Samenwerken in ecosystemen

maandag 20 januari 2025

“Samenwerking is de enige weg voorwaarts, maar wel een hele complexe weg”, trapt Paul van Koningsbruggen, director Mobility TNL/Technolution af. “Samenwerken heeft ook plussen en minnen, maar het is noodzakelijk, het kan echt niet anders.”

“De problemen waar we voor staan zijn venijnig”, stelt Van Koningsbruggen. “We dachten ooit ‘Nederland is wel zo’n beetje klaar’, maar Nederland is nooit af, je bent nooit klaar. Je hebt wel een tijd dat je de oplossing meer in de eenvoud zoekt, neem de groeikernen uit de jaren ’70. Het idee was simpel: ga gewoon ergens anders bouwen, waar je de ruimte hebt. Almere is natuurlijk een exemplarisch voorbeeld, net als Zoetermeer en Purmerend en andere nieuwe steden die we uit de grond gestampt hebben. We waren optimistisch en dachten dat het werk wel zou volgen, maar in plaats daarvan volgden massieve woon-werkstromen. Vervolgens krabbelen dan de historische steden weer op en worden zo duur dat mensen dit keer de stad worden uitgeduwd. 

Niet vreemd dat de focus nu ligt op het bijbouwen van woningen binnen de gemeentegrenzen. Tegelijkertijd moeten steden meegaan in de energietransitie, moeten ze klimaatresistenter worden en een bredere blik op welvaart aannemen. Dit alles bij elkaar levert een heel complex vraagstuk en je kunt dat niet meer alleen bouwkundig of technisch oplossen, hoe vernuftig en slim die oplossingen ook zijn. Er moeten meer menselijke waarden worden ingebracht.”

Niemand ongezien laten

Complexe vraagstukken vragen om bevattelijke motto’s. Zo vertaalt Technolution het onderwerp ‘sociale inclusie binnen verkeer’ in ‘we zien niemand over het hoofd’. “Dat gaat over kruispunten en corridors, maar kun je ook breder trekken. Iedereen telt mee, ook op sociaal niveau. Dan is het fascinerend om zo te kijken naar wat we met de bestaande sensoren wel en vooral ook niet waarnemen bij kruispunten en over corridors. We sluiten zonder het bewust door te hebben hele groepen mensen uit. Niet iedereen krijgt letterlijk de ruimte. En dat terwijl we nu juist willen dat mensen buiten onbezorgd kunnen wandelen, fietsen en verblijven, en dat onze kinderen veilig kunnen oversteken en buiten spelen. Ook bij stedelijke verdichting.”

Integratie van specialismen

Ook complexe vraagstukken vragen om samenwerken, waarbij de crux erin zit dat we specialismen weten te integreren. “Na jaren van specialisatie moeten we nu al die specialismen weer bij elkaar brengen. Dat zie je in de techniek, dat zie je bij ontwikkelingen als AI & Large Language Models, zoals ChatGPT. Daar zijn ontzettend veel disciplines bij betrokken, van techniek tot biologie en psychologie, linguïstiek, informatica en wiskunde. Bij de ontwikkeling van steden zul je hetzelfde zien. We moeten het samen doen. Zo moeten we bij het oppakken van de uitdagingen waar steden voor staan, ook de samenwerking tussen disciplines smeden. In Kopenhagen hebben we destijds al slimme verkeersoplossingen gerealiseerd vanuit een samenwerking met stadsantropologen, industrial designers, verkeerskundigen, verkeersregeltechnici en installatiebedrijven. Vanuit een vergelijkbare setting werken we nu samen met de gemeenten Amsterdam en Almere, Groningen Bereikbaar - een samenwerkingsverband in zichzelf - en ook met de bedrijven Goudappel en Vianova. Publiek-privaat, met een schare aan disciplines en verder ingebed in het ecosysteem Dutch Metropolitan Innovations, DMI. Zo brengen we de broodnodige kennis en ervaring bij elkaar.”

Grenzen aan de technologie

“Neem een Zero Emissiezone, dat kun je nog met kentekenherkenning oplossen en handhaven. Maar wat als we met een diversiteit aan zones in de steden willen werken? Denk aan dynamische milieuzones voor plekken waar de luchtvervuiling te hoog oploopt, of aan zones waar de verkeersdrukte te hoog oploopt. Wat ga je dan doen? Ga je dan ook met kentekenherkenning werken? Voor je het weet zit je dan aardig in de dystopische hoek, en dat wil je ook niet. Je zult alle kennisdomeinen bij elkaar moeten brengen om, met bewoners, ondernemers en bezoekers van de stad tot gedragen oplossingen te komen. Je zult ze bij voorkeur ook een plek moeten geven in de oplossing. Het moet immers een oplossing van allemaal worden”.

Samen op zoek naar het juiste business model

Een andere vorm van samenwerken is mee te gaan met de technologisch gedreven diensten, zoals routenavigatie, informatievoorziening en social media, vervolgt Van Koningsbruggen. “Zijn we in staat dit soort diensten ook in te zetten voor maatschappelijke uitdagingen? Kunnen we meeliften op de nieuwe industrieën, producten en infrastructuren die zijn ontstaan rond dit soort diensten? De belofte gloort in ons zichtveld en allerhande proeven en pilots laten de waarde ervan ook zien. Alleen wie gaat er betalen voor die diensten als we ze inzetten bij maatschappelijke uitdagingen? Over het algemeen ontstaan die diensten in een business-to-consumers markt. En dan staat het belang van de individuele consument voorop. Nu willen we het belang van de gemeenschap - in de stad - voorop laten staan. Logischerwijze moet die gemeenschap daar dan ook voor betalen, niet? Dit moeten we samen als overheid, markt en gemeenschap in nieuwe business modellen uitwerken.” 

Van wie is de kennis?

“Kennis ontwikkelen en samenwerken is mooi”, stelt Van Koningsbruggen, “maar vraagt ook een omslag in denken. We zijn immers wel onderdeel van een samenleving die gebaseerd is op competitie. Nu genereren wij als Technolution kennis in het DMI en daarbinnen in het DRO consortium - digitale regie op het gebruik van de openbare ruimte - en dat wordt dan weer gecoördineerd door de gemeente Amsterdam. Maar Almere, Groningen Bereikbaar, Vianova en Goudappel zijn ook betrokken. Van wie is die kennis dan? Het competitieve element heeft veel waarde gebracht, maar we moeten ook op dit vlak een kwartslag draaien.”

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief