Fraunhofer Instituut analyseert internationale best practices
'Teams namen zo’n 400 interviews af voor een model dat met 83 parameters kansen in beeld brengt’
Alanus von Radecki, projectleider ‘Morgenstadt’ aan het Fraunhofer Intituut, Stuttgart
Alanus von Radecki is projectleider ‘Morgenstadt’ bij het Fraunhofer Instituut, het Duitse TNO, in Stuttgart. ‘Morgenstadt’ doet sinds 2012 (internationaal) onderzoek naar de stad van de toekomst. Von Radecki: ‘We fungeren als incubator en analyseren best practices. We zien goede oplossingen die goedkoper èn complexer worden omdat steeds meer stakeholders meepraten en systemen connected moeten zijn.’
Wat zijn nu uitvindingen die ons dagelijkse leven aangenamer maken? Hoe besparen we energie? Hoe houden we onze lucht schoon, ons afval beperkt, onze steden veilig en groen en ons verkeer filevrij? Kunnen we een stad ontwikkelen met huizen die energie opwekken èn energie distribueren? En ten slotte: hoe ziet de stad van onze dromen eruit? Het Fraunhofer Instituut doet er al drie jaar onderzoek naar in het project Morgenstadt.
Von Radecki: ‘Als er érgens winst te behalen valt op het gebied van energiegebruik, leefbaarheid en duurzame mobiliteit, is het in de steden. Daar willen we de uitdaging aangaan. Steden van vandaag maken nog veel gebruik van gedateerde systemen en achterhaalde technologie. En zijn nog allesbehalve duurzaam, flexibel, efficiënt en energiezuinig. Voor zowel mens als natuur is het nodig dat steden veranderen. Innovatief, flexibel, leefbaar en duurzaam worden de standaard.’
Morgenstadt is gefundeerd op zeven onderzoeksgebieden: energie; gebouwen; productie en logistiek; mobiliteit; communicatie en informatie; veiligheid en stedelijke organisatie. We zoomen in dit gesprek in op mobiliteit. Von Radecki: ‘Hoe komen mensenmassa’s in de stad van morgen het meest efficiënt van A naar B, terwijl de kwaliteit van leven overeind en de negatieve invloed op het milieu beperkt blijft? Daar willen we alles over weten. En zoeken naar interessante oplossingen die naar ons idee verder ontwikkeld kunnen worden. Bijvoorbeeld super efficiënte transportsystemen zoals in Hong Kong of emissievrije mobility on demand-oplossingen. Zulke ontwikkelingen willen we verder analyseren en gaan begrijpen hoe een uitmuntende stad werkt. Zo fungeren we ook als incubator voor innovatieve projecten en dat trekt ook private investeerders aan.’
Auto’s huren als het nodig is
Met mobility on demand maakt Von Radecki een knipoog naar Helsinki. Het gemeentebestuur van de Finse hoofdstad is gecharmeerd van het lonkende idee dat we in de toekomst geen auto’s meer hoeven te bezitten. We huren er een als het nodig is. Dit soort best practices kunnen voor andere steden als voorbeeld dienen.
Het onderzoek startte in 2012 in Duitsland en ging al snel internationaal. Het instituut wilde weten waarom sommige steden beter scoren dan anderen. Best practices werden gevonden in Europa (3), Noord-Amerika (1) en Azië (2). Het instituut koos vervolgens de steden: Berlijn, Freiburg, Kopenhagen, New York City, Singapore en Tokio uit een shortlist van 300 steden. Teams van zes tot acht onderzoekers namen daar zo’n 400 interviews af. Met een model van 83 parameters werden kansen in beeld gebracht. Daaruit ontstond een methodologie om weer nieuwe steden te onderzoeken.
Onderzoeksresultaten voor het eigen netwerk
Von Radecki: “De onderzoeksresultaten zijn in principe alleen beschikbaar voor onze partners, bedrijven en steden die tegen betaling in het netwerk zitten. Wat ik kan vertellen is dat we veel initiatieven zien rond terugdringen van autogebruik. Kopenhagen en Berlijn steken veel geld in hun fietsinfrastructuur, want fietsen is gezond en tijdbesparend in de stad. Verder is het goed voor de luchtkwaliteit en goed tegen files. Ook Singapore is vermeldenswaard. Daar betalen automobilisten belasting voor gebruik van de auto in de spits. Die maatregel nemen ook Londen en Stockholm. Populair zijn verder realtime data-analyses om files te voorkomen en zelflerende systemen die verkeers- en mensenstromen monitoren en hotspots identificeren. Ook elektrische voertuigen zijn populair en concepten voor autodelen zoals Snappcar. In grote lijnen worden oplossingen goedkoper, maar ook complexer, want systemen moeten connected zijn en steeds meer stakeholders willen meepraten.’
Wat kunt u zeggen over duurzame mobiliteit in Nederland?
Von Radecki: ‘Nederland is goed bezig. We hebben onder meer Amsterdam, Rotterdam en Utrecht onderzocht in een ander project. Amsterdam blinkt uit in elektrisch vervoer. Veel Nederlandse steden hebben een goede fietsinfrastructuur. We hebben brede fietspaden gezien, en goede markeringen. De fietspaden zijn vaak afgescheiden van autostroken, met minder kans op botsingen. Niet veel steden in andere Europese landen hebben dat.’
Hoe gaat het nu verder?
Von Radecki: ‘Best practices hebben we voldoende. Nu is het zaak onze methodologie toe te passen. De kansen liggen er. Begin november is bekend geworden dat de Europese Commissie gaat investeren in living labs in Manchester, Stavanger en Eindhoven. We zijn blij dat de EU ons onderzoekswerk erkent. Eindhoven diende een voorstel in voor het Europese programma Horizon 2020, met de focus op smart cities. Wij begeleiden, de steden voeren het uit. De nieuwe kennis gaan we monitoren en gebruiken we weer voor andere Europese steden.’
Auteur: Margriet Verhoog
Illustratie:(C) Fraunhofer
Reactie plaatsen •