Maatschappelijke verkeersschade kan groeiend probleem worden
De mobiliteitswereld verandert sterk. De leefomgeving moet voor meerdere mobiliteitsvormen bereikbaar blijven, waardoor de verkeersintensiteit toeneemt. Tegelijkertijd moet Nederland ook leefbaar blijven. Dat vraagt om een andere werkwijze onder verkeerskundigen, stelt Roel Brandt van ingenieurs- en adviesbureau Antea Group.
“De komende jaren moeten 900.000 woningen worden bijgebouwd in Nederland. Dat heeft impact op de leefomgeving en bereikbaarheid, maar ook op de verkeersintensiteit. De maatschappelijke schade van verkeer neemt daardoor toe. Ook de vervangingsopgave van kunstwerken is enorm en heeft effect op de leefomgeving, het milieu en het verkeer. Zulke projecten kunnen bovendien maandenlang duren. Door goede samenwerking wil je hinder voor de omgeving minimaliseren.”
Dergelijke projecten hebben nogal wat voeten in de aarde, vervolgt Brandt. “In nieuwbouwwijken wil je bijvoorbeeld dat mensen met ov en deelvervoer gaan reizen, maar tegelijkertijd moet het ook bereikbaar blijven voor de auto. We moeten niet alleen onderscheid maken per vervoersvorm, maar ook per geografische regio. Wat werkt in het centrum van Den Haag, is niet per se de beste oplossing in landelijk gebied. Eén MaaS-concept werkt niet voor heel Nederland. Generieke maatregelen nemen gaat niet meer, verkeerskundigen moeten meer doelgroepspecifiek te werk gaan.”
Voor een mobiliteitsaanpak moeten zij meer kijken naar de geografische regio en zorgen voor een goede samenwerking om een integrale aanpak te bereiken, vindt hij. “Want daar zitten veel koppelkansen én tijdswinst. Hoe kunnen we slim gebruikmaken van een optimale mobiliteitsmix om Nederland bereikbaar en leefbaar te houden voor vandaag en de toekomst? En hoe helpt de Omgevingswet, die vooralsnog per 1 januari 2024 ingaat, gemeenten straks bij het maken van optimale keuzes?”
Differentiëren in doelgroepen
“Aan de hand van data kunnen we verschillende gebieden goed met elkaar vergelijken. Binnen de, door Antea Group ontwikkelede methode ‘de gebiedsbenadering’, kan je ov-lijnen, het fietsnetwerk en de MaaS-potentie tussen vergelijkbare gebieden in Nederland met elkaar vergelijken. In de tool die we daarvoor gebruiken, kan je ook alle demografische kenmerken van een gebied opnemen. Binnen de mobiliteitsaanpak moeten verkeerskundigen hier gerichter naar kijken en meer gaan differentiëren in doelgroepen.”
“Nieuwbouw is een spel tussen gebiedsontwikkelaars, projectontwikkelaars en gemeenten. Want iedereen wil meer woningen, maar het moet wel binnen een gebied passen. Aan de hand van data kun je de feiten beter uitleggen, beargumenteren waarom bepaalde maatregelen wel of niet werken en zo tot oplossingen komen die door iedereen worden gedragen. Dus die differentiatie is echt van groot belang. In 2023 gaan we dat steeds meer toepassen.”
SPV en Omgevingswet
Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV) is inmiddels door de opstartfase heen. Antea Group hielp afgelopen drie jaar circa 250 gemeenten bij het maken van risicoanalyses. Gemeenten hebben nu uitvoeringsplannen SPV opgesteld of deze worden nog gemaakt. Om die plannen uit te rollen, is het tijd om van theorie naar praktijk te gaan, aldus Brandt. “Alleen kampen veel gemeenten momenteel wel met ondercapaciteit. In opdracht van het ministerie van IenW en in samenwerking met het Kennisnetwerk SPV helpt Antea Group samen met Arup circa dertig gemeenten bij het opstellen van deze uitvoeringsplannen SPV. Daarmee zetten we met de gemeenten een stap om verkeersveiligheidskennis beter te kunnen delen en uitvoeringsplannen SPV beter binnen organisaties te borgen.”
“De Omgevingswet gaat dat versterken. In het reguliere verkeersmodel is bijvoorbeeld geen of minder aandacht voor geluidsemissies, terwijl dat voor de leefomgeving wel van belang is. De Omgevingswet stelt daar wettelijke kaders voor. Veel gemeenten werken al in de geest van deze wet en dat geeft meer mogelijkheden om dingen beter voor elkaar te krijgen. Daardoor zijn organisaties minder afhankelijk van één persoon, waardoor het risico dat de kennis of het gedachtengoed verloren gaat kleiner wordt.”
‘De toekomst naar voren halen’
Brandt stelt: “Door vandaag te doen, kun je leren over morgen. Feitelijk halen we de toekomst naar voren. Dat hebben we nodig om grip te houden op de ontwikkelingen in ons werkveld. Antea Group zet actief in op dit soort leerervaringen. Een voorbeeld waar Antea Group dit actief op doet, is de toetreding van drones en urban air mobility in ons werk als verkeerskundigen.”
“Inmiddels werken we al een aantal jaar met dronetechniek als hulpmiddel voor onze verkeerskundige advisering. Daardoor leren we uit de praktijk. Dit gebruiken we bij het inpassen van urban air mobility in onze fysieke leefomgeving en dat versterken we door praktijkgerichte use cases: zo vlogen we in oktober met een drone van ons kantoor in Heerenveen naar de Deense hoofdstad Kopenhagen. Een vlucht die niet mogelijk werd geacht vandaag de dag, maar we hebben hem wel gerealiseerd in 2022. De leerervaringen hieruit nemen we nu mee in de gesprekken met het ministerie van IenW en de overige leden van de Stichting Dutch Drone Delta om urban air mobility weer een stap verder vorm te geven. In 2023 gaan we daar onverminderd mee door.”
Zolang de verantwoordelijke gedeputeerden van Openbaarvervoer het Ov afbreken en niet stimuleren zal het een utopie blijven. De gedachte dat hele reizen van begin tot eind via een appje geregeld moeten gaan worden stimuleert het gebruik van OV niet echt. Mensen die ergens ver weg in de polders buiten de woonkernen wonen, zullen toch de auto blijven gebruiken! Steeds maar dat overstappen van het ene op het andere OV en de lange reistijden zijn daar debet aan. Men wil graag zeveel mogelijk vrije tijd overhouden als men klaar is met werken.
Ingediend door Honoré Reuling op do, 09/02/2023 - 14:21
Reactie plaatsen •