De redactie van Verkeerskunde ontving een vraag: “Als elke verkeersdeelnemer op de snelweg constant 90 km/uur rijdt, verbetert de doorstroming. Klopt het dat de reiziger dan ook minder reistijd kwijt is?”
Hans van Lint, professor Traffic Simulation & Computing aan de TU Delft, is gespecialiseerd in verkeerssimulaties. Volgens hem is het antwoord niet eenduidig te geven.
“De doorstroming per rijstrook blijkt maximaal bij ongeveer 90 km/uur. Automobilisten durven dan gemiddeld tussen de 35 en 40 meter (incl. voertuiglengte) afstand van elkaar te houden. De volgtijd tussen twee auto’s bedraagt dan tussen de 1,2 en 1,6 seconde (volgafstand/snelheid). Kortere volgtijden komen wel voor, maar nooit heel lang. Dat betekent dat er in een uur tussen de 2250 en 2600 voertuigen over één rijstrook kunnen. Dat is heel veel in vergelijk met de 1800 voertuigen per uur, als we allemaal de twee seconden regel zouden aanhouden.”
Menselijk gedrag
Dus hoe korter de volgtijd bedraagt, hoe meer voertuigen per uur er over de rijstrook kunnen. Maar in de praktijk hebben we natuurlijk wel met menselijk gedrag te maken. “En daar wringt natuurlijk een schoen”, gaat Van Lint verder. “Doorstroming gaat niet over snelheid, maar over hoe kort mensen op elkaar durven te rijden. Hoe hoger de snelheid, hoe moeilijker en gevaarlijker dat is, want de menselijke reactietijd ligt zo tussen de 1 en 2 seconde. Dat is in dezelfde ordegrootte als de bovengenoemde volgtijd bij 90 km/uur!”
“In druk verkeer moeten we dus heel sterk op onze anticipatie en op elkaars rijgedrag vertrouwen. Constant 90 km/uur blijven rijden is te doen, maar bij die snelheid een constante heel korte volgafstand aanhouden is andere koek. Je hebt immers nauwelijks tijd om te corrigeren. En als er iemand invoegt is er simpelweg minder ruimte voor iedereen. Dat betekent remmen, en zo ontstaat een kettingreactie van rembewegingen en uiteindelijk onvermijdelijk file, waarna de doorstroming instort, soms tot ver beneden de 1800 voertuigen per uur.”
Effectieve maatregelen
Om de doorstroming in drukke verkeerssituaties te verbeteren, moeten automobilisten dus echt constante volgtijden aanhouden én elkaar daarvoor de ruimte geven. Daar kunnen een aantal maatregelen bij helpen. “Toeritdosering helpt enorm (geleidelijkere invoegingen). Netjes ritsen aan het einde van de invoeging is ook effectief. In-car technologie (adaptive en/of cooperative cruise control) natuurlijk ook. Dan zou je in theorie ook nog wel harder kunnen rijden en ondertussen een krantje kunnen lezen. Er zijn redenen om daar optimistisch over te zijn Maar paradoxaal genoeg is erbewijs dat in-car technologie de doorstroming maar beperkt verbetert of zelfs verslechtert als niet voldoende automobilisten meedoen.”
En daarom luidt zijn eindoordeel: “Een veel effectievere manier om de doorstroming en ieders reistijd te verbeteren is daarom toch gewoon om minder in de auto te stappen.”
Hans van Lint, professor of Traffic Simulation and Computing, TU Delft
De kern is eerder dezelfde snelheid voor alle voertuigen op hetzelfde traject.
Ingediend door Johan De Mol op do, 14/03/2019 - 14:24
Interessant en ik ben het eens met het eindoordeel. Op dit moment wordt er in dit stuk vooral geredeneerd op de capaciteit door de snelheid en tussenruimte. Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat het effect van 90 rijden is op file vorming. Want als iedereen even hard mag en kan (vrachtwagens dus ook) lijkt mij dat dit enorm zou reduceren.
Ingediend door Jan Brecht Sch… op di, 28/06/2022 - 13:14
Reactie plaatsen •