Meerderheid wil rit delen, mits er iets tegenover staat
Het werkelijke effect van vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten, zoals Uberpool en ViaVan, op bijvoorbeeld congestie en emissies in de stad is sterk afhankelijk van de bereidheid van reizigers om ritten te delen. De mate waarin individuen bereid zijn te delen is echter nog grotendeels onbekend. Uit deze nieuwe studie van het Smart Public Transport Lab blijkt dat minder dan een derde een sterke voorkeur heeft om een rit niet te delen. Er blijkt wel verschil te zijn in de waarde die verschillende typen passagiers stellen aan privacy, kosten, tijd en aantal medepassagiers.
Door María J. Alonso-González, Oded Cats, Niels van Oort, Sascha Hoogendoorn-Lanser, Serge Hoogendoorn - TU Delft
Nederlandse stedelijke reizigers vormen de doelgroep van dit onderzoek. In deze studie wordt de bereidheid tot delen van Mobility-as-a-Servicediensten gekwantificeerd voor verschillende groepen passagiers. Vier marktsegmenten bleken te onderscheiden, die per groep wisselende waarde hechten aan: individualiteit, reistijd, kosten of aantal deelpassagiers. Twee redenen gaven aanleiding voor deze marktsegmentatiebenadering: er is nog steeds beperkte kennis over het deelaspect van MaaS-diensten, terwijl deze diensten zich juist willen onderscheiden in een gedifferentieerd aanbod in tegenstelling tot de ‘one size fits all’-benadering van het huidige openbaar vervoer.
Representatief
In een voorkeursexperiment zijn verschillende reizen variërend op meerdere aspecten voorgelegd aan de groep respondenten in een woon-werkverkeerreis en een vrijetijdreis. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van het Mobiliteits Panel Nederland van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, waarmee een representatieve steekgroep is verkregen voor Nederlandse stedelingen. In dit experiment zijn statische verschillen gevonden in de waarden die mensen toekennen aan de aspecten tijd, kosten en privacy in relatie tot de keuze om ritten niet te delen. Vervolgens zijn deze uitkomsten geanalyseerd met een mixed logit (ML) choice model en een latent class choice model (LCCM). De resultaten van het ML-model tonen een lage bereidheid om te betalen voor meer privacy in een individuele rit ten opzichte van een gedeelde rit met slechts één of twee passagiers. Opvallend is dat de afweging om individueel of met meer passagiers te reizen ook afhankelijk is van de duur van de rit.
Resultaten
De respondenten met een voorkeur voor individuele ‘deel’-mobiliteit, de ‘It's my ride’-klasse (29 procent van de steekproef), geven een hoge ‘straf’ aan delen en hechten een hoge waarde aan tijd. Daarom geven ze de voorkeur aan individuele ritten. Respondenten in deze klasse hebben een hoger autogebruik en een lager fiets- en ov-gebruik ten opzichte van de andere respondentgroepen. Deelnemers in de ‘Cheap and half empty, please‘-klasse (19 procent), ervaren ook een hoge ‘straf’ voor de bereidheid om te delen, maar alleen wanneer de rit is gedeeld met meer dan vier passagiers. De resterende twee klassen vertonen een lage ‘straf’ voor delen en noemen tijd (‘Time is gold’-klasse, 24 procent) en kosten (‘Sharing is saving’-klasse, 28 procent) als belangrijkste drijfveer in hun keuzes. Het iets hogere aandeel vrouwen in deze laatste twee klassen suggereert dat vrouwen eerder bereid zijn om een rit te delen dan mannen.
Ondanks het hypothetische karakter van studies op basis van voorkeurexperimenten, biedt dit onderzoek een goed begrip van voorkeuren voor het ritdeel-aspect van vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen verdiepen in hoe voertuiggrootte, een groter aantal extra passagiers of onzekerheden in het aantal passagiers de bereidheid tot ritdelen kan beïnvloeden.
Meer informatie
Deze studie ‘Willingness to share rides in on-demand services for different market segments’ is gefinancierd door NWO als onderdeel van het SCRIPTS (Smart Cities Responsive Intelligent Public Transport Services) onderzoeksproject.
Hier vindt u het hele onderzoeksartikel.
Reactie plaatsen •