Gedeputeerde Arne Schaddelee: ‘We willen steden gezonder maken’
De Utrechtse gedeputeerde Arne Schaddelee (Mobiliteit, ChristenUnie) vertelt over nabijheid, verbinden en de noodzaak om na te denken over gezonde verstedelijking. Daarbij hoort meteen de uitnodiging om ook mee te denken en te praten, op het Nationaal verkeerskundecongres 2021 in de jaarbeurs in Utrecht. De provincie Utrecht is dit jaar gastheer van het congres.
Door: Marcel Slofstra
Op de dag van ons gesprek heeft het Planbureau voor de Leefomgeving net het rapport ‘Thuiswerken en de gevolgen voor wonen, werken en mobiliteit’ gepubliceerd. “Het rapport geeft een analyse die we wel herkennen, namelijk een grote verschuiving in de vraagstukken waar we voor staan”, vertelt Arne Schaddelee. “We hebben het in mobiliteitsland heel lang gehad over doorstroming, bereikbaarheid, voertuigverliesuren. De nadruk verschuift nu meer naar maatschappelijke belangen, naar leefbaarheid, inpassing, gezondheid, veiligheid. Daar is echt een transitie gaande. Zo zijn we als provincie ook veel ervaring aan het opdoen met hoe we een schaalsprong in het openbaar vervoer kunnen koppelen aan de woningbouwopgave. Als van ons verwacht wordt dat we 150 duizend woningen bijbouwen, dan kan dat alleen met miljardeninvesteringen in het openbaar vervoer vanuit het Rijk. Ook investeringen in fietsinfrastructuur en snelfietsroutes zijn onmisbaar.”
Het thema van het Nationaal verkeerskundecongres is dit jaar ‘nabijheid en verbinden”. Hoe geeft de gedeputeerde daar invulling aan? “Het is heel gaaf om vanuit dat uitgangspunt te mogen inspireren. We kennen als Utrecht ook de visie ‘Utrecht nabij’, vergelijkbaar met de visie op 10-minuten-steden die je in het buitenland ook ziet. Het is belangrijk dat voorzieningen nabij zijn, bereikbaar zijn. Mobiliteit is een middel, geen doel.”
Zoeken naar balans
Bij het invullen van de regio is balans het sleutelwoord, stelt Schaddelee. “We willen gezonde verstedelijking faciliteren, verstedelijking die bijdraagt aan het welzijn en de bereikbaarheid van de mens. Dat past ook binnen de mobiliteitstransitie en de roep om autoluwe binnensteden. We willen ook de binnenstad luwer maken, nieuwe bouwprojecten kennen ook een lage parkeernorm. Maar niet de hele provincie Utrecht is een stad, een groot deel van de inwoners woont in Lopik, Harmelen, Amerongen of in andere dorpen. Daar is mobiliteit echt anders geregeld en is de behoefte daaraan ook anders. Een van de vragen voor het verkeerskundecongres is: hoe combineer je dat met elkaar? Aan de ene kant willen en moeten we de mobiliteitstransitie faciliteren, bijdragen aan het gezonder maken van de stad. Aan de andere kant kan en mag het platteland ook niet op slot komen te staan. Doorstroming, bereikbaarheid en leefbaarheid hebben ook zeker in de rurale gebieden veel met elkaar te maken.”
Gezonde verstedelijking
Utrecht zet in op ‘gezonde verstedelijking’. Wat houdt dat precies in? “Daaronder versta ik dat gezondheid bij alle keuzes die we maken één van de belangrijkste criteria is. We zijn allemaal kwetsbaar en leefstijl is enorm belangrijk voor een gezond leven. Gezondheid is niet door beleid te regelen. Je kunt wél keuzes maken in beleid die een gezonde levensstijl faciliteren. Dat houdt in dat je je bij je keuzes laat leiden door wat het beste is voor de gezondheid. Dat kan gaan om je leefomgeving, over de milieukwaliteit, de luchtkwaliteit en het inpassen van nieuwe woningen. Ook de manier waarop je je verplaatst, speelt een belangrijke rol. Ook daarbij is het belangrijk dat we balans zoeken: je kunt niet verwachten dat iemand uit Wilnis naar de stad gaat lopen, bijvoorbeeld.”
