“Het is mijn taak om de natuur te herstellen en robuuster te maken”, vertelt minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal (VVD). “In Nederland is sprake van een natuurcrisis. We hebben te veel gevraagd van de natuur, dat blijkt ook uit de Europese lijstjes waar we echt onderaan staan. Ik ben dus méér dan minister ‘van stikstof’, de natuur staat voorop.”
‘Natuur is de fabriek van ons leven’
Verkeerskunde 2/2023: Klimaat
Dit artikel komt uit Verkeerskunde 2/2023, met het dossier 'klimaat' onder leiding van gasthoofdredacteur Hannah van Amelsfort, de visie van minister van Natuur en Stikstof Christianne van der Wal, blogs, uit de journals, en meer.
Meer lezen? Kijk hier!
Verkeerskunde 2/2023 verschijnt 5 mei 2023. Heeft u al een abonnement?
Van der Wal: “Ik had ook minister van Natuur en Droogte kunnen zijn, bijvoorbeeld. De natuur staat centraal, en minder stikstof uitstoten is belangrijk om de natuur te herstellen. Dat is nodig voor de natuur en voor het verlenen van vergunningen voor projecten. Sinds de uitspraak van 29 mei 2019 door de Raad van State (zie kader Uitspraak Raad van State) staan we voor een voldongen feit. We hebben altijd gewerkt met een systeem van verlenen van vergunningen met daarbij de belofte dat we mínder stikstof gingen uitstoten, maar dat hebben we niet gedaan. De Raad van State heeft echt een lijn getrokken, ‘tot hier en niet verder’: laat eerst maar eens zien dat je minder stikstof uitstoot en dan mag je pas een vergunning verlenen. Dat maakt dat het grootste accent van mijn post nu wel op stikstof ligt, ook al ben ik nadrukkelijk niet ‘minister van stikstof’ maar voor Natuur en Stikstof. Hoewel het departement in de volksmond natuurlijk wel ‘ministerie van stikstof’ heet, is natuur echt de ‘core business’. We moeten de balans tussen economie en natuur herstellen, zodat we een robuuste natuur in ons land hebben. Met een laagje vet erop.”
Afname biodiversiteit
“De populaties van dieren in het wild is sinds 1970 met 69 procent afgenomen”, waarschuwt de minister, “dat gaat echt heel hard. Laten we zuinig zijn op de natuur die we hebben, het gaat om meer dan een paar plantjes: natuur is de fabriek van ons leven. Schone lucht, schone kleding, medicijnen, schoon drinkwater, dat is allemaal afhankelijk van een bestendige en diverse natuur. Gelukkig zijn we ons daar wel steeds meer van bewust. Daarom hebben we ook landelijke programma’s op het gebied van landbouw en natuur, we willen niet alleen de natuur herstellen maar ook substantieel minder uitstoten. Dat is ook belangrijk om doelen op het gebied van waterkwaliteit te halen, en voor de klimaatdoelen. Dat doen we nu allemaal in één keer, en dat is niet voor niets, want we moeten voorkomen dat boeren nu alles investeren op het reduceren van stikstofdepositie om daarna weer voor andere problemen te staan. We moeten het in één keer goed doen, zodat we een sterke agrarische sector, een sterk landelijk gebied én een gezonde natuur bewerkstelligen, en daarvoor is méér nodig dan enkel stikstofreductie.”
Boeren voor de deur
Bij veel mensen zijn de beelden bekend: protesterende boeren met de trekker op de oprit van de privéwoning van de minister. Ze is empathisch, maar wel duidelijk. “Het is niet normaal dat mensen, wie dan ook, elkaar thuis opzoeken omdat je een meningsverschil hebt, dit gaat echt een grens over. Ik snap de zorgen van de boeren echt wel, die vragen zich niet alleen af wat de besluitvorming voor henzelf betekent, maar ook voor hun gezin en hun toekomst. Het gaat om de transitie van een hele sector. Zij willen ook weten hoe ze hun boterham straks moeten verdienen. Maar een tiental tractoren bij je thuis komt erg intimiderend over.”
