Marja van Strien: NDW: turbulente omgeving
‘Het gaat meer om het organiseren van de data dan om het inrichten van één databank.’
Het gaat goed met NDW, zegt Marja van Strien. De directeur van onze nationale databank levert nu al actuele verkeersgegevens van zo’n 5000 km weglengte voor: reisinformatieproducten, verkeersmanagement en verkeersonderzoek. En dit basisassortiment breidt uit met data over werkzaamheden, spitsstroken en, als het even kan, ook over parkeren.
Van Strien: ‘Er loopt nu een strategische discussie rondom de ontwikkeling van NDW met de partners en de markt waarin ook de veranderende rol van de databank aan de orde komt. Oorspronkelijk waren we een databank die ruwe data aan wegbeheerders en serviceproviders leverde, nu geven we ook al namens de wegbeheerders opdracht voor de ontwikkeling van een tool om de historische data uit de databank te kunnen analyseren. Tegelijkertijd verandert de markt in rap tempo. De businesscase voor verkeersinformatie blijkt lastig. Serviceproviders worden toeleveranciers van data. In zo’n turbulente omgeving zul je samen moeten optrekken. Hoe doe je dat en op welke manier zet je daarvoor dan belastinggeld in? Een actuele vraag voor NDW in een situatie waarin techniek en rollen in een razend tempo ontwikkelen en veranderen. Waar de markt het over eens is, is dat er zoiets als NDW, als een centraal dataloket moet zijn.
Door de verzamelde data groeit een omvangrijke historische databank voor verkeersonderzoek, waar alle wegbeheerders toegang toe hebben. Bovendien komen er meer informatiebronnen: naast de traditionele reeks van verkeersintensiteiten, gerealiseerde reistijden, geschatte reistijden, puntsnelheden en voertuigcategorieën, levert NDW nu ook statusgegevens – een verzamelnaam voor gegevens die iets zeggen over de beschikbaarheid van de weg – over: wegwerkzaamheden, filemeldingen en meldingen van ongevallen en incidenten. Dit jaar komen daar de statussen bij van brugopeningen en de beschikbaarheid van spits-, plus- en rijstroken.
Een andere interessante ontwikkeling is de voortzetting van het eerder gestarte GROUN-project waarvan het loket vooralsnog is geïnstalleerd bij NDW. In dit project werd gekeken of verkeersbesluiten van gemeenten eenvoudig aangeleverd kunnen worden. Het gaat dan om informatie als: hier wordt een rotonde aangelegd of daar wordt eenrichtingverkeer ingevoerd. Het is nu de bedoeling dat statische weginformatie, naast de wettelijke publicatieplicht, ook actueel met een druk op de knop wordt ontsloten via een centraal loket en van daaruit wordt gedistribueerd naar de navigatiesystemen. Nu speelt nog dat je bij die systemen nog vaak op het businessmodel stuit van een dataschijfje dat om de zoveel tijd moet worden geactualiseerd, maar als we de overstap maken naar connected cars dan kan die informatie actueel worden doorgegeven. Er wordt nu een applicatie ontwikkeld in opdracht van DGMO om die besluiten digitaal te kunnen aanleveren en te publiceren (op pdf niveau). Daarnaast wordt gekeken naar een businesscase om die informatie technisch te ontsluiten. Net als bij het ontsluiten van de gegevens over wegwerkzaamheden denken wij aan het betalen van de koppelingskosten om de data vanuit verschillende systemen snel binnen te laten komen bij NDW. Daarmee maken we de drempel lager voor wegbeheerders om hun data actueel te ontsluiten.
Voor het gebruik van de data is kwaliteit van essentieel belang. Omdat deze materie nog redelijk nieuw is, is ook de visie daarop in ontwikkeling. Er zijn nog heel wat stappen in te maken, maar internationaal lopen we voorop. De eerste stap is transparant zijn over de kwaliteit die we leveren aan afnemers.
Nieuw is de discussie over het verbreden van de scope met meer datadomeinen, zoals bijvoorbeeld parkeren. Parkeren levert nu ongewenst zoekverkeer op en onnodige CO2-uitstoot. Op dit moment wordt door markt en overheid samengewerkt aan een businesscase om de beschikbaarheidsdata van parkeren centraal te ontsluiten. We hoeven daarbij echt niet te komen tot één databank, maar willen wel toewerken naar meerdere (gekoppelde) bronnen van data. Op basis daarvan is vervolgens meer verkeerskundig onderzoek mogelijk en kunnen we niet alleen zoekverkeer terugdringen, maar zelfs aanrijdingen: minder zoekverkeer betekent minder onverwachte bewegingen.
Het betekent in deze discussie nog niet dat alle data fysiek bij elkaar moet zijn opgeslagen. Belangrijker zijn: datacommunicatie en een centraal punt waar alles beschikbaar is. Het gaat dus meer om het organiseren van de data dan om het inrichten van een databank. Het ontstaan van NDW heeft zeker als versneller gewerkt voor de ontwikkelingen tot nu toe. En die zijn nog talrijk, voorspelt Van Strien. Denk aan de toepassing van historische data voor gericht CO2-beleid. Of de eerste NDW-prijsvraag die al leidde tot ideeën voor meerdere multimodale reisadviesproducten. Nieuw is ook dat we dit jaar masterclasses gaan houden om te leren wat je met de data kunt doen. Juist in deze tijden van bezuinigingen is het belangrijk om als wegbeheerders onderling te kijken naar dingen die je samen kunt oppakken, bijvoorbeeld ontwikkelingen als de historische tool.
Als het gaat om belemmeringen die een ideale wereld vooralsnog in de weg staan, noemt Van Strien: hoe kom je met veel partijen tot een goede besluitvorming? Hoe voorkom je dat ieder liever het eigen wiel uitvindt? De politieke en commerciële belangen liggen soms anders. We doen dat door te zoeken naar argumenten die een win-winsituatie opleveren voor zowel rijks- als decentrale bestuurders als marktpartijen.
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •