Vandaag verschenen de jaarlijkse slechtnieuwscijfers van het CBS over de verkeersveiligheid in Nederland. Weliswaar dit jaar verpakt als goed nieuws “42 procent minder verkeersdoden in 25 jaar”, maar in 2024 waren er 675 verkeersdoden te betreuren. 675. Weliswaar is het aantal doden heel licht gedaald ten opzichte van 2023. Toch is er geen reden voor gejuich. Want in het Nederlandse verkeer vielen maar liefst 13 doden per week en we lijken het heel normaal te vinden. Onder fietsers zijn, net als in de afgelopen jaren, de meeste slachtoffers te betreuren. En dus zal snel vanuit allerlei kanten alweer de roep klinken voor een helmplicht. Maar moeten voetgangers dan voortaan ook een helm gaan dragen? Want ook onder die groep weggebruikers is het aantal slachtoffers groot. Of kunnen we, als we écht iets willen doen aan het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers, toch beter de focus leggen op het voorkómen van ongevallen?
'Opnieuw veel verkeersdoden in 2024. Met makkelijke maatregelen komen we er niet.'

Foto: DTV
Fietsers en voetgangers zijn kwetsbaar; eigen schuld, dikke bult?
De vandaag verschenen cijfers laten zien in de periode 2020-2024 meer dan de helft van de omgekomen fietsers in botsing kwam met een gemotoriseerd voertuig. Ongetwijfeld was een aantal van die ongevallen anders afgelopen als de fietser een helm had gedragen. Dus natuurlijk kan het stimuleren van helmgebruik een zekere bijdrage leveren aan het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers. Toch vind ik dat de focus teveel ligt op wat fietsers kunnen doen om minder kwetsbaar te zijn. Want als een voetganger op een zebrapad wordt aangereden en met zijn hoofd op de voorruit terechtkomt, zou een helm misschien ook bescherming kunnen bieden. Maar dat betekent toch niet dat we ook voetgangers voortaan gaan stimuleren om een helm te dragen?
De focus moet veel meer liggen op het voorkómen van ongevallen. Want als we praten over wat kwetsbare weggebruikers zelf kunnen doen om ernstig letsel bij een aanrijding te voorkomen – met adviezen en campagnes als “draag toch een helm!” – blijven we voorbijgaan aan de kern van het probleem: dat de infrastructuur en snelheden te vaak zijn afgestemd op de doorstroming van auto’s, niet op de veiligheid van fietsers en voetgangers. Verkeersveiligheid begint niet bij een helm, maar bij het voorkomen dat je hem nodig hebt.
Ongevallen voorkomen = snelheid verlagen
Het zal weinig mensen verrassen dat een lagere snelheid van gemotoriseerd verkeer leidt tot een minder ernstige afloop van ongevallen. Maar het leidt ook tot veel minder ongevallen. Sterker nog, het verschil tussen 50 km/h en 30 km/h kan voor een overstekende fietser of voetganger het verschil betekenen tussen met 50 km/h op de motorkap belanden, of helemaal niet geraakt worden. Onderstaande afbeelding laat dat mooi zien.

Een automobilist die 30 km/h rijdt, kan bij het maken van een noodstop al stilstaan voor de plek waar dezelfde automobilist pas gaat beginnen met remmen als hij 50 km/h rijdt.
Veel gemeenten werken, aan de hand van het Afwegingskader 30 km/h, aan het verlagen van de maximumsnelheid op verschillende wegen binnen de bebouwde kom. Dat is een positieve ontwikkeling die zal bijdragen aan het verminderen van ongevallen en letselernst. Maar het gaat te langzaam en het is niet genoeg. Als we ervoor zorgen dat bij elk zebrapad en bij elke fietsoversteek het gemotoriseerd verkeer niet harder kán rijden dan 30 km/h, dan geven we automobilisten (letterlijk) meer tijd om te anticiperen op overstekende voetgangers en fietsers – en kunnen heel veel ongevallen worden voorkomen en slachtoffers worden bespaard.
(Ook nieuwe) infrastructuur kent vaak gebreken
Aan de hand van ongevallencijfers en klachten wordt in veel gemeenten gewerkt aan het wegnemen van verkeersveiligheidsknelpunten. Soms blijkt uit locatieonderzoek dat simpele maatregelen tot grote verkeersveiligheidswinst kunnen leiden. Maar heel veel verkeersveiligheidsknelpunten hadden voorkomen kunnen worden, als in het ontwerpstadium meer aandacht was geschonken aan de verkeersveiligheid. Er zijn maar weinig nieuwe infrastructuurprojecten die volledig volgens het boekje zijn aangelegd. (Ik daag iedereen uit om 3 rotondes in Nederland aan te wijzen waar helemaal niks op is af te dingen…) Hoewel er, uiteraard, altijd goede redenen zijn om van de richtlijnen af te wijken, zou verkeersveiligheid in het ontwerp toch een veel belangrijkere rol kunnen en moeten spelen. Het uitvoeren van een verkeersveiligheidsaudit door een gecertificeerd verkeersveiligheidsauditor kan ervoor zorgen dat verkeersveiligheidsrisico’s al tijdens het ontwerp aan het licht komen en worden beperkt. Zo kunnen ongevallen op voorhand worden voorkomen en kunnen (vaak dure) aanpassingen achteraf achterwege blijven.
Wat kunnen wegbeheerders nog meer doen?
Ongevallen zijn altijd het gevolg van een samenloop van omstandigheden. Bij het ontstaan van verkeersongevallen speelt in meer dan 90% van de gevallen menselijk gedrag een rol. Projecten die erop gericht zijn om kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals oudere fietsers (bijvoorbeeld met doortrappen) of schoolgaande jeugd (met verschillende verkeerseducatieprojecten), te helpen om veilig aan het verkeer deel te nemen, zijn dus heel belangrijk.
Maar het juiste gedrag kan ook gestimuleerd (of zelfs afgedwongen) worden door een juiste inrichting van de infrastructuur. Een automobilist nadert een fietsoversteek niet met te hoge snelheid, als een hoge snelheid met fysieke maatregelen onmogelijk is gemaakt. En een voetganger die wil oversteken op een zebra wordt minder snel over het hoofd gezien als de zichtlijnen op orde zijn. Behalve, uiteraard, het onderzoeken en aanpassen van locaties die gevaarlijk zijn (gebleken), kunnen wegbeheerders ook preventief onderzoek doen en maatregelen nemen om ongevallen te voorkomen. Bijvoorbeeld zoals gemeente Den Haag dat doet, door alle zebrapaden in haar stad preventief tegen het licht te laten houden door uitvoering van een zebrascan.
Tot slot kunnen wegbeheerders – als er toch een ernstig ongeval gebeurt – stappen nemen om te leren van wat er is gebeurd en toekomstige ongevallen te voorkomen. Verschillende gemeenten gebruiken hiervoor een verkeersongevallenprotocol, een stappenplan dat houvast geeft voor passende aandacht voor slachtoffers, maar ook voor het voorkomen van nieuwe ongevallen. Ik raad alle wegbeheerders aan om dit stappenplan te gebruiken.
Er liggen voldoende kansen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Laten we ons daarbij vooral focussen op het voorkómen van ongevallen. Als we samenwerken en de juiste stappen zetten, moet het ons toch lukken om het aantal slachtoffers snel verder te laten dalen!