Comfortabel retailverkeer: oppepper voor winkelgebieden
Giuliano Mingardo: RESOLVE wil 5 procent extra CO-2-reductie in 2021 en groei retailsector
Retailverkeer is ongeveer de helft van alle verkeer. Dat verdient dus aandacht, zegt Giuliano Mingardo, vervoerseconoom aan de Erasmus Universiteit. ’Maar eerst moet de emotie uit het debat tussen ondernemers en gemeenten.’ Met acht Europese steden startte de universiteit vorig jaar het EU-project RESOLVE. Dit wil retailverkeer op de kaart zetten bij beleidsmakers en hen handvatten bieden voor schoner en beter retailverkeer in steden.
Giuliano Mingardo, senior onderzoeker Vervoerseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, is een van de initiatiefnemers van het project. ‘Retailverkeer is bijna alles wat geen woon-werk-, zakelijk- of zorg-gerelateerd verkeer is‘, legt Mingardo uit. ‘Samen met Jan Waalen, verkeerskundige bij de gemeente Roermond, Rafael Cuesta, hoofd Innovatie bij Transport for Greater Manchester (zie ook interview hieronder met Julian Ashworth) en met Tim Cordy (UK) die het projectsecretariaat voert, zijn we RESOLVE gestart als spin off van het Europese project ‘Involving the private sector in mobility management’, INVOLVE. Dit richtte zich met name op woon-werkverkeer. Wij wilden verder gaan en ons ook op retailverkeer richten, met name omdat ongeveer de helft van alle verkeer retail-gerelateerd is.’
Het project loopt tot 2021. De doelstelling is kortgezegd: de CO2-uitstoot van retailverkeer in de deelnemende steden en regio’s met 5 procent reduceren in 2021 en tegelijkertijd een groei teweegbrengen in de lokale economie.
Mingardo:’ Je ziet dat retailverkeer in veel gemeenten een ‘niet nader gedefinieerd’ onderdeel vormt van ‘verkeer in de stad’ of van OV- of fietsbeleid. Maar retailverkeer heeft specifieke kenmerken. Retailconsumenten stellen ook andere eisen aan bereikbaarheid en parkeren als ze gaan winkelen of uitgaan, dan wanneer ze zakelijk reizen. Bovendien kan het comfort en de beleving van de ‘retailreis’ bepalend zijn voor de groei van de stedelijke economie. Het is goed dat beleidsmakers, naast verkeersoplossingen ook oog krijgen voor retailbeleving en daarmee voor vitaliteit van hun steden. Wij gaan de komende jaren in alle deelnemende Europese steden systematisch onderzoek doen naar retailverkeer en op basis van deze resultaten met betrouwbaar goede voorbeelden komen en zo meer kansen benutten voor aantrekkelijke en vitale (binnen)steden.’
Resultaten zijn er nog niet, maar nadat de initiatiefnemers het voorstel hadden geschreven, bleek er veel interesse bij Europese steden om mee te doen, benadrukt Mingardo. Naast Roermond en Manchester doen ook de steden Reggio Emilia (Italië) en Almada (Portugal) mee, evenals Maribor in Slovenië, Warschau in Polen en de regio’s Moravia-Silesia in Tsjechië en Kronoberg in Zweden.
Het belangrijkste startpunt voor RESOLVE-projecten is een goede samenwerkingssfeer tussen retailers en gemeenten, stelt Mingardo. ’Wat winkeliers soms ontgaat is dat de gemeente en zijzelf hetzelfde doel voor ogen hebben: een aantrekkelijke en leefbare stad voor bezoekers en bewoners en ondernemers. Jammer genoeg heerst er vaak het idee dat de gemeente andere interesses heeft en worden discussies vanuit een verkeerde emotie gevoerd. Dat geldt andersom overigens ook. Verkeerskundigen zien vaak niet het belang van de manier waarop de bereikbaarheid beleefd wordt en benaderen knelpunten daardoor snel te rationeel.’
‘Winkeliers begrijpen vaak de maatregelen van de gemeente niet en zien niet altijd direct in welk voordeel zij ervan kunnen hebben. Als een gemeente minder auto’s in de stad wil vanwege de leefbaarheid, kunnen winkeliers denken dat hun klanten worden weggejaagd. Je merkt dat de winkelier graag snel resultaat wil zien, terwijl de gemeente geneigd is maatregelen te nemen die op termijn een duurzaam effect hebben.’
Voor het RESOLVE-project is een systematisch stappenplan opgesteld. In grote lijnen komt het hierop neer: good practices worden verzameld, bestudeerd, toegepast, gemonitord, geëvalueerd en ten slotte verspreid. Hiertoe zijn meer dan 40 good practices verzameld in een Register. Het lokale mobiliteitsbeleid van de RESOLVE-partners is kritisch bekeken door experts (peer review). Hierna passen steden good practices toe die vanaf de start uniform worden gemonitord met een gezamenlijk toegepaste monitoring- en evaluatietool. Deze tool voorziet in een nulmeting, resultaatmeting en nameting. Ook worden studiereizen georganiseerd om elkaars ervaringen te delen en ten slotte worden de ‘bewezen’ good practices door de partners verspreid, onder meer door masterclasses.’
‘Om het belang van een goede communicatie tussen ondernemers en gemeenten te benadrukken, bevat de evaluatietool ook basisinformatie om een goed gesprek te voeren. Een voordeel van retailmaatregelen is dat het deels te meten is in de omzet van winkeliers. Ook bevat de tool diverse surveys om feitelijk te meten hoe mensen en goederen ( voor-, na- en op termijn) naar de winkels komen. Het communiceren op basis van feiten is bovendien een manier om de emotie uit gesprekken te halen’. Een interessant voordeel van de expertreizen is dat de betreffende gemeenteambtenaar steun in de rug krijgt voor zijn of haar lokale retailverkeer-projecten’, benoemt Mingardo. ‘Ook heeft iedere RESOLVE-gemeente een budget om lokale ondernemers mee te nemen om te kijken hoe maatregelen in de andere Europese steden werken. Ook dit helpt om ondernemers ‘mee te krijgen’ in het nadenken over retailverkeer.’
Giuliano Mingardo, Erasmus Universiteit Rotterdam
Reactie plaatsen •