'In de stad is fiets het betere alternatief voor de auto'
Mattijs van Ruijven fietst voornamelijk in de stad. En ja, tijdens zijn ritten kijkt hij vaak met een stedenbouwkundige blik naar de stad en constateert dat de fiets nog regelmatig een onderschikte rol heeft. “Bijvoorbeeld bij werkzaamheden. Voor auto’s worden omleidingsroutes aangegeven met borden, voor fietsers lang niet altijd. En waar laden en lossen midden op straat uit den boze is, gebeurt dat nog best vaak op fietspaden.”
Van Ruijven ziet vooral mogelijkheden om fietsroutes te verbeteren. "Je moet routes zichtbaar maken. Het helpt als straten herkenbaar zijn als route, voor zowel auto, voetganger als fiets. Een fietsroute moet dus niet om de 200 meter van karakter of inrichting veranderen, waardoor je je afvraagt of je nog wel op de juiste route zit.”
Hoe je een routes herkenbaar en ook uitnodigend maakt? “Daar heb je op zijn minst verkeerskundige én ruimtelijke disciplines voor nodig. In Rotterdam trekken we als stedenbouwkundigen en verkeerskundigen al jaren samen op. We vallen samen onder Stadsontwikkeling en zitten dicht bij elkaar. Ik heb bijvoorbeeld meegewerkt aan het huidige stedelijk verkeersplan. Ik zie dan dat je knelpunten ook kunt oplossen door twee straten verderop een ingreep te doen. Je kunt wegen of fietspaden breder blijven maken als het ergens te druk wordt, maar je kunt ook kijken naar spreiding door aantrekkelijke parallelle routes te maken, zeker voor de fiets. Daarmee maak je het netwerk robuuster en spreid je mensen. Zo wordt een verkeerskundige oplossing gebiedsontwikkeling."
Het grote plaatje
Van Ruijven is vanuit zijn functie met name betrokken bij het grote plaatje van de stad. Dat plaatje wordt grotendeels bepaald door een enorme woningbouwopgave in de bestaande stad en door de transities in mobiliteit en energie (iedereen van het gas af) en de koppeling met economie, specifiek de dienstensector. Die stellen nieuwe eisen aan huisvesting, omgeving en bereikbaarheid. Tegelijkertijd zijn er wijken waar sprake is van vervoerarmoede. Door gebrek aan bijvoorbeeld ov kunnen mensen niet goed participeren op de arbeidsmarkt. Een nieuwe ov-lijn is er niet van de ene op de andere dag en het vergroten van de autobereikbaarheid is ook geen oplossing, maar het stimuleren van de fiets juist wel.
"We werken nu in het kader van de Nieuwe Omgevingswet aan de daaruit voortvloeiende Omgevingsvisie voor de stad; deze is breder dan wonen en mobiliteit. Hierin geven we ook aandacht aan de sociale kant van de stad, aan energie, duurzaamheid en circulariteit. Bij de meeste thema’s speelt fiets een prominente rol. Het bevordert immers zowel de individuele gezondheid, als de collectieve luchtkwaliteit en het is een laagdrempelig vervoermiddel."
Fietsparkeren
Aandachtspunt in de Omgevingsvisie is met name het fietsparkeren. Als je dat niet goed regelt, kan het een reden zijn voor mensen om niet te gaan fietsen. Van Ruijven ziet dat het in de stad soms ‘schokkend’ ontbreekt fietsparkeerplekken. "Daar is iets aan te doen. Ik zie ook mooie voorbeelden: een lege winkel die tijdelijk fungeert als buurtfietsenstalling en in Antwerpen zag ik een sociaal woningbouwcomplex met een aantal deelbakfietsen op een centrale plek in het gebouw. Prima!” Over bakfietsen gesproken: “Als je gezinnen in de stad wil hebben, moet je rekening houden met bakfietsen. Dus maak ook hiervoor goede parkeervoorzieningen met niet te steile hellingen. De stad moet voor alle soorten fietsers goed functioneren en overzichtelijk zijn."
"Kortom, niet alleen kijken naar het fietsen, maar ook naar het fietsparkeren. Zoeken naar de balans tussen modaliteiten. En, het fietsen mag niet ten koste gaan van de voetganger. Het ligt voor de hand om ruimte af te snoepen van het trottoir voor de fiets, maar we moeten ervoor waken om in deze voor de hand liggende valkuil te trappen. Zo kan de fiets in de stad het betere alternatief zijn voor de auto. Ten slotte: experimenteer met fietsmaatregelen voordat je iets definitief maakt. Zo worden we slimmer en zorgen we ervoor dat we ons geld goed investeren.”
Mattijs van Ruijven, hoofd stedenbouwkundige bij cluster Stadsontwikkeling in Rotterdam.
Reactie plaatsen •