ANWB-leden over OV en de drukte in de stad

Anke Bergmans, BlauwResearch, namens Denk-Mee-Met-de-ANWB: ' ANWB-leden erkennen dat het openbaar vervoer van nu niet meer van deze tijd is'

Met 56 ANWB-leden uit het ‘Denk-mee-met-de-ANWB-panel’ zijn we in gesprek gegaan over hoe zij denken dat het openbaar vervoer georganiseerd moet worden, zodat we ons met de toenemende drukte toch kunnen blijven verplaatsen.

ANWB-leden erkennen dat het openbaar vervoer van nu niet meer van deze tijd is. Om de vraag naar het OV te vergroten, dient het aanbod beter op elkaar aangesloten te zijn. De toekomst zou een combinatie moeten worden van het openbaar vervoer, nieuwe initiatieven ten aanzien van mobiliteit en mentaliteitsverandering.

'Ik ben geneigd om in de bestaande kaders te denken en waarschijnlijk moeten we daar juist vanaf.'

 

'De mogelijkheden zijn eindeloos als men maar lef heeft en durft te investeren anders lopen we nog 10 jaar te zeuren over hoe slecht het allemaal gaat met het OV.'

Meer, betere en slimmere transferia

Leden zien vooral nóg meer mogelijkheden door grote, betere en slimmere parkeervoorzieningen aan de stadsranden (die uiteraard fileloos bereikbaar zijn) om het autoverkeer richting het centrum van een stad te reguleren. Vanuit dit punt dient elektrisch, zelfrijdend en gratis openbaar vervoer (bijvoorbeeld pendelbussen) de stad in te rijden, die vrij baan hebben om de reiziger zo spoedig mogelijk op de plek van bestemming te laten komen. Daarnaast zouden op deze plekken ‘witte (elektrische) fietsen’ beschikbaar moeten zijn om de fietsmogelijkheden te vergroten.

'Ik zou heel blij worden van parkeren aan de stadsranden en een slim systeem van leenfiets/(goedkope) taxi/minibus/bus/metro. Dit alles samengevat in een app waarbij je makkelijk kunt kiezen tussen snel en duur of langzaam en goedkoop en alles daartussen.'

Fiets heeft de toekomst

Met de huidige snelheden die elektrische fietsers kunnen behalen, is de elektrische fiets een goede, gezondere en schoner alternatief voor andere vervoersmiddelen. Hiervoor is een aanpassing in de huidige infrastructuur nodig. Daarnaast missen leden steeds meer de mogelijkheid om de gehele reis van A naar B af te leggen met zowel eigen vervoer als gebruik van het OV. Het meenemen van de fiets in het openbaar vervoer dient te worden uitgebreid, zodat de totale reistijd kan worden verkort en het interessanter wordt om de auto te laten staan. Als gevolg hiervan zal de ruimte in het OV moeten worden aangepast, net als dat het gemakkelijker moet zijn om met de fiets het OV in- en uit te stappen en/of te rijden.

'Ik denk aan een betere infrastructuur speciaal gericht op fietsen, dan kan je met elektrische fietsen makkelijk 40 tot 50 kilometer afleggen. Als de fietsenpaden net zo mooi waren als de snelwegen (voor auto's), dan reed je nu op de elektrische fiets van Den Haag naar Amsterdam in een uurtje. Het is maar 54km en een goede elektrische fiets kan makkelijk 50kmh. Dus niet investeren in het OV, niet in autosnelwegen, maar in fietssnelwegen. Dus als we echte fietssnelwegen zoals we onze autosnelwegen aanleggen, dan wil ik graag nog meer gaan fietsen dan ik nu al doe.'

Onder de grond en in de lucht

Leden zijn het erover eens dat er weinig beschikbare (bovengrondse) ruimte meer is. Zij zien mogelijkheden door meer onder de grond te plaatsen, bijvoorbeeld een verdere uitbreiding van ondergrondse vervoerssystemen of ondergrondse parkeerfaciliteiten. Ook het verder ontwikkelen van vervoer hoog boven de grond, zoals een monorails, ziet de weggebruiker als een interessant alternatief.

'Allereerst zouden de tienduizenden auto s die dure grond en leefruimte in beslag nemen in (ondergrondse) parkeergarages moeten worden opgeborgen. Daardoor ontstaat meer ruimte voor fietsers, voetgangers en klein openbaar vervoer als taxi en taxibusjes.'

 

Flexibeler worden

Leden ervaren vooral drukte tijdens de spits. Om de reiziger uit de spits te halen, dienen mensen zelf flexibeler te worden in hun arbeidsuren of meer thuis te werken. Leden geven aan dat vooral bij onderwijsinstellingen nog een 9-17 uur mentaliteit heerst. Ook openingstijden van voorzieningen kunnen anders ingericht worden; winkels en musea kunnen wellicht ook meer ’s avonds open zijn.

 

'Thuiswerken is een goede optie in deze tijd. Studie via internet is ook een mogelijke bijdrage. Scholen niet meer op dezelfde tijd te laten starten, zodat er beter gespreid kan worden. Ja dat zijn gedachten die nu nog niet uitgevoerd kunnen worden. We denken nog te veel en te vaak in de 9 tot 5 mentaliteit en helaas dat wordt steeds moeilijker.'

 

Leer van andere steden

Leden geven ook de tip dat Nederland goed moet kijken hoe andere wereldsteden dit aanpassen.  Zo hebben Londen, Parijs, Tokio en New York een uitgebreid regionaal metrolijn-netwerk. Hannover heeft een tram- en metrosysteem dat naadloos aansluit op het Duitse spoorwegnet. En in Salzburg maken ze al jaren gebruik van transferia aan de rand van de stad waar mensen in kleine busjes mensen naar het centrum worden gebracht.

'Probeer niet opnieuw het wiel uit te vinden, maar kijk hoe andere wereldsteden dit probleem hebben (trachten) op te lossen! Neem daaruit die elementen, die voor ons Nederlanders het meest acceptabel zijn op het terrein van vervoer, milieu, snelheid, veiligheid, bereikbaarheid, betaalbaarheid, etc.'

 
Auteur: Anke Bergmans