Behoorlijke instroom voor essentiële functies
‘Een goede opdrachtgever kent alle samenstellende delen van het netwerk’
Een gesprek met Hans Jeekel, topadviseur voor Rijkswaterstaat. Hij adviseert de nationale wegbeheerder over de juiste (vak)kennis, innovatie en relaties met het onderwijs- en onderzoeksveld; nu en in de (nabije) toekomst. Daarnaast is hij deeltijdhoogleraar ‘maatschappelijke aspecten van smart mobility’ aan de TU Eindhoven. Hoe kijkt hij aan tegen mobiliteit in de toekomst en hoe werkt hij aan de juiste vakkennis daarvoor?
Jeekel: ‘Op de TU werk ik voor een deel vanuit een programma dat de TU, RWS en I&M beleid gezamenlijk financieren, van Automobility naar Smart Mobility. Vraagstukken die worden onderzocht zijn onder meer: als we autonoom kunnen gaan rijden, hoeveel procent vindt dit dan een aantrekkelijk alternatief en hoeveel procent gaat dan daadwerkelijk zo’n voertuig kopen? Maar ook: hoe gaan we in de toekomst het stedelijk mobiliteitssysteem vormgeven? En, hoog op de agenda: zal de auto een ov-rol aannemen? Apps maken het immers mogelijk om vraag en aanbod van vervoermiddelen bijeen te brengen, waaronder de particuliere auto. Zo kun je digitaal liften of wat bijverdienen met je auto. Ontwikkelingen die overigens nog haaks staan op de gevestigde mobiliteitsorde.’
Kennis en instroom
‘Nieuwe vormen van mobiliteit vragen nieuwe kennis, en tegelijkertijd moet er kennis behouden worden over het wegbeheer en de infrastructuur, dat blijft belangrijk.’ Hoe staat het met kennis, ontwikkeling en innovatie binnen Rijkswaterstaat? Jeekel: ‘We hebben binnen de organisatie al een aantal dingen gedaan. We hebben geïnventariseerd hoeveel mensen de dienst verlaten in de komend zes tot tien jaar, waaronder ikzelf. Op basis daarvan én op basis van de nieuwe rol die Rijkswaterstaat gaat spelen - van ontwerper en uitvoerder naar deskundig opdrachtgever, die soms ook nog zelf ontwerpt -, stelden we vast hoeveel mensen met welke competenties we de komende 6 tot 10 jaar moeten werven op hbo- en wo-niveau. Dat betekent een behoorlijke en noodzakelijke instroom in de komende acht jaar om alle essentiële functies te vervullen.
Vervolgens hebben we gekeken wáár we deze mensen gaan werven. Dat is enerzijds via de hbo-opleidingen en universiteiten, anderzijds via het werkveld, zoals bijvoorbeeld via ProRail of de advieswereld. We willen in meerderheid jonge afstuderenden werven. Voor de instroom hebben we voor heel Rijkswaterstaat acht zwaartepunten benoemd, waarvan er één dicht bij de verkeerskunde ligt. Het gaat dan met name om kennis van in-carsystemen in relatie tot verkeersmanagement, en om wegenbouw en wegontwerp. Voor een goede relatie van Rijkswaterstaat met de opleidingen, maar ook voor het onderzoek hebben we nu een beleid op wo-niveau en dit najaar volgt een uitgewerkt beleid op hbo-niveau. Doel is als Rijkswaterstaat zichtbaar te zijn, bekend te raken en bekend te zijn in de opleidingen en in het onderzoek. We werken met zes prioritaire universiteiten en willen aan de slag met de hbo-opleidingen civiele techniek, mobiliteit, en watermanagement en zijn al bezig met de Dutch Delta Academy’
Opleiding en werkveld
‘Op deze manier slaan we een brug tussen opleiding en werkveld. Zo zijn er voor (en tijdelijk straks ook bij) Rijkswaterstaat en bij het ministerie AIO’s werkzaam in grote kennisprojecten. En denk ook aan samenwerkingsverbanden als Traffic Quest waarin kennis van verkeersmanagement uit wetenschap en praktijk wordt gebundeld. We kijken binnen RWS waar verkeerskunde wordt opgeleid, brengen dat in kaart en bieden ook stage- en afstudeerplekken aan. RWS wil ook samen optrekken als het over opleidingen, onderzoek en instroom gaat, zowel met andere wegbeheerders in het kader van WOW (wegbeheerders ontmoeten wegbeheerders) als met de organisaties die bezig zijn met het ontwerp van infrastructuur zoals de VIO (Vereniging voor Infraontwerp). Zij stimuleren bijvoorbeeld wegontwerp in het onderwijs door een afstudeerprijs uit te schrijven.
Al dit werk sluit aan op de ‘kennisboom’ van Rijkswaterstaat waarin we voor de 17 hoofdkennisvelden voor de dienst de expertise samenbrengen. Kennis moet ook intern beter gaan stromen en Jeekel schroomt niet om hierbij ‘het gilde’ als voorbeeldmodel te noemen. Maar dan wel een ‘gilde 2.0’, waarin ‘de meester’ ook van zijn ‘gezellen’ leert. De oude middeleeuwse hiërarchie past niet in de netwerksamenleving, maar de behoefte om te leren blijft.’ Belangrijk aan dit bewezen systeem noemt Jeekel ‘de leerorganisatie die als doel heeft om permanent beter te worden’.
‘Permanent beter worden’ is voor de verkeerskundige poot binnen Rijkswaterstaat meer dan actueel. Jeekel: ‘De hele afwikkeling van het verkeer valt en staat bij een goed wegontwerp en een goed netwerk. Maar om het verkeer goed af te wikkelen, moeten we ook weten hoe het verkeer zich ontwikkelt en goed zien welke nieuwe mobiliteitsconcepten gaan ontstaan. En dan moet het ook allemaal veilig zijn. Om een goede opdrachtgever te zijn, moet je meester zijn in netwerkbeheer. Je moet op systeemniveau precies begrijpen hoe je het netwerk vertaalt naar verkeer en naar maatwerk voor de individuele weggebruiker. Anders gezegd: je kunt een goede opdrachtgever zijn als je alle samenstellende delen van het netwerk kent.’
Auteur: Margriet Verhoog
Hans Jeekel, topadviseur Rijkswaterstaat en deeltijdhoogleraar TUe
Reactie plaatsen •