Rob Koeze: 'Verticaal evacueren'
'Er is nu een eerste inventarisatie uitgevoerd naar het overstromingsgebied dat ontstaat na een dijkdoorbraak op drie punten rond Amsterdam als gevolg van extreme omstandigheden’
Overstromingen ontstaan door een dijkdoorbraak of door water van bovenaf. Hoewel de schade van beide enorm kan verschillen, kun je achter de dijken in soms vergelijkbare beschermingsmaatregelen treffen. En die hoeven niet per se immense investeringen te vergen. Als je maar samen optrekt, investeringen ‘koppelt’ en ook simpele maatregelen niet over het hoofd ziet. Een gesprek met Rob Koeze, strategisch adviseur bij Waternet.
Rob Koeze doet meer dan zijn functiebeschrijving vermoedt. Niet de strategie van Waternet als bedrijf, maar de strategie rond wateroverlast in en rond de stad Amsterdam vergt zijn aandacht. In opdracht van het bestuur van het Waterschap en van B&W van de stad Amsterdam, coördineert hij het programma Amsterdam Waterbestendig, dat weer onderdeel vormt van de uitvoering van het tweede Deltaprogramma.
Koeze: ‘Er is nu een eerste inventarisatie, of ‘quick scan’, uitgevoerd naar het overstromingsgebied dat ontstaat na een dijkdoorbraak op drie punten rond Amsterdam als gevolg van extreme omstandigheden. We weten daardoor nu vrij precies welke gebieden in welke mate onder water komen te staan en welke mogelijkheden er op dit moment zijn om mensen te evacueren, materiële schade te beperken en - zeer belangrijk - ketenschade te voorkomen.’ Met dat laatste bedoelt Koeze bijvoorbeeld het uitvallen van een energiecentrale hier, waardoor vitale voorzieningen op hoger gelegen gebieden uitvallen.
Blijft er infratructuur over voor evacuatie?
Uitgangspunten voor hem zijn dat het klimaat verandert, dat de zeespiegel stijgt, dat de dijken aan nieuwe normen moeten voldoen en dat het gevoel van veiligheid achter de dijken geen vanzelfsprekendheid meer is op de langere termijn. De risico’s van een dijkdoorbraak kun je afwachten, maar onder aanvoering van minister Schultz van Haegen die haar licht opstak in New Orleans, na de orkaan Katrina, gaat het bij de tweede Deltaprogramma sinds 2008 niet langer meer om een eenlaags bescherming tegen overstromingen door dijken, maar om een meerlaagse bescherming tegen de effecten van overstromingen. Koeze: ‘Bij dit begrip gaat het in eerste instantie nog steeds om dijken die aan de juiste normeringen voldoen, maar daarnaast ook om het beperken van schade en slachtoffers en het beschermen van de vitale infrastructuur in het achterland door een bewuste ruimtelijke inrichting, waaronder waterproof bouwen. En ten slotte gaat het over calamiteitenbestrijding en evacuatie. Daarbij geldt: blijft er bij een overstroming voldoende infrastructuur beschikbaar om mensen te evacueren?’
‘Kennis om de dijken optimaal te houden, is voldoende ontwikkeld’, zegt Koeze, ‘maar het bewustzijn dat je wegen begaanbaar moet houden, ook in geval van een overstroming, is vrij nieuw. Dat betekent dat je niet altijd en overal maar door kunt gaan met het verdiepen en verbreden van wegen. Maar ook, zoals onderzoeker Bas Kolen recent in zijn proefschrift beschrijft, dat je in dieper gelegen delen standaard aan verticale evacuatie moet denken; in hoge gebouwen, desnoods op de eigen zolder.’
Voorzorgsmaatregelen
‘In Japan is het heel gewoon dat er Tsunami-oefeningen worden gehouden, of wel: evacuatie-oefeningen’, vervolgt Koeze. ‘En wat in New York gebeurt, is dat de stroomkastjes bij overstromingsgevaar uit de metrobuizen worden gehaald. Dat voorkomt kortsluitingen en na de vloed is de metro weer snel operationeel. Een andere voorzorgsmaatregel is het verplaatsen van noodaggregaten van essentiële voorzieningen van de kelder naar een hogere etage. Als je zo denkt, kun je vooraf schade beperken aan vitale functies als telecommunicatie, ziekenhuizen, elektriciteitscentrales en weg- en spoorinfrastructuur.
Elders bergen
Waar Koeze met veel wegbeheerders en partners in en rond Amsterdam over spreekt, is het werken aan een waterrobuuste inrichting bij nieuwbouw, verbouw en herinrichting. ‘Het is niet nodig om direct de hele stad aan te pakken, maar neem de juiste maatregelen als er sprake is van nieuw- of herbouw. Belangrijk is ook dat samen naar de mogelijkheden kijken. Zo kan er bijvoorbeeld een zwakke plek zijn in een spoordijk, die niet tot operationele spoorrisico’s lijdt, maar mogelijk wel tot evacuatieproblemen. Waarom daar dan niet samen in investeren, in plaats van te wachten tot ProRail het agendeert in een meerjarenplan. En zelfs in onze organisatie zie je zwakke plekken’, erkent Koeze. ‘Zo liggen er in Zuidoost diepe polders waar we een opslag hebben van noodmaterialen. Daar hebben we bij een overstroming niets meer aan, dus kijken we nu of we ze elders kunnen bergen.’
Rood-witte stokken
Het is nog te vroeg om tips te geven over maatregelen, maar belangrijk vindt Koeze: ‘Kijk eens hoe je wegennet erbij ligt. Blijft dat droog onder extreme omstandigheden? En zo niet. Denk dan bijvoorbeeld aan het strategisch opslaan van rood-witte stokken, in gebieden die tot een halve meter onder water komen te staan. Zodat je bij een overstroming alsnog kunt aangeven waar de wegkanten liggen, en vrachtwagens toch de weg op kunnen.’
‘Kortom, de dijken blijven essentieel, maar het kan altijd een keer mis gaan. Daar sorteren we nu op voor door bewustzijn te creëren, de schade te beperken, ketenschade te voorkomen en snel te kunnen evacueren, horizontaal of verticaal.’
Rob Koeze, strategisch adviseur Waternet
Reactie plaatsen •