PBL: Toenemende reistijden voor OV-reizigers zorgwekkend

donderdag 26 september 2024

De bereikbaarheid van essentiële voorzieningen zoals ziekenhuizen, scholen en werkplekken is voor mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer de afgelopen jaren sterk verslechterd. Dit geldt vooral voor bewoners van landelijke gebieden en de randen van steden, blijkt uit een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Terwijl de auto ook tijdens spitsuren doorgaans de snellere optie is, lopen OV-reizigers tegen steeds langere reistijden aan. Dit heeft vooral gevolgen voor kwetsbare groepen zoals ouderen, jongeren en mensen met lagere inkomens.

Onderzoeker Jeroen Bastiaanssen van het PBL legt in het rapport uit dat het huidige mobiliteitsbeleid de focus heeft gelegd op het verbeteren van snelle, interstedelijke verbindingen. “De investeringen in Intercity-treinen zorgen ervoor dat grote steden goed met elkaar verbonden zijn, maar de fijnmazige OV-infrastructuur binnen en rondom de steden heeft hier onder te lijden gehad,” zegt Bastiaanssen. Hij wijst erop dat deze trend al voor de coronapandemie zichtbaar was, maar dat COVID-19 de situatie heeft verslechterd. “Tijdens de pandemie zijn veel OV-diensten afgeschaald en op veel plekken is het aanbod nog steeds niet volledig hersteld.”

Toenemende reistijden voor zorg en voorzieningen

Dit heeft directe gevolgen voor de bereikbaarheid van zorg. Uit het onderzoek blijkt dat 30 procent van de ouderen in Nederland niet binnen een half uur een ziekenhuis of polikliniek kan bereiken met het openbaar vervoer. Voor 12 procent duurt de reistijd zelfs langer dan 45 minuten. Dit probleem speelt niet alleen in landelijke gebieden, maar ook aan de randen van stedelijke gebieden, waar OV-verbindingen vaak zijn uitgekleed.

Bastiaanssen waarschuwt dat beleidsmakers niet voldoende rekening houden met de grote groep Nederlanders die geen auto heeft. “Zo’n 25 procent van de huishoudens beschikt niet over een auto. Voor deze mensen is de reistijd naar basisvoorzieningen aanzienlijk langer dan voor automobilisten, en dat geldt ook in stedelijke gebieden. We zien vooral dat lage inkomensgroepen en jongeren, die nog geen rijbewijs hebben, hierdoor geraakt worden.”

Mobiliteit en ongelijkheid

De afname van OV-verbindingen draagt bij aan toenemende ongelijkheid, waarschuwt het PBL. Mensen zonder toegang tot een auto hebben niet alleen te maken met langere reistijden, maar vaak ook met minder flexibele vervoersopties, met name in de avonden en weekenden. "Veel bushaltes zijn verplaatst van dorpskernen naar de rand van het dorp, in de veronderstelling dat mensen de laatste kilometers wel met de fiets afleggen. Maar dat is lang niet voor iedereen een haalbare optie, zeker niet voor ouderen en mensen met beperkte mobiliteit."

Concrete oplossingen voor betere bereikbaarheid

Om de verslechterde bereikbaarheid aan te pakken, stelt het PBL drie concrete maatregelen voor. Allereerst moet het openbaar vervoer beter bereikbaar worden met de fiets. Dit betekent investeren in veilige en goed aangelegde fietspaden naar OV-knooppunten. “Door de fiets te integreren in het mobiliteitsplan, kan de toegankelijkheid van het OV worden verbeterd, vooral in landelijke gebieden.”

Daarnaast moet bij de planning van voorzieningen zoals ziekenhuizen, scholen en winkelcentra meer aandacht worden besteed aan bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Bastiaanssen: “Bij de bouw van nieuwe voorzieningen wordt nu vaak onvoldoende rekening gehouden met de toegankelijkheid via het OV, wat vooral voor niet-automobilisten problematisch is.”

De derde maatregel betreft het bouwen van nieuwbouwwijken. Volgens het PBL moet de bereikbaarheid met het openbaar vervoer vanaf het begin een integraal onderdeel zijn van de planning. Dit kan ervoor zorgen dat nieuwe woonwijken minder afhankelijk worden van de auto en dat het OV een aantrekkelijk alternatief blijft.

De bereikbaarheid van voorzieningen is een essentieel onderdeel van mobiliteit, en het PBL waarschuwt dat verdere afschaling van OV-diensten de ongelijkheid in Nederland kan vergroten. “Mobiliteit is meer dan verplaatsen van A naar B. Het gaat ook om gelijke toegang tot kansen en voorzieningen,” concludeert Bastiaanssen.

Meer lezen

Lees hier het hele rapport

 

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief