Ruimte is bij elke stedelijke schaalsprong het toverwoord. Niet iedereen wil wonen in een appartement in het stadshart van een metropool. Voor efficiënt ruimtegebruik is dit echter wel de meest wenselijke oplossing. Om prettig te wonen, is een aantrekkelijke, leefbare buitenruimte een randvoorwaarde. Dit is overigens één van de vele kaders voor de woningbouwopgave. Kaders, die we onszelf als maatschappij opleggen naast Brede Welvaart, bereikbaarheid, verduurzaming, vergroening, tegengaan hittestress, toegankelijkheid en een solide waterhuishouding. En om het makkelijker te maken, leggen we onszelf ook nog een versnelling van dit alles op. Er moeten dus keuzes gemaakt worden als het gaat om de beperkt beschikbare fysieke ruimte.
Ontwerpkeuzes binnen een beperkt beschikbare fysieke ruimte
Foto: Accent Adviseurs
Bij een schaalsprong van het stedelijk gebied hoort hierbij ook aandacht voor de regionale effecten. Een samenspel tussen stad en land is nodig om de wensen voor een duurzame, toegankelijke ontwikkeling te realiseren. In alle opgaven, waar we iets mee ‘moeten’, zit één overeenkomst: de vraag naar ruimte. Ruimte, de grootste beperkende factor in ons land. De hoogte in bouwen is niet altijd gewenst of maakbaar, dit maakt de stedelijke schaalsprong een regionale schaalsprong.
Het beleidsveld mobiliteit streeft, nu via STOMP, het verminderen van de ruimte voor de auto na. Het voorzien in voldoende parkeerplaatsen doet een grote aanslag op beschikbare buitenruimte, die je liever ‘groen en leefbaar’ inzet. Bij de ontwikkeling van woningen moeten de toekomstige bewoners direct bij oplevering van de woning geen noodzaak hebben tot aanschaf van een tweede of derde auto. Dit reduceert de parkeerbehoefte en biedt meer ruimte die anders benut kan worden. Om dit te realiseren moet de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het openbaar vervoer, om bewoners aan hun mobiliteitswensen te blijven voorzien, gefaciliteerd en verbeterd worden. Momenteel blijft in regio’s met recentelijk een economische groei of toename van het aantal inwoners, deze ontwikkeling van het openbaar vervoersysteem namelijk achter op de groeispurt.
Het vraagt dus om forse investeringen in een alternatief regionaal mobiliteitssysteem, om zo de bereikbaarheid van de totale regio te verbeteren. Wie pakt hier de rekening voor op? Bij een puur economische benadering van het openbaar vervoer komt deze rekening lokaal te liggen. Of er moet sprake zijn van een mate van verstedelijking, groei dus. En durven we regionaal ook te rekenen met de sociale, ruimtelijke (milieu), maar vooral ook de Brede Welvaartsbaten? Deze ontbreken nu vaak in de analyse.
Voor een omslag naar echt duurzaam ruimtegebruik moeten we ergens anders ruimte vinden. Bijvoorbeeld in alternatieve vervoerssystemen. Die mogelijk maken kost tijd, geld en capaciteit, vaak ontbrekend binnen het huidige overheidsstelstel. Het is een ambitie, die regiobreed miljoenen kost én ook om een mindshift van autominded inwoners vraagt. Intussen denken wij na over slim ruimtegebruik. Accent, adviseurs van de fysieke leefomgeving.