“Ook als ik dit vooraf had geweten, had ik de ministerspost aanvaard. Het moet gewoon gebeuren, de natuurcrisis is één van de belangrijkste dingen om nu op te lossen. Eigenlijk is de oplossing ook heel overzichtelijk, want er is maar één oplossing: namelijk het reduceren van schadelijke uitstoot. De vraag is hoe je tot die oplossing komt, samen met de sector, samen met natuurorganisaties en samen met provincies. Dat zijn moeilijke besluiten waar veel weerstand tegen kan zijn, maar we willen dat wel sámen met de betrokkenen oplossen. Uiteindelijk hebben we geen keuze. Geen actie ondernemen zou betekenen dat we niet voldoen aan het verslechteringsverbod vanuit Brussel en dat we tegen problemen aanlopen met de energietransitie, met onderhoud en versterking van dijken, met beheer van wegen. Maar ook de agrarische sector zélf loopt dan tegen het punt aan dat er geen vergunningen te vergeven zijn. Zolang er geen stikstofruimte is, krijg je geen vergunning. Zo cruciaal is natuur nu eenmaal.”
Doen wat nodig is
Voor elk probleem is een oplossing, stelt de minister. “We hebben het Nationaal Programma Landelijk Gebied, waarbij we per gebied inventariseren wat nodig is om de doelen te halen op gebied van stikstof, natuurherstel, klimaat en waterkwaliteit. Zo kunnen we rekening houden met factoren als het soort bodem en de specifieke situatie in het gebied. De provincies hebben hier de regie over. We kijken eerst naar de staat van de natuur. Op 1 juli moeten de provincies hun gebiedsprogramma’s inleveren en worden de doelen onontkoombaar vastgesteld, daarna gaan we verder finetunen. Wat er uiteindelijk nodig zal zijn zal per gebied verschillen. Zo weten we vooraf niet hoeveel boeren gebruik zullen maken van beëindigingsregelingen en hoeveel boeren dan de vrijgekomen ruimte kunnen benutten om te extensiveren.”
“Onderdeel van de aanpak is de piekbelastersaanpak. Een groep van 3000 ondernemers - boeren en een aantal industriële bedrijven, de piekbelasters – vragen we om een keuze te maken. Ze kunnen eenmalig gebruikmaken van een beëindigingsregeling, die financieel écht aantrekkelijker is dan andere regelingen; maar ze kunnen ook op een andere manier fors minder stikstof uitstoten. Hoe meer stikstof we met deze aanpak weten te reduceren, hoe meer ruimte er ontstaat voor de gebiedsprocessen. Hoeveel piekbelasters hier gebruik van gaan maken is nog onduidelijk, we verwachten nu zo rond de 20 procent. Maar dat percentage hopen we nog fors te verhogen. Ik denk dat dat kan door de regeling éénmalig open te zetten en op vrijwillige basis in te zetten, met de wetenschap dat deze groep nu voor een keuze staat. Als de opbrengst uiteindelijk niet voldoende stikstofreductie oplevert moeten we wel kijken naar een verplichtend instrumentarium. We hopen op vooral vrijwillige deelname, ook omdat dat proces veel sneller kan werken dan het verplichte spoor.”
De ruimte die vrijkomt door de piekbelastersaanpak wordt ingezet voor het legaliseren van PAS-melders ( zie kader Wat zijn PAS-melders?). “Die ruimte kunnen we alleen aan PAS-melders koppelen als dat via een vrijwillig spoor gaat, anders kan de grondslag alleen de natuur zijn.”
Keuzes
“We moeten keuzes maken in 2023 en daar gaan we ondernemers bij helpen. Ik hoop deze regeling nog in april te publiceren. Daarvoor lanceren we een website waar agrarisch ondernemers met hun eigen actuele gegevens precies kunnen zien waarvoor ze in aanmerking komen. Dat geldt ook voor ondernemers die niet bij de groep piekbelasters horen, die vallen wel onder algemene beëindigingsregelingen van bijvoorbeeld ook de provincie.”
Geen glazen bol
Eén van de directe gevolgen van de stikstofcrisis is de reductie van de maximumsnelheid op autosnelwegen overdag, naar honderd kilometer per uur. Is dat een blijvertje? “Ik weet niet of je terug moet willen naar een hogere maximumsnelheid, maar dat kan ook niet zomaar. En dan zou je dat weer elders moeten mitigeren. Ik denk dat het kabinet andere keuzes zou maken die belangrijk zijn voor economische ontwikkeling. Kijk, als iedereen uiteindelijk elektrisch rijdt, dan is het verband tussen stikstofdepositie en mobiliteit weer heel anders. Dan leven we misschien in een hele andere werkelijkheid.”
Niet alleen personenmobiliteit elektrificeert, ook de logistieke sector verduurzaamt. Van der Wal: “Laten we wel eerst stikstofruimte creëren, voordat we het gesprek hebben over de verdeling van die ruimte. Er is nog niets te verdelen, de stikstofuitstoot moet eerst fors omlaag voordat we vergunningen kunnen verlenen. Hoe beter we in staat zijn om nu de natuur te herstellen, hoe eenvoudiger de vergunningverlening weer op gang kan komen. Daar moeten we ons op focussen.”
Stikstofbank
“We houden in het SSRS – het stikstofregistratiesysteem – de stikstofruimte bij. Dat kun je zien als een soort stikstofbank. De vrijgekomen ruimte registreren we centraal en verdelen we daarna, waarbij het uitgangspunt is dat de natuur centraal staat. De vrijgekomen ruimte gaat dan ook éérst naar de natuur, daarna naar de PAS-melders, en daarna pas naar alle andere economische activiteiten zoals huizen- en wegenbouw. Ik kan niet in algemene zin zeggen wat waar wel of niet mogelijk is, dat hangt echt van de ligging van het project af ten opzichte van kwetsbare natuur. We willen kijken of we bij extern salderen - ‘compenseren’ van stikstof door elders stikstofruimte te kopen - het recht van eerste koop kunnen krijgen, zodat we daar meer grip op krijgen en meer kunnen sturen. Daarvoor moeten de provincies hun beleid aanpassen.”
Natuur prominent op de agenda
Van der Wal benadrukt dat het om de natuur gaat, niet om de stikstof. “Uiteindelijk moeten we de stikstofproblematiek natuurlijk oplossen, maar het is heel belangrijk dat natuur prominent op de agenda blijft staan. En dan niet alleen als natuurgebieden met een groot hek eromheen, maar in heel Nederland moeten we een hoge biodiversiteit bewerkstellingen, in parken, groene wijken, in binnensteden.”
Uitspraak Raad van State
In de situatie vóór de uitspraak van de Raad van State werd het Programma Aanpak Stikstof, PAS, gebruikt als basis onder vergunningverlening voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor beschermde natuurgebieden. Dat kon door rekening te houden met toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor die gebieden. Dat mag nu niet meer, blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 2019. Uit deze uitspraak: ‘Op basis van het PAS wordt vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Zo’n toestemming ‘vooraf’ mag niet (meer), aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. De besluiten over veehouderijen die in deze uitspraak centraal staan, halen om die reden de eindstreep niet. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.’
Wat zijn PAS-melders
PAS-melders zijn bedrijven en ondernemers die voor het Programma Aanpak Stikstof een melding deden bij de overheid, bijvoorbeeld een melding van een uitbreiding. Een vergunning was hiervoor niet nodig, een melding van de stikstofbelasting zou voldoende zijn. De Raad van State besloot echter anders: PAS-melders moeten ook over een vergunning beschikken. In de nieuw ontstane situatie zijn PAS-melders, buiten hun schuld om, in overtreding als de melding die is gedaan wordt uitgevoerd. Dit zorgt voor grote onzekerheid bij boerenbedrijven.
Deze en eerdere Spraakmakerinterviews leest u op Verkeerskunde.nl/spraakmakers
bron: Rijksoverheid. Christianne van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof