In deze rubriek behandelen we vragen van weggebruikers over verkeerskundige situaties. We leggen deze vraag voor aan W.M. van Vlierden, voorzitter van de normcommissie 351041 NEN 2443, maar zijn benieuwd of u dit probleem in uw gemeente tegen bent gekomen en hoe u dit zou oplossen. Reageer!

Vraag:  de heer B. van Eerd, Voorschoten

Regelmatig word ik geconfronteerd met kleine beschadigingen aan de auto na het parkeren in een parkeervak. Er zullen wel wettelijke regels zijn voor de breedte van de vakken, maar is het in de praktijk inmiddels niet zo dat de meeste vakken te klein zijn om in- en uit te kunnen stappen zonder dat de portieren de auto's aan weerszijde raken? Hoe wordt hiermee omgegaan in richtlijnen van dergelijke parkeervakken?  

Antwoord: de heer  W.M. van Vlierden, voorzitter van de normcommissie 351041 NEN 2443

Deze vraag leeft evenzeer bij beheerders, exploitanten, eigenaren en dus ook bij ontwerpers van parkeervoorzieningen. Er zijn geen wettelijke bepalingen voor afmetingen van parkeervakken, maar wel brochures en normen die als maatgevend gelden. VEXPAN het platform voor parkeren in Nederland, werkt nauw samen met het CROW en NEN aan het accuraat houden en zonodig herzien van parkeerbrochures en -normen. Zo geeft de NEN 2443 bijvoorbeeld afmetingen voor het 'parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages'. Uitgangspunt hiervoor is een zogenoemd normvoertuig. In de periode 1978 tot 2010 (zie tabel) zijn de afmetingen van dit normvoertuig toegenomen met 30 centimeter lengte, 8 centimeter breedte en 23 centimeter extra draaicirkel. Daarnaast zijn de lengte en de dikte van autoportieren toegenomen als gevolg van veiligheidseisen en comfort bij het in- en uitstappen. Deze wijzigingen hebben geresulteerd in een herziene versie van de NEN 2443, die dit jaar wordt gepubliceerd. Hierin is onder meer een minimale parkeervakbreedte van 2,40 meter en een voorkeur voor 2,50 meter opgenomen. 

Klik hier voor de tabel