Thomas Straatemeier: 'Zet in op langzamer en leuker'
‘Accepteer een snelheid van de tram en het gemotoriseerde verkeer in de binnenstad van gemiddeld 15 km/uur, en compenseer dat met comfort en beleving. Maak mooie haltes, biedt snelle wifi en betaalgemak en je zult zien dat ‘de beleving’ het wint van snelheid en reistijdwinst. Volgens Thomas Straatemeier is versnellen in de stad niet reëel. Zet in op langzamer en leuker.
De belangrijkste uitdaging in de binnensteden is de juiste balans vinden tussen verblijven en verplaatsen. In veel straten en gebieden gaat dat al redelijk, maar de grootste uitdagingen vormen de grotere stadstraten, de straten met een hoge verblijfsfunctie waar alle modaliteiten een plaats opeisen in een beperkte ruimte.
Saaiheid
In die stadstraten zou je kunnen kiezen voor verblijven, of voor verkeer en verblijven. Ik zou waar mogelijk kiezen voor de combinatie. In stadstraten zonder verkeer ligt een bepaalde saaiheid op de loer. Met een andere kijk op snelheid en doorstroming is naar mijn idee veel winst te boeken. Investeren in hogere snelheden voor tram en gemotoriseerd verkeer, betekent nog meer beroep doen op de schaarse verblijfsruimte. Dat lukt weliswaar met de metro, maar met de tram en bus wordt het al lastiger. Daarnaast kun je nog iets doen aan het afstellen van verkeerslichten, maar ook daar bereik je grenzen.
Toch zijn er oplossingen, met name in het openbaar vervoer. Door te investeren in comfort, kun je een trage of langere reistijd goed compenseren. Denk aan interessante haltes en wifi in voertuigen. En aan voertuigen waarvan alle deuren open en dicht gaan, waar betaalgemak is, goede reisinformatie en als het kan zelfs kunst. Op die manier draagt OV ook bij aan de beleving van Amsterdam. In Napels zijn daar goede ervaringen mee opgedaan. Kijk vooral naar de functie. Laat de tram buiten de binnenstad sneller rijden en maak het in de binnenstad mogelijk om op een andere manier in en uit te stappen. Bijvoorbeeld door je hand op te steken. Comfort werkt.
Omdraaien
Beter is het om de uitdagingen in de stad om te draaien. Niet meer de illusie najagen dat je het verkeer sneller kunt laten stromen, maar accepteren dat het er is en dat het te gast is. En dat je deze gasten nodig hebt.
Effect meten
Mijn gevoel zegt dat de kosteneffectiviteit van investeringen in beleving wel eens veel hoger kan zijn dan van investeringen in snelheid. Er is weliswaar al veel aandacht voor ‘beleving en comfort’, maar het effect ervan is nog steeds moeilijker te meten dan exploitatiekosten of reistijdwinst. Er wordt overigens wel op gestudeerd. Zo hoorde ik onlangs al een berekening die uitwijst dat een fietsenstalling dicht bij het perron gevoelsmatig te vertalen is in 3 tot 4 minuten reistijdwinst. Dat kan zo maar 10 procent van je totale woonwerk-reistijd zijn.
Licht
Waar ik ook aan denk zijn de verschillende functies van stadstraten gedurende de dag. Misschien kun je die faciliteren met nieuwe technologie en met licht. Denk aan rijstroken die oplichten in de spits, en tijdens lunchtijd een pleininrichting suggereren. Kortom: ik ben overtuigd van de nog onbenutte kansen in ‘langzamer en leuker’.’
‘Sinds een paar maanden is er een nieuwe fietstunnel opgeleverd onder het Centraal Station. Die is voorzien van Delfts blauw taferelen uit de Gouden Eeuw. Ik kan nu kiezen uit twee routes voor mijn woon-werkverkeer en kies voor de Delfts blauw-route.’
Reactie plaatsen •