ByPad: fietsbeleid gaat verder dan infra
'Fietsbeleid beperkt zich te vaak tot het complementeren van het stedelijk infra-netwerk. Beter is het om het accent te verschuiven naar communicatie, doelgroepenbeleid, het voeren van campagnes en het aanbieden van aanvullende voorzieningen als fietsparkeren en fietstaxi. Pas daarmee wordt het fietsgebruik ook echt gestimuleerd.'
Dat zegt Paul van den Bosch, die met Marjolein de Jong Nederlands auditor is voor de Bicycle Policy Audit, Bypad, en werkzaam is bij Verkeersbureau Diepens en Okkema. De ByPad is een spiegel die met steun van de EU in verschillende Europese landen is ontwikkeld door consultants en fietsorganisaties. Totaal 59 steden hebben zich inmiddels de maat laten nemen met de ByPad. In Nederland is de toetsing in vijf steden nagenoeg afgerond. Dit zijn Delft, Eindhoven, Emmen, Oss en Waalwijk.
Opvallend is dat de Nederlandse steden in vergelijking met andere Europese steden goed scoren op organisatie (personeel en beleid) en infrastructuur, maar beduidend minder aandacht besteden aan het stimuleren van fietsgebruik door gericht doelgroepenbeleid, fietscampagnes en flankerend beleid. ‘Als je kijkt naar steden in België en Italië, dan zie je dat er veel minder fietspaden zijn, maar veel meer aandacht wordt besteed aan het stimuleren van het fietsgebruik. Zweden en Oostenrijk benadrukken met name de gezondheidsaspecten van het fietsen’, aldus Van den Bosch.
Van de vijf Nederlandse steden die in de Bypad-spiegel hebben gekeken, neemt Delft de meest vergaande maatregelen om het fietsgebruik te stimuleren. Gedacht wordt aan de ontwikkeling van fietstaxi’s, bezorgdiensten, bagagekluizen en herstelpunten. Eindhoven daarentegen beperkt zich liever tot het faciliteren van de fietsmobiliteit en loopt minder warm voor zogenaamde ’softe maatregelen’, zoals fietscampagnes of het stimuleren van fietsgebruik onder speciale doelgroepen, zoals winkelend publiek, woon-werkverkeer, recreatief fietsen of gezinsfietsen. Dat is aan de mensen zelf, vindt de gemeente.
In ByPad beantwoorden een wethouder, beleidsambtenaar en lokale (fiets)organisatie 35 vragen, bijvoorbeeld over de geanalyseerde gebruikersbehoefte. Onder meer door internationale vergelijking kunnen blinde en witte vlekken worden opgespoord en het fietsbeleid eventueel over een andere boeg worden gegooid. Volgens Van den Bosch is dat ook nuttig voor steden met een reeds gevestigd fietsbeleid. Zoals Delft, dat na een succesvol fietsactieplan in 1999 nu weer op de trappers gaat staan en nieuwe maatregelen neemt in het fietsactieplan 2.
Reactie plaatsen •