Vervangingsopgave? Onzekere planning…
Foto: Antea Group
Uitzoomen naar de regio om vervangingsopgave slim uit te voeren levert voordelen op
Veel wegen, bruggen, sluizen en viaducten zijn nu en in de komende jaren gelijktijdig aan vervanging toe. Een immense opgave als het gaat om financiering, kennis en (organisatie)kunde. Want hoe houd je een regio bereikbaar als er plots meerdere wegen, bruggen en viaducten moeten worden afgesloten? Antea Group voorziet serieuze bereikbaarheidsproblemen als gevolg van lastig te plannen vervangingsopdrachten in een gebied, maar sorteert er ook op voor: met een specifieke verkeersmodeloplossing.
Mark Heessels, Antea Group / Michael Blatter, Rijkswaterstaat
Het is alle hens aan dek om tijdig – niet te vroeg, maar ook zeker niet te laat – infrastructuur te vervangen. Dat blijkt onder meer uit de ‘eerste proeve’ van onderzoek naar de aard en omvang van de vervanging en renovatie van onze infrastructuur, die onderzoeker Arie Bleijenberg vorig jaar schreef in opdracht van de toenmalige Bouwagenda [*]. We kunnen op dit moment de opgave niet goed aan, zo blijkt. Er is vaak onvoldoende geld, menskracht, kennis en kunde, maar ook is de staat van een brug soms slechter dan eerder geconstateerd en moet onderhoud dus eerder plaatsvinden. Dan wel is de schade groter, waardoor de werkzaamheden en daarmee afsluitingen langer duren. Dat maakt een planning per object ingewikkeld, laat staan de planning van meerdere objecten in een gebied.
Brede regio-aanpak
De vervangingsopgave betreft wegen en kunstwerken van verschillende weg- en spoorbeheerders die vaak ook nog eens in dezelfde omgeving liggen. Dit gegeven zorgt voor een extra uitdaging in de uitvoeringsplanning en de bereikbaarheid van een gebied. Immers bij het afsluiten van een kunstwerk in verband met (regulier) onderhoud, renovatie of vervanging worden verschillende omleidingsroutes ingezet. Op deze omleidingsroutes kan vervolgens niet (of zeer beperkt) gewerkt worden aan bijvoorbeeld een brug, zolang zo’n omleidingsroute van kracht is.
Indien toch rijstroken worden afgesloten op omleidingsroutes, zorgt dit voor een mindere bereikbaarheid van een gebied en dat maakt een netwerk kwetsbaarder. Een brede regio-aanpak op langere termijn is dan ook nodig om dit goed te organiseren. In een aantal regio’s gebeurt dit (deels) ook al. Zo plaatst Zuid-Holland Bereikbaar vervangingsopgaves van verschillende beheerders in één overzicht. Meerdere regio’s volgen of zouden moeten volgen om ervoor te zorgen dat gebieden bereikbaar blijven tijdens onderhoudswerken.
Onbetrouwbaar
Bijkomend probleem in de vervangingsopgave is dat de uitvoeringsplanningen van met name kunstwerken zeer onbetrouwbaar kunnen zijn. Hoe werkt dat in de praktijk? Op basis van eerste inzichten naar de technische staat van een kunstwerk wordt de uitvoeringsplanning gebaseerd. Deze bestaat uit de duur van de werkzaamheden, de (globaal) verwachte afzetting, de hinder en de periode waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd. Vervolgens kan blijken dat de staat van een brug slechter is dan eerder geconstateerd, waardoor onderhoud dus eerder moet plaatsvinden. Dan wel dat de werkzaamheden en daarmee de afsluitingen langer duren (bijvoorbeeld meer weekendafsluitingen).
Jaarplanningen
De omgevingsplanning, die vaak in regionale afstemmingen door weg- en spoorbeheerders wordt besproken, komt daarmee onder druk. Door het vele onderhoud - niet alleen vanuit de vervangingsopgave, maar ook het reguliere onderhoud aan asfalt en bermen - is er nauwelijks ruimte in jaarplanningen. Daarbij komt dat bijvoorbeeld een organisatie als Rijkswaterstaat veelal is gehouden aan werken in de nachten, weekenden of vakantieperiodes. Op zich zijn deze maatregelen vanuit bereikbaarheid en beperken van de hinder voor de weggebruiker goed, maar wellicht komt er een moment om deze maatregelen meer los te laten, vanwege de vele werken die op ons afkomen. Denk hierbij aan meer verkeersmaatregelen op netwerkschakelniveau, waarbij je meerdere werkzaamheden gelijktijdig uit kunt voeren. Hiermee lijkt de hinder wellicht heviger maar per saldo korter en minder, dan dat alles los van elkaar wordt uitgevoerd.
Welke invloed heeft de onderhoudsplanning op de verkeerskundige onderbouwingen? Als voorbeeld nemen we het project Viaducten A4/A20 Kethelplein. In opdracht van Rijkswaterstaat voeren wij (Antea Group) onder andere technisch onderzoek uit naar drie kunstwerken in de A4 en A20 nabij het Kethelplein. Het gaat hierbij om kunstwerken Bijdorp, Hargalaan en Zoomweg. Alle drie zijn onderdeel van de vervangingsopgave, het Programma Vervanging en Renovatie.
Wij brengen in beeld wat de staat is van de kunstwerken, welke technische maatregelen getroffen moeten worden en wat dit betekent voor de verkeershinder en de bereikbaarheid van de regio. Om die in beeld te brengen gebruiken we het betreffende regionale verkeersmodel (macroscopisch) en VISSIM (microscopisch) verkeersmodel. Voordat we zijn gaan rekenen hebben we uitgangspunten vastgesteld met Rijkswaterstaat.
Maar wat nu als de uitvoeringsplanning wijzigt door andere werkzaamheden? Anders gezegd: welke invloed hebben andere onderhoudswerken op lopende projecten die onderdeel zijn van de vervangsopgave? Het verkeersmodel geeft aan wat de infrastructurele situatie is van het wegennet tijdens de werkzaamheden. Bijvoorbeeld het aantal rijstroken en beschikbare routes. Maar wat je eigenlijk wil weten is: hoe is de werkelijke situatie in 2026 in het netwerk in verband met werkzaamheden aan andere kunstwerken? Sterker: hoe ziet het netwerk eruit als de planning gaat schuiven en de werkzaamheden bijvoorbeeld in oktober gaan plaatsvinden in plaats van in augustus?
Raakvlak Kethelplein en Giessenbrug (A20)
Op dit moment is voor het onderhoud aan drie kunstwerken in het Kethelplein al een concreet raakvlakproject vastgesteld, namelijk het onderhoud aan de Giessenbrug dat voorlopig in dezelfde periode is gepland. De Giessenbrug ligt verderop in de snelweg A20 over de Delfshavense Schie. Wat is het effect van het samengaan van deze projecten, wat betekent dit voor de afstemming? We weten inmiddels dat dit niet het laatste raakvlakproject zal zijn. Er komen daar nog meer projecten aan waar rekening mee moet worden gehouden. Het kan wellicht positief uitpakken door slim werken te combineren omdat ze gunstig in elkaars verlengde liggen.
Slim omgaan met verkeersmodel
Kortom, een regionaal bereikbaarheidsmodel (verkeersmodel) specifiek voor de vervangsopgave biedt de oplossing om meer inzicht te krijgen in het effect van het samengaan van projecten en wat bijvoorbeeld de gevolgen zijn voor de bereikbaarheid van een gebied. Niet alleen voor de weggebruiker, maar ook voor nood- en hulpdiensten en wellicht openbaar vervoer. Eventuele projectwijzigingen kunnen worden doorgevoerd in het model en de regionale impact wordt vrij eenvoudig in beeld gebracht. Door het bereikbaarheidsmodel in te zetten wordt meer project-overstijgend gekeken naar het gebied en wordt bereikbaarheid centraal gesteld. Het regionale verkeersmodel bestaat al, de kunst is om er slim mee om te gaan in het kader van planning van de vervangingsopgave.
Meer informatie:
Mark Heessels, senior adviseur Verkeersmanagement, Antea Group, mark.heessels@anteagroup.nl
Michael Blatter, omgevingsmanager Rijkswaterstaat, michael.blatter@rws.nl
Reactie plaatsen •