Wisselwerking ov en ruimte voor leefbare Randstad
Willem Benschop, OV-bureau Randstad
‘Omdat verkeer en vervoer in de Randstad over vele schijven loopt, merkt de burger nog niet veel van de versterkte samenwerking tussen ov en ruimtelijke ordening. Maar deze is op bestuurlijk niveau wel aanwezig.’
Het openbaar vervoer scoort goed in de stedelijke gebieden van de Randstad. Maar het kan nog veel beter volgens Willem Benschop van OV-bureau Randstad. Door integratie op belangrijke knooppunten en de wisselwerking tussen ov en ruimte te verbeteren kan het ov nog meer bijdragen aan de bereikbaarheid en de leefbaarheid van de Nederlandse metropool.
Een groot deel van de werkgelegenheid en het hoger onderwijs van Nederland is in de Randstad gevestigd. Logisch dus, dat er een sterke vraag is naar vervoer, vooral in en tussen de stedelijke gebieden rond de vier grote steden. Daar liggen de kansen voor het ov, dat er overigens van oudsher al een sterke positie heeft. ‘Maar er zijn ook uitdagingen’, zegt Willem Benschop, directeur OV-bureau Randstad, ‘in tegenstelling tot andere metropolen, zoals Londen en Parijs, heeft de Randstad meerdere kernen die verspreid liggen. Dat maakt het moeilijker om hier voldoende ov-reizigersaantallen voor te krijgen. In gebieden met een hoge concentratie aan werkgelegenheid en woningen gaat dat beter.’
Het loont volgens Benschop zeker de moeite om te investeren in het ov in de Randstad. ‘Door een goed ov blijft de werkgelegenheid in de stedelijke gebieden goed bereikbaar, en gaat de leefkwaliteit omhoog. En er zijn nog allerlei mogelijkheden om het bestaande systeem beter te gebruiken.’
Die mogelijkheden zitten vooral in een betere integratie tussen vervoerders, en tussen ov en ruimte. Het OV-bureau Randstad speelt daarin een ondersteunende en stimulerende rol. ‘We zijn een samenwerkingsverband op het gebied van ov tussen de vier Randstadprovincies, de vier stadsregio’s en het ministerie van Infrastructuur en Milieu’, zegt Benschop, die zelf namens Stadsgewest Haaglanden in deeltijd gedetacheerd is bij het OV-bureau.
10 procent groei na kwaliteitseisen
‘Ons doel is om de kwaliteit van het ov op een hoger plan te brengen. Dat doen we bijvoorbeeld door de implementatie van R-net. Dat is een herkenbare huisstijl voor ov dat voldoet aan hoogwaardige kwaliteitscriteria op het gebied van frequentie en informatievoorziening. De Amsterdamse Zuidtangent is bijvoorbeeld al onderdeel van R-net, en binnenkort zullen ook de nieuwe Haagse trams met deze huisstijl rondrijden.’ Het ‘merk’ R-net lijkt vooralsnog een succes. Zo noteerde vervoerder Connexxion, na het voldoen aan de kwaliteitseisen, een groei van ongeveer 10 procent in het aantal reizigers op hun buslijnen in en om Amsterdam.
Ov-poorten
Wat betreft de integratie van ov gaat de aandacht vooral uit naar belangrijke knooppunten, en werken de Randstedelijke vervoersautoriteiten ook samen met NS en ProRail. Benschop: ‘We hebben een inventarisatie gemaakt van knooppunten waar ov een belangrijke bijdrage kan leveren. Deze noemen we ov-poorten, dat zijn bestemmingen waar spoor, metro, tram en hoogwaardige busverbindingen samenkomen. In de directe omgeving van deze knopen zijn vaak veel werkplekken en scholen te vinden. Daarnaast is het overstappen tussen de verschillende vervoersmogelijkheden belangrijk.’ Het gaat hierbij om de centraal stations van de vier grote steden en andere grote knooppunten zoals Amsterdam Zuid en Rotterdam Blaak. Veel van deze stations krijgen momenteel al een facelift, maar vooral de informatievoorziening over de verschillende vervoersmogelijkheden kan nog beter.
Stedenbaanplus
Als voorbeeld voor de integratie tussen ov en ruimte noemt Benschop het Stedenbaanplus-project, in de zogeheten Zuidvleugel van de Randstad. ‘Dit project hanteert een concept waarin nieuwbouw, voor economische activiteiten of wonen, geconcentreerd wordt rond bestaande haltes van bijvoorbeeld spoor, metro, of Randstadrail, of rond nieuwe haltes langs bestaande ov-routes. Hierin speelt de wisselwerking tussen ov en ruimte een belangrijke rol: is er goed ov dan trek je meer reizigers, maar je hebt ook veel reizigers nodig om het ov beter te maken.’ Een voorbeeld van deze strategie is de wijk Leidschenveen bij Den Haag, die is aangelegd langs het bestaande Randstadrail-netwerk.
Een bus in Amsterdam met de herkenbare R-net huisstijl voor openbaar vervoer
Omdat verkeer en vervoer in de Randstad over vele schijven loopt, merkt de burger op dit moment nog niet veel van de versterkte samenwerking tussen ov en ruimtelijke ordening. Maar deze is op bestuurlijk niveau al wel duidelijk aanwezig. De besluitvorming over verkeer en vervoer en ruimte komt jaarlijks aan de orde in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (BO MIRT) tussen het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de decentrale overheden. Het OV-bureau is hierin de katalysator om de rol van het ov in de samenleving te stimuleren en te versterken. Benschop: ‘We zien nu al dat de afstemming tussen ruimtelijke ambities en infrastructuur beter in het beleid verankerd is. In de toekomst gaan we dat merken doordat er meer stedelijke verdichting zal gaan plaatsvinden in plaats van het aanleggen van nieuwbouwwijken in weilanden. Daarnaast speelt ook de economische crisis een rol en zal daardoor het accent de komende jaren meer op benutten dan op bouwen komen te liggen.
Auteur: Margriet Verhoog
Reactie plaatsen •