door woningen

donderdag 15 augustus 2024

Flora Nycolaas is hoofdontwerper stedenbouw bij de afdeling Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam. Ze houdt zich bezig met de vraag wat de betekenis is van openbare ruimte. “Ik begeef me op het vlak van beleid, onderzoek en visie.” Een gesprek over groei, wonen, groen en mobiliteit.

“In deze gemeente is veel werkgelegenheid rondom de stad en daardoor veel dagelijkse bewegingen”, stelt Nycolaas. “Op die regionale schaal willen we het ov-systeem versterken, net als de fiets voor de middellange afstand. Dat vraagt om regionale verbondenheid.”

Stations niet overslaan

Een goed verbonden regio vraagt om een goed regionaal verbonden mobiliteitssysteem, benadrukt Nycolaas. “Bijvoorbeeld om spoor dat redelijk vaak kan stoppen, ook in de kleine kernen. Als een spoorverbinding veel stations overslaat, dan heeft die verbinding op regionaal en lokaal niveau niet zoveel zin. Je hebt dus naast het intercitynetwerk ook metro of spoor nodig dat op de regio gericht is. Dus veel meer een metro-achtig systeem, parallel aan het bestaande spoor. Daarvoor heb je fijnmazig spoor nodig naast het bestaande spoor, want je wilt ook niet dat de intercity telkens moet stoppen.” Naast regionale verbondenheid is groen en groei in de stad een belangrijke basis voor de stedelijke Omgevingsvisie. “Dan is de vraag: waar is het nou verstandig om de stad te laten groeien? Dat wil je niet overal, want je wil buurten met gemengde functies en niet al het groen opofferen.” Nycolaas hekelt het idee van de functie-gescheiden stad. “Je zou in de stad, veel meer ‘stad’ moeten maken en de kwaliteit van de publieke ruimte moeten borgen. Zorg dat er in de buurten niet alleen maar ‘deuren’ zijn, maar dat er ook ‘programma’ is, dat er iets te doen valt.”

Autonetwerk

“De groei van de stad kan en mag niet alleen maar bestaan uit de groei van het aantal woningen. Je hebt ruimte nodig voor werken, voorzieningen en voor nabijheid. We willen ook veel ruimte om te spelen, om te fietsen. Voorwaarde is minder ruimte voor de auto. Dat vraagt om een andere manier van het inrichten van ons autonetwerk.” Nycolaas noemt als voorbeeld het experiment met een knip op de Weesperstraat. “Dat is nog wel een zoektocht. Nu is de stad nog zo ingericht dat je die helemaal kunt doorkruisen met de auto. Daar moeten we wel vanaf, de snelwegen rondom de stad kunnen dan dienen als een soort verdeelring.”

Niet alleen wonen

“Door de druk op de woningmarkt drukken we al gauw het niet-woonprogramma de wijk uit. Ik vind dat we daar voorzichtig mee moeten zijn. Het gaat dan vaak over bedrijven of gebouwen van één of twee lagen, dat lijkt laaghangend fruit om de woningtekorten tegen te gaan. Ik stel voor dat we dat laaghangende fruit af en toe laten hangen, want je gaat zo wel heel erg de stad ontmengen en de stad leeft door het mengen van functies. Die gebouwen zijn juist vaak laagdrempelige kansen om andere activiteiten in onder te brengen. We moeten bewust de niet-woonruimte bewaken.”

“Wat dat met mobiliteit te maken heeft? Alles. Door te zorgen voor diverse functies in de wijk kunnen mensen lopen en fietsen, en is de auto daar minder dominant nodig.”

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief