Jan Willem Ooms van de Politieacademie geeft antwoord op de volgende vraag wat de afstand tussen drempels minimaal moet zijn, en of een dertig kilometer-zone ook mogelijk iszónder drempels.
Is er een wettelijk bepaald minimum voor de afstand tussen plateaus en drempels, en is het verplicht drempels te plaatsen in een dertigkilometergebied of kan dat ook zonder? Jan Willem Ooms (Politieacademie) geeft antwoord.
"Er is nergens voorgeschreven wat de afstand minimaal of maximaal moet zijn tussen verticale snelheidsremmers (drempels en plateaus). Het is de bedoeling dat het toegestane snelheidsregime zoveel mogelijk wordt afgedwongen door de inrichting van de weg. Het is aan de ontwerper van de weg om deze zodanig vorm te geven dat het verkeer min of meer automatisch met de juiste toegestane snelheid rijdt. De ontwerper kan hiervoor verschillende mogelijkheden benutten, zoals bochten, chicanes en/of asverspringingen, maar vaak worden ook verticale snelheidsremmers gebruikt, vaak in combinatie met andere inrichtingssvormen. Verticale snelheidsremmers blijken behoorlijk effectief om de snelheid te verminderen. Wanneer op een route veel vrachtverkeer voorkomt of wanneer daar een buslijn loopt, zullen drempels en plateaus soms minder toegepast worden in verband met de extra overlast die dan ontstaan door geluid en trillingen. Het is aan de wegbeheerder om uiteindelijk een afweging te maken welke snelheidsremmende maatregelen de voorkeur verdienen. Het is dus ook denkbaar dat in een bepaalde 30-zone een andere keuze gemaakt is om de snelheid te beïnvloeden dan om drempels te gebruiken. Het staat de wegbeheerder vrij om daarin zijn keuzes te maken. Wel zijn er door het CROW richtlijnen opgesteld waar verticale snelheidsremmers aan moeten voldoen wanneer zij gebruikt worden. Zie hiervoor hun publicatie nr 344: Richtlijn drempels, plateaus en uitritten."
"De enige wettelijke basisregels die betrekking hebben op uw vraag staan in de ‘Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens’. Ik noem daaruit hoofdstuk II, Paragraaf 4, bordcategorie A: De in te stellen maximumsnelheid dient in overeenstemming te zijn met het wegbeeld ter plaatse, Dit betekent dat waar nodig de omstandigheden op zodanige manier zijn aangepast dat de beoogde snelheid redelijkerwijs voortvloeit uit de aard en de inrichting van de betrokken weg en van zijn omgeving."
Reactie plaatsen •