Het slaperige ADHD-brein
“Anders dan bijvoorbeeld epilepsie of depressie is ADHD altijd aanwezig”, vertelt psychiater Sandra Kooij. “Je kunt niet autorijden als je in een epileptische episode zit, maar dat is episodisch. ADHD is altijd aanwezig, dat vraagt om een andere benadering.”
Dit artikel komt uit Verkeerskunde 5/2022, met daarin onder meer het dossier 'vervanging', de meest recente Wetenschapsnotities en Reis door de Wereld vanaf Walk21 in Dublin.
Meer lezen?
Kijk eens in onze online bibliotheek!
“ADHD is een stoornis die per definitie in de kindertijd begint. We hebben dan ook lang gedacht dat ADHD beperkt bleef tot de kindertijd, maar dat is onjuist gebleken. Er zijn veel volwassenen en ouderen met ADHD en dat is natuurlijk een ander verhaal dan bij een kind. Een kind functioneert onder de hoede van de ouders, een volwassene moet voor zichzelf zorgen.”
Aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit
Iemand met ADHD is níet ‘dat drukke kind’. “Sommige patiënten, met name vrouwen, hebben alleen een aandachtstekort, dat valt minder op en wordt dan ook minder snel goed gediagnosticeerd. Patiënten hebben concentratieproblemen en maken daardoor hun taken niet af, springen van de hak op de tak. Zo maken kinderen hun huiswerk niet af en vergeten volwassenen bijvoorbeeld de belastingaangifte op tijd te doen. Hun aandacht verslapt als iets niet nieuw of spannend is. Vaak wordt er dan ook gedacht dat iemand ‘wel kan, maar niet wil’. Dat is niet waar, ze kunnen niet zomaar aandacht genereren. Iemand zonder ADHD zal een taak afmaken, al was het maar omdat dingen niet afmaken vaak gevolgen heeft. Iemand met ADHD vergeet dat gewoon, of denkt er te laat aan en kan zich er niet toe zetten. Dat is geen onwil of luiheid, maar een biologisch probleem met opstarten.”
Dopamine
Bij mensen met ADHD is de dopaminehuishouding ontregeld. Dopamine is een neurotransmitter in de hersenen die een belangrijke rol speelt bij gemotiveerd gedrag, executieve functies en emoties. Ook heeft dopamine invloed op motorische functies. Kooij: “Je hebt wat extra dopamine nodig als je je moet concentreren, bijvoorbeeld op een examen, en dat kost inspanning. Die focus moet je ergens vandaan halen en ook beschikbaar zijn op het moment dat concentratie nodig is. Vaak kun je dingen ook wel op de automatische piloot doen, maar met minder goed resultaat. Deze vorm van aandacht opbrengen kost mensen met ADHD veel meer tijd en zweetdruppels, en dan nog lukt dat niet even goed als bij mensen zonder ADHD. Het brein van mensen met ADHD is namelijk onderactief in de gebieden die bij dit proces betrokken zijn . Dat lijkt tegenstrijdig, want waar de persoon heel druk lijkt, is het brein juist in een wat slaperige stand, vooral in de hersengebieden waar de aandacht moet plaatsvinden en waar de impulsbeheersing huist. Dat blijkt ook uit hersenscans. Wat je zou willen, is die ‘slaperige’ hersengebieden wakker maken, activeren. Dat kunnen we doen met medicatie. Uit scans blijkt dat de hersenactiviteit in het hele neurale netwerk toeneemt bij ADHD-patiënten met medicatie. Dit resultaat bereik je niet met alleen gesprekstherapie. We moeten patiënten goed uitleggen wat er met ze aan de hand is, ze zijn niet gek, lui of dom, het is ook geen onwil, maar een aandoening die goed behandeld kan worden als je er last van hebt.”
Impulsiviteit
Een kenmerk van ADHD is impulsiviteit. “Dan doe je dingen zonder na te denken of flap je alles er zomaar uit. Dat is lastig, want je komt makkelijker in conflict met je omgeving. Ook maakt het je erg lastig om te plannen, want je wilt onmiddellijk reageren en direct toegeven aan impulsen. Dat kan mensen in problemen brengen. Zij gaan bijvoorbeeld ineens op reis, geven ineens veel geld uit of worden verliefd en handelen daarnaar, ook als dat niet kan. We verwachten van volwassen mensen beheersing, maar dat is voor mensen met ADHD heel lastig. Ze associëren vrijelijk en gaan met duizend-en-één ideeën tegelijkertijd aan de slag. Dat maakt ze wel heel creatief, maar kan er ook voor zorgen dat er niets tot stand komt.”
Complicerende factoren
ADHD komt bijna nooit alleen, stelt Kooij. “Iemand met ADHD heeft een verhoogd risico op allerlei andere aandoeningen, zoals overgewicht en diabetes. Daarnaast komt drugs- en alcoholmisbruik onder deze groep vaker voor, en roken mensen met ADHD twee keer zo vaak als gemiddeld.”
“Nog een belangrijk probleem is een verstoord slaapritme. Maar liefst 80 procent heeft een slaapstoornis. Mensen met ADHD slapen over het algemeen veel te laat, zo tussen 1 en 3 uur ’s nachts en daardoor vaak korter, zo niet te kort. ADHD levert zo een stapeling van risico’s op, van verslaving tot psychische klachten tot astma. Uit een groot Zweeds onderzoek bleek dat mensen met ADHD een verhoogd risico hadden op 34 van de 35 onderzochte aandoeningen.” Lichaam en geest zijn een, benadrukt Kooij. “Daardoor gaan psychische en lichamelijke aandoeningen samen. Neem het dan ook serieus. Volgens mij verdienen mensen met ADHD eerder respect dan kritiek.”
Lichttherapie
“Een van de mogelijke oplossingen voor de risico’s door slaaptekort in het verkeer is niet te vroeg de weg op gaan en zorgen voor een slaapduur van 7-8 uur, liefst tussen 23 en 7 uur ongeveer. Hierbij is het belangrijk slaap-hygiënemaatregelen te nemen (zoals een vaste bedtijd, geen schermen na 21.30 uur en weinig koffie en alcohol), melatonine voor de nacht en een lichttherapiebril ’s ochtends vroeg. De patiënt draagt dan elke dag na het wakker worden, tussen 7 en 8 uur, een half uurtje een bril die blauw licht richting de ogen schijnt. Dat doe je dan een paar weken. Op deze manier kunnen we het ritme van de patiënt vervroegen. De klok in de hersenen wordt daarmee als het ware naar voren gezet. In een ideale wereld zou je het ritme van werk of school willen aanpassen aan de patiënt, maar dat is niet altijd haalbaar. De lichtbril biedt dan uitkomst. Dit kan overigens ook met een lichtbak, maar daar moet je stil voor blijven zitten – niet het sterkste punt van mensen met ADHD. Bovendien is de ochtend, als de kinderen naar school gebracht moeten worden bijvoorbeeld, niet het ideale moment om een half uur bij een lichtbak te moeten zitten. Ik ontraad mensen met ADHD om vroeg op te staan, dan is het risico helemaal groot. Deze mensen moeten niet om zes uur opstaan of nachtdiensten gaan draaien, dan wordt hun mentale en fysieke ‘jet-lag’ alleen maar groter.”
Verhoogde risico’s, ook in het verkeer
In het verkeer is ADHD ook niet zonder risico. “Onbehandelde ADHD, dus zonder medicatie, verhoogt het ongevalsrisico met een factor drie tot vier. Het risico op een dodelijk ongeval is twee keer zo hoog onder mensen met ADHD. Dat is toch wel een behoorlijk verhoogd risico, zeker als je bedenkt dat ADHD en ADD in principe niet overgaan, dat blijft je leven bij je.”
Een factor in het ongevalsrisico is slaaptekort. “Iedereen die ervaring heeft met langer durend slaaptekort weet wat dat met je doet, je kunt je minder goed concentreren en bent minder snel. Slaap is de hoeder der gezondheid, slaaptekort de moeder van de psychiatrie. Dat weten mensen vaak wel, maar ze weten niet hoe serieus de gevolgen van slaaptekort kunnen zijn. Het veroorzaakt slechtere concentratie, prikkelbaarheid, woedebuien, vreetkicks; allemaal symptomen die ook typisch zijn voor ADHD.”
Risicogroep – zonder medicatie
ADHD is dan wel een verkeersrisico, “de medicatie is dat niet”, stelt Kooij. “Als je je rijbewijs wilt halen, en je geeft netjes aan dat je ADHD hebt, dan was het CBR vroeger bang voor de gevolgen van medicatie. Maar die is het ‘probleem’ niet, de ADHD wel. Mensen met ADHD moeten nu gekeurd worden en een extra rijtest afleggen, tegen hoge kosten, terwijl de medicatie de concentratie en de rijvaardigheid juist blijkt te verhogen, en het aantal ongelukken doet afnemen. Ik zou dan ook willen pleiten voor een ontheffing van de rijbewijskeuring voor mensen met ADHD die hun medicatie (blijven) gebruiken.”
Zorgen om afleiding in het verkeer
Kooij is bezorgd over de toenemende afleiding in het verkeer, zowel in de auto als daarbuiten. “Neem die grote lichtgevende billboards, vaak ook nog met bewegende beelden. De mens zit zo in elkaar dat we beweging eerder registreren. Dit soort reclame doet er alles aan om meteen de aandacht te trekken. Dat is op zich al gevaarlijk, maar voor iemand met ADHD helemaal. Die gaat kijken en vergeet om weer op de weg te letten. Van mij mogen ze die dingen verbieden.”
Ook toenemende afleiding in de auto of op de fiets baart haar zorgen. “Je hebt tegenwoordig auto’s met grote schermen in het midden. Die trekken de aandacht, bijna nog meer dan de weg zelf. Dat is al een risico voor mensen zonder ADHD, maar extra als je snel afgeleid bent en moeite hebt met impulscontrole. Ook de telefoon is al snel zo’n afleiding, en dus ook in het verkeer, in de auto of op de fiets. Moet je dat appje nu echt meteen beantwoorden? Ja, als je zo impulsief bent en daar niet over na kunt denken, dan móet dat nu.”
Over Sandra Kooij
Prof. dr. Sandra Kooij was een van de eerste psychiaters in Nederland die signaleerde dat ADHD ook bij volwassenen voorkwam. Zij promoveerde op het proefschrift: 'ADHD in adults. Clinical studies on assessment and treatment' (2006). Kooij is sinds 2020 bijzonder hoogleraar ‘ADHD bij volwassenen’ aan het Amsterdam UMC. Ze aanvaardde dit ambt met de oratie ‘Tijd voor ADHD, ADHD & tijd’
Oratie prof. Dr. Sandra Kooij: Tijd voor ADHD, ADHD en tijd – vrijdag 30 september 2022 – YouTube
Over ADHD
ADHD staat voor attention deficit / hyperactivity disorder, of aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis. De eerste omschrijving van ADHD wordt toegedicht aan de Britse kinderarts George Still in 1902. Behandeling met amfetamine (benzedrine) komt voor sinds 1937. Volgens recente schattingen heeft 7 tot 8 procent van de schoolgaande kinderen ADHD en 2 tot 5 procent van de volwassenen en ouderen. ADHD lijkt drie keer zo vaak bij jongens voor te komen, maar de diagnose wordt bij meisjes vaak ten onrechte gemist door onbekendheid van ADHD bij meisjes (en vrouwen) in de maatschappij en bij huisartsen. ADHD is in belangrijke mate erfelijk.
Kenniscentrum adhd bij volwassenen
Reactie plaatsen •