We hebben elkaar nodig
Het verkeerskundecongres is hét moment om rechtstreeks in contact te komen met de vakgroep en experts. “Je hebt elkaar onwijs hard nodig om in balans te blijven. Mobiliteit en voetbal lijken op elkaar; Nederland kent 17 miljoen bondscoaches, maar soms ook 17 miljoen verkeerskundigen. Het is onze taak als politici om de verbinding te leggen tussen maatschappij en experts. Dat houdt in dat je aan de ene kant voeling met hebben en houden met de maatschappij en aan de andere kant goed in contact moet staan met deskundigen.”
“Er bestaat ook zoiets als de veiligheidsparadox. Dat weten verkeerskundigen: hoe veiliger je de omgeving inricht hoe roekelozer mensen zich gaan gedragen. Onlangs hebben we een sessie georganiseerd met Provinciale Staten waarbij een verkeerskundige heel basaal uitlegde hoe dat nou precies zit. Want dat schuurt, dat wat mensen vinden, wat de politiek hoort en wat je vanuit je vakgebied weet. Verbinden werkt ook twee kanten op, van binnen naar buiten, vanuit de politiek naar de samenleving, en andersom. We moeten de samenleving en de overheid continu bij elkaar brengen, met elkaar verbinden.”
Omgaan met de schepping
Schaddelee is gedeputeerde voor de ChristenUnie. Hoe beïnvloeden de partijbeginselen van deze partij zijn visie op mobiliteit? “De bijbel zegt niet veel over verkeer natuurlijk, maar mijn basisprincipes komen wel voort uit mijn levensovertuiging: hoe ga je om met de schepping, met de natuur, met de planeet en met je medemens? Dat vind ik belangrijk. Als we dan kijken hoe we met mensen omgaan, dan valt vervoersarmoede op. Een abstract begrip misschien, maar het raakt veel mensen.”
“Zo was mijn zus een tijdlang gebonden aan een rolstoel. Dat was voor haar een drempel om mee te doen in de maatschappij, omdat ze afhankelijk werd van anderen of van de bus, dat was ingewikkeld. Hoe zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen in de samenleving? Dáár gaat het vraagstuk over. Mobiliteit gaat niet over mooie wegen, maar over het bij elkaar brengen van mensen, dat is ’zo’n basale behoefte van iedereen.”
“Hoe zorgen we ervoor dat we deze wereld, die we te leen hebben gekregen, goed doorgeven aan volgende generaties? Daar heeft verkeer ook een impact op. Dat kun je marginaliseren, je kunt zeggen dat luchtvaart, landbouw of industrie een grotere impact hebben, maar je kunt ook kijken naar waar je wél verschil kunt maken. Dat betekent dat we zoveel mogelijk duurzaam organiseren. Zo is onze doelstelling bij het openbaar vervoer om al in 2028 volledige zero emissie te zijn. Binnen de mobiliteitstransitie zetten we in op fietsen en lopen, de auto komt wat meer achteraan de rij te staan. Ook hier moeten we zorgen voor balans. Vervoersarmoede gaat óók over keuzes die mensen moeten maken, dus we moeten zorgen voor toegankelijk openbaar vervoer, of voor fietspaden die geschikt zijn voor scootmobielen. Leef je in, verplaats je in de ander.”
Kantelpunt
“Nabijheid, als concept, kantelt hoe we over mobiliteit zijn gaan denken. We hebben altijd een fixatie gehad op congestie, op voertuigverliesuren, op de economische schade van files. Tegelijkertijd weten we dat reistijdwinst niet bestaat. Als mensen verder kunnen reizen in dezelfde tijd, dan vergroten ze hun territorium, maar gaan ze niet mínder reizen. Reistijdwinst betekent dat we verder weg kunnen wonen. Ik weet niet of dat altijd slim is. Het is namelijk niemands ambitie om zo lang mogelijk met de auto onderweg te zijn, het gaat over hoe dichtbij de ménsen zijn. Nabijheid gaat over de manier hoe je ergens komt en de impact op de omgeving die dat heeft.”
Ideaalbeeld
“Ik hoop dat we zo ver komen met de mobiliteitstransitie, dat we gezonde verstedelijking mogelijk maken. Door een schaalsprong in het openbaar vervoer te realiseren en ruimtelijk beleid af te stemmen op bereikbaarheidsbeleid, door die dingen met elkaar te combineren, creëer je een verbonden regio. Andere steden hebben in de jaren ’70 en ’80 al een OV-schaalsprong gemaakt, Utrecht is de enige grote stad zonder lightrail en met maar één intercitystation, terwijl de stad wel een belangrijk knooppunt is.”
Reactie plaatsen •