De student heeft de toekomst

vrijdag 25 april 2025

Pepijn Maas is opleidingscoördinator bij Windesheim Flevoland, Jeffrey de Graaf is dat bij Windesheim Zwolle, voor de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobiliteit. De Graaf was voorheen docent en heeft zelf nog aan Windesheim gestudeerd. Toen heette de opleiding nog ‘gewoon’ Verkeerskunde’, dus hij kan de huidige en de vroegere situatie goed met elkaar vergelijken. 

“De term ‘verkeerskunde’ gebruiken we nog steeds”, stelt De Graaf, “het is wel de kern van het vak dat we nu ‘mobiliteit’ noemen. Verkeerskunde is een onderdeel van de opleiding, maar we zijn wel veel breder geworden.” Maas vult aan: “De afgelopen jaren geven we verder vorm aan die transitie, ook bijvoorbeeld met de discussiesessies over de verkeerskundige van de toekomst met CROW[*], we zoeken steeds meer naar die generalist.”

Behoud van profiel

“Er valt genoeg te zeggen voor het behoud van het scherpe profiel van de technische verkeerskunde”, stelt De Graaf, “dat willen we zeker niet verliezen voor het vakgebied. Tegelijkertijd is die verbreding voor de professional nodig, je moet over je eigen vakgebied heen kunnen kijken. We kunnen geen specialisten afleveren die die brede blik missen, maar voor verkeersmodellen en analyses hebben we wel die specialisten nodig.”

“Inhoudelijk heeft die verbreding een enorme meerwaarde”, zegt Maas, “vraagstukken worden 
steeds complexer. Daar is die brede basis voor nodig. Maar ook in de werving van nieuwe studenten moeten we ons breed profileren - met alleen ‘ouderwetse’ verkeerskunde werven we 
simpelweg te weinig studenten. Door een brede studie aan te bieden halen we een grotere populatie binnen, waarbinnen hopelijk ook weer specialisten groeien. Zowel de opleiding in Zwolle als in Flevoland zijn ‘Topopleidingen’, aan de kwaliteit ligt het dus niet.”

Relevantie

De Graaf: “Dat de opleiding relevant is, daar zijn we wel van doordrongen. Zo ook het werkveld en de regio. De uitdaging is hoe we de opleiding aantrekkelijk maken, en dan vooral voor de 5-havist en de mbo-er die wil doorstromen. De opleiding heet dus nu al mobiliteit om meer studenten te trekken, en dan vooral meer vrouwelijke studenten, want ‘verkeerskunde’ heeft nogal een technische uitstraling. Dat lukt overigens nog maar in beperkte mate. In onze voorlichting trekken we de aandacht naar het tastbare en creatieve: je kunt als verkeerskundige echt bouwen aan iets waar mensen straks gebruik van maken. Bereikbaarheid is belangrijk, maar veel abstracter, en dat zegt de student weinig. Maar vraag je: wat betekent bereikbaarheid nou in je dagelijks leven? Dan pas beginnen de raderen te draaien en vínden ze er ook iets van.”

Maas: “We zien ook dat we ons actief moeten laten zien om studenten binnen te halen. We wachten dan ook niet tot de open dag, maar gaan zelf naar middelbare scholen en mbo-instellingen, want we moeten werken aan onze bekendheid. Onbekend maakt immers onbemind.” 

Professionalisering

In de opleiding is tegenwoordig ruime aandacht voor de competentie ‘professionalisering’. Maas: “Dat gaat om hele belangrijke dingen, zoals kritisch denken, het hebben over waarden, andere perspectieven kunnen bekijken en begrip kweken voor maatregelen die je neemt. Er kan heel veel in het vak, maar dan moet je wel gewoon durven om dingen anders te doen, om niet te kopiëren wat er al gedaan is. We doen veel projectmatig onderwijs, waar de focus op kennis en vaardigheden toepassen ligt. Kennis is heel belangrijk voor het werkveld, maar die kennis kunnen toepassen is essentieel.”

(Proef)Abonnees ontvangen toegang tot de digitale versie van dit dossier met een link [*] en eerdere dossiers.
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief