Eljakim Koopman: 'Klimaatadaptatie is één groot waterbeheerfeest'
De maatregelen voor de toekomst zitten niet meer uitsluitend in ‘de buis’, dat lukt niet meer. Dus breiden we het spectrum aan maatregelen uit
‘Stap van het idee af dat je het redt met de rioolbuizen. Zoek zoveel mogelijk profiteurs van een mooie waterafvoer. Voor een betonnen bak onder de grond krijg je de handen niet op elkaar, maar voor een beekje in de stad wel. En vergeet niet dat we ook kampen met extreme droogte.’ Een gesprek met Eljakim Koopman, programmamanager Klimaatadaptatie bij Waternet.
De natuur, met steeds frequentere intensievere hoosbuien, daagt Koopman en collega’s uit tot steeds nieuwere oplossingen. En dat allemaal in Amsterdam. ‘Een fijne stad’, waar Koopman graag zijn bijdrage aan wil leveren. Vraag je hem naar klimaatadaptie dan vertaalt hij dat in ’een groot waterbeheerfeest’.
Zandbak
Koopman studeerde watermanagement aan de TU Delft. Een min of meer logische keuze, want al in de zandbak bouwde hij waterwerken. Op zijn derde behaalde hij zijn zwemdiploma, omdat water een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem had. Het bouwen bleef zijn drijfveer: hij bouwde zijn eigen auto en heeft plannen zijn eigen huis te bouwen. De ultieme baan vond hij bij Waternet in Amsterdam. Eerst als rioolbeheerder en nu als programmamanager Klimaatadaptatie.
Uitgangspunt voor hem is dat de maatregelen voor de toekomst niet meer uitsluitend in ‘de buis’ zitten. ‘Dat lukt niet meer, dus breiden we het spectrum aan maatregelen uit. We hebben hiervoor het programma Amsterdam Rainproof’ opgetuigd, dat wordt betaald uit de rioolheffing ( lees ook het verhaal van Daniel Goedbloed op pag 28).
Normbui
Koopman: ‘De buizen voeren het hemelwater goed af tot het niveau van de normbui. Maar gaat het harder regenen, dan komt er water op straat te staan en waar gaat het dan heen? We hanteren in Nederland als norm dat het riool maximaal 1x per 2 jaar tot wateroverlast mag leiden. Nu zie je de frequentie van extreem intensieve buien toenemen waardoor de buizen het water dan even niet kunnen verwerken. De regen blijft weliswaar vaak binnen het ontwerp-uurgemiddelde van 20 mm per uur, maar we meten nu al buien met een neerslag van100-120 mm/per uur, die overigens geen uur duren. En dan gaat er toch water op de straat staan.
Daarom kijken we naast het rioleringsstelsel, naar de inrichting van de openbare ruimte. Kan de straat in sommige delen van de stad het water opvangen als een soort rivier om de huizen droog te houden, of moeten we bij vitale infrastructuur juist de weg vrijwaren van wateroverlast en waterbufferzones op maaiveld aanleggen en ervoor zorgen dat de schade beperkt blijft in gebouwen die mogelijk kunnen onderlopen?
Hoe ver wil je gaan?
Klimaatadaptatie doe je niet in één jaar’’ vervolgt Koopman. ‘Ons doel is om een totaalstelsel in 2050 zover op orde te krijgen dat het een nieuwe normbui kan verwerken. Maar waar leg je die norm? Welk serviceniveau wil je bieden? En in welke mate levert het rioolstelsel een oplossing voor de afvoer? Die discussie wordt nu gevoerd. Want hoever kun je en wil je gaan in het vergroten van de buis- en kolkcapaciteit voor extreme hoosbuien?
We hebben wel eens een berekening gemaakt voor een bui met een gemiddelde van 60 mm/uur die één keer in de 50 jaar voorkomt. Wat betekent dat voor de diameters van je rioolstelsel? Dat is eigenlijk al niet meer te overzien, en stel dat je enorme buizen gaat aanleggen past een bui van 70 mm/uur daar ook weer niet in
Stuwtje
Waar Koopman echt warm van wordt is een experiment met een polderdakberging. Dat levert hem een glimp van nieuwe mogelijkheden voor Waternet om regenwater af te voeren. Het gaat om waterberging op een dak dat tot 70 mm/uur regen kan bergen. ‘Er zit een stuwtje op dat wij als Waternet kunnen bedienen’. Daarmee kunnen wij het water vasthouden tot het riool weer capaciteit heeft om het af te voeren. Zo kun je met de weervoorspelling in de hand de aanvoer reguleren. Bij meerdere daken, wordt dat een substantiële maatregel.
‘Ook bestuurlijk kun je iets doen. Zo willen we graag dat het regel wordt dat als je een oppervlakte verhardt, dat ter plaatse compenseert met een vorm van waterberging. De experimenten die nu plaatsvinden geven daar handvatten voor.’
Mooi maken
‘Ik ben van het slag dat je altijd op zoek moet gaan naar nieuwe maatregelen. Niet uitsluitend denken aan hogere capaciteiten uit het bestaande materieel, maar ook: hoe ga je de stad mooi maken? Die kennis zit bij waterontwerpers en bij architecten. Zet die twee bij elkaar en vraag hen om aan de stad te laten zien: dit kun je ook doen.’
Wat is ten slotte Koopmans tip voor collega-rioolbeheerders?
‘Maak het mooi, probeer niet alleen aan de watercomponent te denken, maar zoek zoveel mogelijk profiteurs van een mooie waterafvoer. En vergeet niet dat we ook kampen met extreme droogteperiodes. Die risico’s zijn even groot. Breng daarom nieuwe maatregelen met elkaar in verbinding.’
Eljakim Koopman, beleidsadviseur Waterketen en programmamanager Klimaatadaptatie bij Waternet
Reactie plaatsen •