Jan Slager: Veilig gebruik staat altijd voorop
Rijkswaterstaat is waar mogelijk betrokken bij kennis- en publiek-private samenwerkingsorganisaties als het gaat om het zoeken naar de beste oplossingen voor de groots(t)e landelijke bouwopgave: vervanging en renovatie van kunstwerken in de infrastructuur. Maar wat is de ‘eigen’ opgave voor het hoofdwegen- en hoofdvaarwegennet? Jan Slager, directeur Vervanging en Renovatie, VenR, schetst de situatie.
“Rijkswaterstaat werkt inderdaad volop samen met andere wegbeheerders, kennisinstituten en samenwerkingsverbanden zoals Bouwcampus en Bouwagenda. En niet in de laatste plaats met marktpartijen. Met hen zijn we nu vanwege de coronacrisis in gesprek over welke projecten we eerder kunnen uitvoeren. Daarbij wordt ook naar de VenR-projecten gekeken. Die samenwerking gaat heel breed: van samen projecten oppakken, innovaties aanjagen tot bijvoorbeeld samen werkzaamheden plannen om de hinder te beperken. Hierover zijn in november 2019 door regio en Rijk afspraken gemaakt. Daarbij wordt ook gekeken of gebruikers tijdens de uitvoering van die werkzaamheden zo duurzaam en slim mogelijk kunnen reizen. Denk aan fietsen, openbaar vervoer en thuiswerken. Veel projecten, denk maar eens aan de A29 Heinenoordtunnel, kunnen veel hinder veroorzaken en het zou mooi zijn als de reizigers niet alleen tijdens de uitvoering zo veel mogelijk slim en duurzaam gaan reizen, maar dat ook na de werkzaamheden blijven doen.”
Eigen opgave
Wat de ‘eigen’ opgave betreft, zijn we al enige jaren bezig met de vervangings- en renovatieopgave. Zo hebben we de A22 Velsertunnel en de A12 Galecopperbrug al achter de rug en werken we op dit moment aan ruim 80 projecten, die deels in uitvoering zijn, zoals de N3 Wantijbrug en de N200 bij Haarlem. Het overgrote deel is in de fase van onderzoek en voorbereiding.”
Permanent karakter
“Grofweg werken we nu aan de opgave tot aan 2030. Maar we weten dat deze opgave een permanent karakter gaat krijgen, deels omdat alle objecten (sluizen, tunnels, bruggen en viaducten) een keer vervangen of gerenoveerd moeten worden. En we staan nu pas aan het begin van die opgave. Daarbij gaat het niet alleen over beton en staal maar juist ook over de techniek (besturing). Die heeft vaak een veel kortere omloopsnelheid: een brug gaat vele tientallen jaren mee, techniek in een tunnel moet je na 15 jaar al weer vervangen. Daarnaast gaat het ook om al onze, zogenoemde ‘lijninfra’ zoals geluidsschermen en verlichting. En verder weg, na 2050, moeten we ook de grote keringen zoals de Oosterscheldekering vervangen of renoveren. En die moeten dan ook gelijk klimaatbestendig zijn en dus klaar zijn voor een zeespiegelstijging.”
Veilig
“De kern van de opgave is dat we sluizen, tunnels en viaducten aanpakken voordat er eventuele problemen ontstaan en dat we, ondanks intensieve inspecties, voorkomen dat we ze deels moeten afsluiten. Soms zullen we dat uit veiligheidsoverwegingen toch moeten doen, zoals bij de A12 IJsselbruggen waar nu het vrachtverkeer over de andere brug wordt geleid. Veilig gebruik van onze netwerken staat altijd voorop.”
Ambities
“Tegelijkertijd hebben we ook ambities bij deze opgave. We willen duurzamer bouwen, innoveren, tijdens de werkzaamheden zo min mogelijk hinder teweegbrengen en het beschikbare budget zo goed mogelijk besteden. Tussen die ambities zit soms spanning maar dat is ook het mooie van de opgave. Om het concreet te maken: de opgave is groot, we moeten heel veel tegelijk aanpakken maar we willen en moeten ook innoveren. Je moet beide doen maar je kunt je geld en energie (mensen) maar een keer inzetten. Je zult daar een balans in moeten vinden. Als je dat voor elkaar krijgt, geeft dat de opgave ook glans.”
Jan Slager, directeur Vervanging en Renovatie bij Rijkswaterstaat
Reactie plaatsen •