De voetganger schopt tegen de fiets, maar de auto zal moeten wijken
In steden wordt volop ingezet op langzaam vervoer. We worden gestimuleerd om meer te lopen en meer te fietsen. Dit is een logische gedachte vanuit het oogpunt van duurzaamheid en leefbaarheid. Het terugdringen van het autogebruik is als gevolg hiervan één van de speerpunten in beleidsagenda’s van veel stedelijke gemeentebesturen. De grote steden komen met visies hierop, ook in het kader van de nieuwe Omgevingswet. Zij zetten in op vergroening, langzaam vervoer en veel extra woningen.
Zeker in de Nederlandse context, waar de meeste (binnen)steden nog dezelfde structuur kennen als tijdens het pre-industriële tijdperk, nemen auto’s, of wellicht beter gezegd, de autoparkeerplaatsen nog altijd onevenredig veel ruimte in. Niet gek dat de openbare ruimte in delen van de stad langzaamaan wordt herwonnen door bijvoorbeeld autoparkeerplaatsen te vervangen door fietsstandplaatsen.
Hits
Af en toe doemt zelfs binnen het domein van langzaam vervoer een spanningsveld op. 'Walkability’ maakt als concept steeds meer furore. Dit komt neer op de hoeveel ruimte die er is om op een comfortabele wijze door de stad te lopen. Lange tijd waren voetgangers het ondergeschoven kindje, maar googelen op deze term in relatie tot openbare ruimte en mobiliteit, levert talloze, recente hits op.
In de meeste internationale literatuur worden ‘walkable cities’ gelijk gesteld aan ‘bikeable cities’. Vanuit de mondiale context is dit begrijpelijk. Het grootste deel van de wereld begint nu langzaamaan iets meer aandacht te geven aan, met name, fietsen als serieus alternatief voor autovervoer. Een vlug geschilderd suggestiestrookje voor fietsers naast de autorijstrook wordt al snel als een enorme winst gezien (en gepresenteerd). Alles wat niet met de auto wordt gedaan, draagt in dit beeld al snel bij aan het leefbaarder maken van de stad.
Mix
De situatie in Nederlandse steden laat zich daarentegen lastig vergelijken met de rest van de wereld. Het is een vrij unieke mix van factoren die hier een rol spelen. Een smal opgezette stedelijke structuur (onze steden ontberen grotendeels ruim opgezette ‘avenues’ of ‘boulevards’), een relatief enorm aandeel fietsers én een cultuur om de openbare ruimte tot in de puntjes uit te werken. Deze combinatie van factoren legt op bepaalde locaties veel druk op de openbare ruimte, waarbij steeds vaker de (geparkeerde) fiets en de voetganger botsen.
Synergie
De tijd is nu om synergie te creëren door beslissingen te nemen die zowel ten gunste van het fietsen als van het lopen komen. Interessant hierbij is het trickle down effect van regulering door de mobiliteitsketen heen. Waar eerst alleen automobilisten te maken kregen met regels en toegewezen parkeerplekken, is dit in stedelijke gebieden inmiddels ook voor fietsen gemeengoed. Overheden zijn hierdoor ook gedwongen om normen vast te stellen ten aanzien van deze parkeercapaciteit. In verschillende gemeenten, waaronder Amsterdam, worden nu zelfs al stappen gezet om normering toe te passen, die de ruimte voor de voetganger moeten borgen.
Voor nieuwe ontwikkelingen gaat deze puzzel zo wel uit meerdere stukjes bestaan. Ontwikkelaars hebben er al zeer moeten wennen om fietsparkeernormen te integreren in de plannen. Voor beheerders van de openbare ruimte komt nu een druk om de inrichting van stoepen te laten voldoen aan op te stellen eisen voor voetgangers.
Pleidooi
Laat dit ook een pleidooi zijn om meer onderzoek te doen naar voetgangersaantallen- en stromen in verschillende typen straten. Lopen er in een gemiddeld etmaal 200 of 2.000 voetgangers over de stoep? Dat maakt natuurlijk een groot verschil.
Auto
Ruimte is nu eenmaal beperkt en in de meeste steden niet voorradig, om álle vervoerwijzen te bedienen. De voetganger gaat de komende tijd meer ruimte claimen en ook krijgen. Evenwel willen we de vooraanstaande positie van de fiets in de stedelijke modaliteitsmix niet kwijtraken. Op bepaalde locaties zullen daardoor geparkeerde fietsen ofwel naar de rand van voetgangersgebieden worden verwezen, of naar nu nog beschikbare parkeerruimte voor auto’s. Ergens gaat er in ieder geval weer geschoven worden, waarbij de (geparkeerde) fiets plaatsmaakt voor de voetganger. En waarbij de fiets, waarschijnlijk met hetzelfde gemak en de tijdsgeest in de rug, de auto nóg verder uit de stad drukt.
Bas Schilder, projectleider Trajan
Reactie plaatsen •