‘Wat een verkeerskundige doet, ís gedragsbeïnvloeding’
Er is een soort stigma dat ‘gedragskennis’ een aparte expertise is in de driehoek wegontwerp-educatie-handhaving, ervaart Dirkje van der Ven. Zij ziet dat heel anders: “Gedrag is het uitgangspunt van alle drie, maar steeds met een andere insteek. Als je gedrag begrijpt, kun je het veranderen. Dat geldt bij educatie, maar net zo goed bij wegontwerp en handhaving.”
Nettie Bakker
Gedragswetenschapper Dirkje van der Ven is ‘adviseur gedragsbeïnvloeding bij maatschappelijke vraagstukken met een accent op verkeer en mobiliteit.’ Zij adviseert vanuit haar bureau Wavy en is van plan dat net zolang te doen tot het meenemen van gedragsinzichten bij mobiliteitsvraagstukken niet langer de uitzondering, maar de standaard is.
Zo ver is het nog niet, merkt van der Ven. “Als ik word uitgenodigd om kennis te delen, verwacht men dat ik praat over campagnes of andere ‘leuke’ manieren om mensen te beïnvloeden. Maar wat een verkeerskundige doet, ís gedragsbeïnvloeding.” Veel verkeerskundigen zijn in haar optiek dan ook nog onbewust bekwame gedragsexperts. “Wat ik toevoeg is verbreding van het maatregelenpakket voor gedragsbeïnvloeding, want infrastructuur blijft een van de belangrijkste factoren voor gewenst verkeersgedrag, samen met de fysieke en sociale omgeving en handhaving.”
Afzonderlijke gedragseffecten
Het gaat dus niet om drie eilanden: infrastructuur, gedrag en handhaving, vervolgt ze. “Je moet ze bekijken op hun afzonderlijke gedragseffecten. Neem het smartphonegebruik op de fiets. Dat wordt zo goed als niet gehandhaafd. Dat heeft een negatief effect op de resultaten van gedragscampagnes. En ook de fysieke omgeving kan er een rol in spelen. Een lange, saaie weg inspireert eerder tot smartphonegebruik dan een omgeving die aandacht trekt of vereist.”
Voor een oplossing van een gedragsprobleem, moet je dus alle aspecten die daarbij een rol spelen aandacht geven en los komen van aannames. “Neem het vraagstuk van te weinig fietsverlichting. Ga eerst eens na wat precies het probleem is: zijn de wegen wel goed verlicht, doen de lampjes het wel goed? Focus niet te veel en te vroeg op het effect van gedragscampagnes. Want een gedragscampagne alleen kan nooit dé oplossing zijn. Het kan wél bijdragen om een bepaalde norm of verwachtingen aan te spreken, maar doe dat op het juiste moment en in de juiste samenhang.”
Goede intenties
Nog een tip: “Je hebt mensen die zich goed gedragen. Die zijn nooit de doelgroep voor gedragsverandering. Daarnaast heb je het tegenovergestelde, de aso’s. Dat is de doelgroep voor de handhavers. Wil je verkeersgedrag veranderen, dan richt je je op de groep daartussenin: de mensen die misschien welwillend zijn of een goede intentie hebben, maar daar nog niet naar handelen. De BOB-campagne is nu zo bekend, dat het logisch is dat je handhaaft op alcoholgebruik in het verkeer. Appen achter het stuur, was lange tijd normaal. Dán kan een campagne helpen om eerst die normverandering teweeg te brengen.”
Van der Ven herinnert aan de normomslag rond roken. “Alle campagnes werkten stapje voor stapje in samenhang met steeds minder fysieke ruimte om te kunnen roken tot aan strenger wordende handhaving. Zo werkt gedragsbeïnvloeding dus: in de juiste samenhang met techniek, omgeving én handhaving.”
Is er voldoende gedragskennis bij de verkeerskundigen om zo naar de vraagstukken te kijken? “Wisselend”, zegt Van der Ven. “Het is upcoming, maar ik vind dat het als basiskennis aanwezig zou moeten zijn. Bovendien”, verzekert ze: “het biedt zoveel meerwaarde aan je werk.”
Zie ook een eerder interview met Dirkje van der Ven: www.verkeerskunde.nl/artikel/dirkje-van-der-ven-kijk-wat-je-doet. En kijk op: www.wavy.nl.
Dirkje van der Ven, adviseur gedragsbeïnvloeding, Wavy
Reactie plaatsen •