In deze rubriek behandelen we vragen van weggebruikers over verkeerskundige situaties. We leggen deze vraag voor aan afdeling Verkeer en Infrastructuur, gemeente Den Haag, maar zijn benieuwd of u dit probleem in uw gemeente tegen bent gekomen en hoe u dit zou oplossen. Reageer!
Vraag: De heer D. van de Ende, verkeerspolitie Haaglanden
Bij een voetgangersoversteekplaats (VOP) moeten bestuurders, de voetgangers – die aanstalten maken om over te steken – voor laten gaan. Vaak worden VOPs ook ‘in de verkeerslichten’ gezet. Dat is in principe niet nodig. Kanalisatiestrepen voldoen dan. Ook wordt soms de verkeerde bebording gebruikt om VOPs aan te duiden. Bord L2 hoort bij de VOP maar bord J22 wordt ook regelmatig bij de VOP geplaatst. En ook worden VOPs nogal eens op ongebruikelijke plaatsen toegepast. Waarom is er in een gemeente als Den Haag geen eenduidigheid in de uitvoering van VOPs?
Antwoord: afdeling Verkeer en Infrastructuur, gemeente Den Haag
Voor een oversteekplaats is een verkeersbesluit verplicht. Daarom wordt elk voorstel voor een oversteekplaats, inclusief bebordingsplan, getoetst in het VOV en vervolgens nog apart door de politie. Daarmee zorgen we voor een eenduidige uitvoering, op papier en op straat. Maar soms gaat het op straat mis, wordt een bord weggehaald voor werkzaamheden of verkeerd terug gezet. De situatie op de foto van de Groot Hertoginnelaan is zo’n voorbeeld. Het is inderdaad niet nodig een zebra aan te leggen als er verkeerslichten staan. Toch kiest Den Haag er voor om op zoveel mogelijk plekken zebra's toe te passen. Juist vanwege de eenduidigheid. Bovendien vallen zebrastrepen meer op dan kanalisatiestrepen en zijn oversteekplaatsen zo beter zichtbaar.
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •