Wethouder Melanie van der Horst (D66) zet zich onvermoeibaar in voor het verbeteren van de verkeersveiligheid in ‘haar’ Amsterdam. “In 2022 hadden we iedere dag zo’n drie ernstige verkeersongelukken. De cijfers lopen na een daling weer op, terwijl we juist naar ‘nul’ willen. Ik maak me daar veel zorgen over.”
Drie verkeersongelukken per dag
Dit artikel komt uit Verkeerskunde 1/2024: Verkeersveiligheid, met gasthoofdredacteur Wendy Weijersmars (SWOV). Heeft u al een abonnement?
Van der Horst: “Los van het leed dat de ongelukken veroorzaken, voelen ook steeds minder mensen zich veilig in het verkeer. Dat leidt ertoe dat mensen niet meer op de fiets durven stappen. Het ook wordt steeds drukker in de stad. Er zijn steeds meer auto’s en fietsen, en onder de fietsers zijn er steeds grotere verschillen in omvang en snelheid. Dat heeft een direct effect op de veiligheid in het verkeer.”
Van der Horst ervaart die situatie aan den lijve. “Zelf fiets ik veel door de stad. Dat is in Amsterdam is de fijnste manier om de stad te ervaren. Zo neem ik zelf ook waar dat het echt voller en onveiliger is geworden op de fietspaden. We hebben laatst de Kinkerstraat opgeknapt en brede fietspaden aangelegd. Daarna ben ik er voor de eerste keer met mijn dochter gaan fietsen. Een verademing, dat durfde ik daarvoor echt niet.”
Verkeersveiligheid verhogen als prioriteit
Van der Horst noemde het vergroten van de verkeersveiligheid al als een van haar grootste prioriteiten. Grote woorden, maar ze onderneemt ook actie. “Sinds december is de maximumsnelheid op 80 procent van de wegen in Amsterdam 30 kilometer per uur en we verwachten dat daardoor 20 tot 30 procent minder ongelukken gebeuren. Maar dat is natuurlijk niet genoeg. Met name de opgevoerde e-bikes zijn me een doorn in het oog omdat die de fietspaden een stuk onveiliger maken. Daarom pleit ik voor maatregelen op dat vlak. Samen met andere gemeenten hebben we recent de minister gevraagd om maatregelen tegen opgevoerde fatbikes.
Daarnaast willen we meer brede fietspaden aanleggen en ook meer handhaven op het gedrag van fietsers. Binnenkort starten we een pilot waarbij snelle fietsers ervoor kunnen kiezen op de rijbaan te rijden. Zo hopen we de snelheidsverschillen op het fietspad te verkleinen. Waar de maximumsnelheid 30 km/uur is, kan dat.”
Plek voor iedereen
“Vaak hebben we het over verkeer, maar eigenlijk gaat het over ruimte. Het is belangrijk dat we met elkaar nadenken over de stad van de toekomst. Hoe ziet die eruit? Hoe verdelen we de ruimte? Hoe willen we dat we ons verplaatsen? Daarin zullen we de komende tijd moeten prioriteren en scherpe keuzes moeten maken, want doorgaan op deze voet kan niet meer.
Tot 2050 komen er ten opzichte van nu nóg 250.000 nieuwe Amsterdammers bij en 200.000 nieuwe banen. Doen we niets, dan groeit het aantal autokilometers met bijna 30 procent en het aantal fiets- en ov-kilometers zelfs met 40 procent. Op een snelweg kan 5 procent meer autoverkeer al het verschil maken tussen een rustige dag en een flinke file. Het past gewoon allemaal niet meer en dus moeten we ruimte maken.”
Keuzes die al gemaakt zijn als het gaat om de inrichting van de ruimte, zijn de ‘knip’ op de Weesperstraat en het invoeren van 30 kilometer per uur als ‘standaardsnelheid’ op wegen in de binnenstad. Hoe kwam de stad tot deze keuzes en welk effect ziet Van der Horst? “Doordat het steeds maar drukker wordt in de stad, maken we soms keuzes die in andere gemeenten nog niet aan de orde zijn. Zo zoeken we naar een nieuwe balans op straat waarin niet de auto, maar mensen op de eerste plaats staan. Daarvoor moeten we ook durven uitproberen en ervan leren, zoals we hebben gedaan met de proef op de Weesperstraat. Binnenkort verschijnt de evaluatie ervan. De nieuwe maximumsnelheid is geen proef, maar een permanente maatregel om de verkeersveiligheid te verbeteren. We verwachten dus een heel stuk minder ongelukken. Ik heb soms het idee dat het al wat rustiger is op straat, maar het is te vroeg om al echte effecten te noemen.”
Voorbeeldfunctie
“We moeten niet te pocherig doen, maar dat de fiets het dominante vervoermiddel is in Amsterdam, is wel iets om trots op te zijn. Steden uit heel Europa kijken soms met verwondering naar hoe we dat hier doen. De fiets is schoon en neemt relatief weinig ruimte in. Ook in Nederland wisselen we ook graag uit hoe wij 30 km/uur hebben ingevoerd.”
Van der Horst dicht niet alleen Amsterdam een voorbeeldfunctie toe, maar kijkt ook naar andere steden. “Laatst was ik in Parijs om te kijken hoe zij omgaan met ruimte en mobiliteit. De no-nonsense aanpak die ze daar hanteren bij het opnieuw inrichten en verdelen van de ruimte sprak me zeer aan. We zijn hier soms heel goed in lang praten om de ideale oplossing te vinden. Om dan later te concluderen dat de ideale oplossing niet bestaat. In Parijs gingen ze gewoon aan de slag met een tijdelijke maatregel om dingen maar eens uit te proberen. Dat kan soms al een hoop duidelijkheid geven. En ik ga ook graag een keer naar Groningen, want ook daar wordt veel ruimte gemaakt voor fietsers en voetgangers. “