Val op beijzeld fietspad (VK 1/2014)
Een fietser komt op het fietspad ten gevolge van ijzel ten val en loopt letsel op. Er was op het fietspad, voorafgaand aan het ongeval, niet gestrooid.
De rechtbank oordeelt dat ijzel op het niet gestrooide wegdek het fietspad niet tot een gebrekkige opstal maakt. Artikel 6:174 BW is dan ook niet van toepassing. Blijft over de vraag of de gemeente op grond van artikel 6:162 BW wel aansprakelijk is.
De feiten
(…)
2.1 Eiseres is in de ochtend van 5 februari 2009 ten val gekomen toen zij fietste op de Groene Loper te Leidschendam-Voorburg. Toen zij viel was het als gevolg van ijzel glad op de Groene Loper. Er was op de Groene Loper (voorafgaand aan het ongeval) niet gestrooid. Als gevolg van het ongeval heeft eiseres letsel opgelopen.
2.2 Meteovista (ten tijde van het ongeval genaamd: Weeronline) vervult behalve een adviserende rol tevens de rol van bewaker ten behoeve van gladheidbestrijding in de gemeente. Dit was ook het geval in de periode van het ongeval.
2.3 In een door Weeronline ten behoeve van de gemeente bijgehouden logboek staat voor de periode 4 februari 2009 14:00 uur tot 5 februari 2009 14:00 uur, voor zover van belang, onder meer het navolgende vermeld:
(…) Synopsis
Een lagedrukgebied lag woensdag boven de Golf van Biskaje. Hierdoor was er sprake van een zuid- tot zuidoostelijke aanvoer. Het was het meest nevelig en lokaal mistig. In de oostelijke helft van het land viel af en toe lichte sneeuw en of regen. Het werd overdag maximaal +2 graden. 's Avonds werd het overal droog. 's Nachts bleef het meest bewolkt en nevelig, lokaal mistig. De minimumtemperatuur lag in het westen rond het vriespunt en in het zuidoosten 2 graden onder nul. Donderdagochtend trok vanuit het zuiden een regengebied het land in. (…)
2.4 In voornoemd logboek staat voor de periode 4 februari 2009 14:00 uur tot 5 februari 2009 14:00 uur, voorts vermeld:
(…)
Uitgevoerde werkzaamheden
14:00 A. Waarschuwingsteksten Update geschreven van de waarschuwingsteksten.
18:48 A. Overleg met coördinator Gesproken met B. Gebeld met de coördinator. Er ligt nu voldoende zout. Vanavond en vannacht kans op een spatje neerslag. Naar verwachting niet zoveel dat verdunning optreedt Op dit moment geen actie nodig. Vanuit het zuidwesten morgenochtend mogelijk sneeuw voor het warmtefront uit, later wordt dat regen. Wij bewaken. Indien nodig bellen we.
19.15 A. Waarschuwingsteksten Update geschreven van de waarschuwingsteksten
21:47 A. Waarschuwingsteksten Update geschreven van de waarschuwingsteksten. In het zuiden van het land kan het gaan opklaren. Het noorden blijft overwegend droog.
22:08 C. Dienst overgenomen Dienst overgenomen door:C.
01:41 C. Waarschuwingsteksten Verwachting gemaakt.
06:15 D. Dienst overgenomen Dienst overgenomen door: D.
07:08 D. Waarschuwingsteksten Teksten geschreven
10:47 E. Dienst overgenomen van D.
13:09 F. Dienst overgenomen Dienst overgenomen door: F.
2.5 In een door Meteovista, ten behoeve van deze procedure opgemaakte weerrapportage betreffende het weerbeeld en de gladheidssituatie op 4 en 5 februari 2009, staat als conclusie onder meer het navolgende vermeld:
(…) Uitgaande van bovenstaande gegevens kunnen we opmaken dat er geen omstandigheden waren die het voorzienbaar maakten dat de gemeente Leidschendam-Voorburg te maken zou krijgen met gladheid op wegen en fietspaden, welke zich in haar beheers- en strooigebied bevinden (…).
3. Het geschil
3.1 Eiseres verzoekt de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat de gemeente aansprakelijk is voor het haar op 5 februari 2009 overkomen ongeval en dat de gemeente gehouden is de schade van eiseres te vergoeden. Daarnaast vordert eiseres veroordeling van de gemeente in de buitengerechtelijke kosten van € 1.075,76, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede veroordeling van de gemeente in de proceskosten, waaronder de in het kader van de deelgeschilprocedure bij beschikking van 11 februari 2011 op € 3.380 (excl. BTW) begrote kosten.
3.2 Eiseres legt aan haar vordering ten grondslag dat de gemeente als wegbeheerder de gladheid op de Groene Loper niet, althans onvoldoende, heeft bestreden en onvoldoende voor deze gladheid heeft gewaarschuwd, waardoor eiseres ten val is gekomen en schade heeft geleden. Eiseres heeft als gevolg van de val een fractuur in haar arm en in haar been opgelopen en ondervindt in haar dagelijkse bezigheden nog hinder van het ten gevolge van de val opgelopen letsel. De gemeente is op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk, nu krachtens dit artikel op de gemeente als wegbeheerder de plicht rust ervoor zorg te dragen dat de weg in goede staat verkeert en geen gevaar voor personen oplevert. Onder deze zorgplicht vallen ook het bestrijden van gladheid en de verplichting te waarschuwen voor gladheid. Door het schenden van haar waarschuwingsplicht en omdat zij de Groene Loper ten onrechte niet in het strooiplan heeft opgenomen, is de gemeente tevens uit hoofde van artikel 6:162 BW aansprakelijk.
3.3 De gemeente voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1 Tussen partijen is in geschil of de gemeente als wegbeheerder is tekortgeschoten in haar zorgplicht en op grond van art. 6:174 BW en/of art. 6:162 BW aansprakelijk is voor het ongeval dat eiseres op 5 februari 2009 is overkomen en uit dien hoofde gehouden is de door eiseres ten gevolge van het ongeval geleden schade te vergoeden.
4.2 De rechtbank is van oordeel dat artikel 6:174 BW niet van toepassing is op het onderhavige geval, zodat de aansprakelijkheidsvraag niet aan de hand van dit artikel kan worden beoordeeld. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kan de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op het wegdek waardoor gladheid wordt veroorzaakt, niet als een gebrek in de zin van voornoemd artikel worden aangemerkt. Uit het arrest van de Hoge Raad van 3 mei 2002 (LJN AE2202, NJ 2002/465 Rook/Staat) volgt dat de wegbeheerder aansprakelijk is indien de aan het wegdek verbonden nadelen van dien aard zijn dat er sprake is van een gebrek als bedoeld in artikel 6:174 BW. Van een gebrek aan de weg als zodanig is geen sprake als de ‘gebrekkigheid’ bestaat in de aanwezigheid op het wegdek van ijzel die niet duurzaam met het wegdek is verenigd. Specifieke aan het wegdek van de Groene Loper verbonden nadelen die bij weersomstandigheden als de onderhavige een (gladheids)risico meebrengen zijn gesteld noch gebleken. Nu de ‘gebrekkigheid’ slechts bestaat in de aanwezigheid van ijzel op het wegdek, kan artikel 6:174 BW geen toepassing vinden.
4.3 De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of de gemeente op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is voor het ongeval dat eiseres op 5 februari 2009 is overkomen.
4.4 De rechtbank stelt voorop dat op de gemeente als wegbeheerder de plicht rust ervoor te zorgen dat de weg in goede staat verkeert en geen gevaar oplevert voor personen en zaken. Het bestrijden van gladheid en het waarschuwen voor gladheid vallen onder die zorgverplichting. Van onrechtmatigheid in de zin van art. 6:162 BW is echter pas sprake indien de gemeente nalatigheid kan worden verweten in de door haar redelijkerwijs te betrachten zorg. De bestrijding van gladheid betreft een inspanningsverplichting en van de gemeente kan niet worden verwacht dat alle wegen altijd in perfecte staat verkeren. De gemeente komt in de uitoefening van deze taak voorts een grote mate van beleidsvrijheid toe en mag prioriteiten stellen op basis van het belang van bepaalde wegen, alsmede op grond van kosten- en milieuoverwegingen.
4.5 Eiseres stelt dat de gemeente gelet op de weersvoorspelling voor 4 en 5 mei 2009 preventief had moeten strooien. De kans op gladheid was zeer reëel aangezien er in de nacht ‘een spatje neerslag’ en in de ochtend mogelijk sneeuw werd verwacht. Voorts zou het in de nacht van 4 op 5 februari 2009 nevelig en lokaal mistig zijn met een temperatuur rond het vriespunt. Eiseres verwijst ter onderbouwing van haar stelling naar het door haar bij dagvaarding als productie 4 overgelegde logboek van Weeronline.
4.6 De gemeente stelt daarentegen dat het een plotseling opkomende, plaatselijke gladheid betrof. De gemeente heeft ter onderbouwing van haar stelling eveneens het logboek van Weeronline alsmede een weerrapportage van Meteovista in het geding gebracht. Uit het logboek komt weliswaar de door eiseres gestelde weersvoorspelling naar voren (zie de hiervoor onder 2.3 weergegeven passage), maar deze weersvoorspelling leidde niet tot een strooiadvies van de zijde van Weeronline. Uit het logboek blijkt dat voorafgaand aan het ongeval, dat in de ochtend van 5 februari 2009 plaatsvond, contact is geweest tussen de coördinator gladheidbestrijding van de gemeente en een meteoroloog van Weeronline (zie hiervoor onder 2.4). Om 18.48 uur schrijft A. onder meer in het logboek dat zij heeft gebeld met de coördinator. Voorts schrijft zij: ‘Op dit moment geen actie nodig.’ en ‘Wij bewaken. Indien nodig bellen we.’ Uit het logboek blijkt voorts dat Weeronline de situatie is blijven bewaken en dat in elk geval tot in de middag van 5 februari 2009 geen strooiadvies door Weeronline is gegeven. In de weerrapportage concludeert Meteovista dat er in de periode voorafgaand aan het ongeval geen omstandigheden waren die het voorzienbaar maakten dat de gemeente Leidschendam-Voorburg te maken zou krijgen met gladheid op wegen en fietspaden, welke zich in haar beheers- en strooigebied bevinden.
4.7 Eiseres heeft haar stelling dat gelet op de weervoorspellingen gestrooid had moeten worden, in het licht van het door de gemeente gevoerde verweer niet nader onderbouwd, terwijl dit wel op de weg van eiseres had gelegen. De rechtbank is daarom van oordeel dat van de juistheid van de stelling van de gemeente dat de gladheid op de Groene Loper niet voorzienbaar was, moet worden uitgegaan. Nu de gladheid op de Groene Loper niet voor de gemeente voorzienbaar was, kan het niet strooien niet als ‘onrechtmatig’ worden aangemerkt.
4.8 Eiseres heeft nog aangevoerd dat de gemeente op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk is voor het ongeval, omdat zij heeft nagelaten de Groene Loper (als weg met 1e prioriteit) in het strooiplan op te nemen. De Groene Loper leidt naar (onder meer) een school en peuterspeelzaal en er hebben zich in het verleden, bij winterse weersomstandigheden, vaker valpartijen op de Groene Loper voorgedaan, aldus eiseres. De omliggende wegen met 1e prioriteit waren op 4 februari 2009 nog gestrooid. Als de Groene Loper ook met 1e prioriteit in het strooiplan had gestaan, zou het op de Groene Loper — ondanks het feit dat in de nacht voor het ongeval geen strooiadvies is gegeven — minder glad zijn geweest omdat het zout nog enige werking zou hebben gehad. Het ongeval had dan niet plaatsgevonden, aldus eiseres.
4.9 De rechtbank is van oordeel dat de vraag of het ongeval wel of niet zou hebben plaatsgevonden als de Groene Loper met 1e prioriteit in het strooiplan had gestaan in het midden kan blijven. Het feit dat de gemeente de Groene Loper niet (als weg met 1e prioriteit) in het strooiplan heeft opgenomen kan namelijk niet als ‘onrechtmatig’ in de zin van artikel 6:162 BW kan worden aangemerkt, omdat ook in dit opzicht geen sprake is van nalatigheid in de redelijkerwijs te betrachten zorg voor gladheidbestrijding. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
4.10 De gemeente heeft zowel bij antwoord als ter comparitie gemotiveerd uiteengezet waarom zij er na een afweging voor heeft gekozen de Groene Loper niet (als weg met 1e prioriteit) in het strooiplan op te nemen. In het strooiplan hebben alle wegen een prioriteitsaanduiding gekregen. In geval een preventieve strooiactie (op basis van weersverwachtingen) gewenst is, worden alleen wegen met 1e prioriteit gestrooid. Onder wegen met 1e prioriteit vallen praktisch alle wegen van de Hoofdstructuur Autoverkeer 2003. De Groene Loper is thans als weg met 3e prioriteit in het strooiplan opgenomen. Dit was ook het geval ten tijde van het ongeval. Reden daarvoor is dat de Groene Loper is gelegen tussen een weg met 2e prioriteit (Spinozalaan) en een weg met 3e prioriteit (Van Royenstraat). Dit maakt dat de Groene Loper geen verbindingsweg is die aansluit op doorgaande fietspaden met de 1e prioriteit. De Groene Loper wordt uitsluitend, althans in overwegende mate gebruikt door aanwonenden en scholieren. Daarnaast is de Groene Loper geen normaal fietspad. De weg is aangeduid als voetpad waar het is toegestaan om te fietsen, aldus de gemeente.
4.11 Voornoemde afweging mocht de gemeente in het kader van haar beleidsvrijheid maken en is niet onbegrijpelijk noch in strijd met enige rechtsregel. Dat de Groene Loper leidt naar een school en peuterspeelzaal dwingt de gemeente niet om anders te beslissen. Uit de overgelegde stukken blijkt voorts dat de gemeente een op het oog deugdelijk gladheidbestrijdingsplan hanteert en dit plan in nauw overleg met de weerdeskundigen van Meteovista, indien nodig, uitvoert. Van nalatigheid is in beginsel dan ook geen sprake.
Van nalatigheid zou nog sprake kunnen zijn indien in het verleden vele klachten zouden zijn geuit over gladheid op de Groene Loper en de gemeente, hoewel hiermee bekend, desondanks heeft nagelaten de Groene Loper (als weg met 1e prioriteit) in het strooiplan op te nemen. Dit is echter niet het geval. Ter comparitie is, nadat telefonisch navraag is gedaan, door de gemeente onweersproken gesteld dat (in haar registratiesysteem) geen klachten over gladheid op de Groene Loper uit het verleden bij haar bekend zijn, zodat van de juistheid daarvan dient te worden uitgegaan. Niet valt in te zien hoe de gemeente, zoals door eiseres is gesteld, middels een waarschuwingsbord voor gladheid op de Groene Loper bij winterse weersomstandigheden had moeten waarschuwen, als zij niet met deze gladheid bekend was. Bovendien kan niet worden verwacht dat de gemeente bij elk pad een bord plaatst met een waarschuwingstekst voor eventuele gladheid. Er is geen sprake van een (bijzondere) waarschuwingsplicht ten aanzien van de Groene Loper.
4.12 Van nalatigheid in de redelijkerwijs te betrachten zorg is gelet op het voorgaande geen sprake. Andere omstandigheden die deze conclusie rechtvaardigen zijn gesteld noch gebleken.
(enz.)
Rechtbank ’s-Gravenhage 30 mei 2012, NJF 2012, 307
Auteur: Margriet Verhoog
Reactie plaatsen •